Onderwijs- en Innovatieplein

Portfolio-assessment

Wat is een portfolio-assessment en wanneer gebruik je het?

Portfolio’s worden in het onderwijs ingezet als:

  1. een verzameling van bewijzen met verantwoording bij portfolio-assessments. Studenten hebben gedurende een onderwijsperiode of tijdens een stage bewijzen verzameld van beroepsopdrachten of -handelingen die zij hebben uitgevoerd. Ze presenteren deze bewijzen met onderbouwing, verkregen feedback en hun reflectie hierop in een portfolio. We spreken van een portfolio-assessment als de toets gepaard gaat met een assessmentgesprek, ook wel criteriumgericht interview genoemd. Hierin wordt de student bevraagd over hoe het bewijs tot stand is gekomen (gedrag), welke keuzes daarbij zijn gemaakt (denk- en beslisprocessen) en hoe dit alles heeft bijgedragen aan het leer- en ontwikkelproces (reflectie en transfer).

  2. een verzameling van datapunten voor portfolio-beoordeling bij programmatisch toetsen. Studenten verzamelen eerder beoordeelde bewijzen van leeropbrengsten en feedback (low-stake momenten) in een portfolio. Een commissie beoordeelt het portfolio. Het betreft een zogenaamde high- stake (=summatieve) beoordeling.

De tekst op deze pagina gaat over portfolio-assessments, zoals beschreven bij punt 1.
Een portfolio-beoordeling (punt 2) is geen toetsvorm en komt op deze pagina verder niet ter sprake.

Een portfolio-assessment is een toetsvorm waarbij:

  • de student een portfolio aanlevert. Een portfolio is een (digitale) map met daarin een verzameling van bewijs van competent gedrag in de vorm van (beroeps)producten, onderbouwing, verantwoording, feedback, reflecties, etc.
  • op basis van het portfolio vindt altijd een assessmentgesprek plaats, ook wel criteriumgericht interview (cgi) genoemd. Hierin wordt de student bevraagd over hoe het bewijs in het portfolio tot stand is gekomen (aanpak en gedrag), welke keuzes daarbij zijn gemaakt (denk- en beslisprocessen), wat dit heeft opgeleverd (resultaat) en hoe dit alles heeft bijgedragen aan het leer- en ontwikkelproces (reflectie en transfer).

Kijk hier naar een voorbeeld van een criteriumgericht interview

Wat is het verschil tussen een portfolio-assessment, opdrachten en beroepsproducten?

Portfolio-assessments daarentegen bevatten bewijs in de vorm van meerdere beroepsproducten, opdrachten, reflecties, feedback etc. die de student over een langere periode heeft verzameld om competent gedrag aan te tonen. Met behulp van een cgi wordt bepaald of de competenties daadwerkelijk verworven zijn. Bij opdrachten en beroepsproducten gaat het om het leveren van het gewenste resultaat in de vorm van een product dat voldoet aan de vereiste criteria. Dit gaat meestal gepaard met een verslag over hoe de opdracht/het product tot stand is gekomen en welke bijdrage een student hieraan heeft geleverd. Een cgi behoort ook tot de mogelijkheden, maar zal met name vanwege de tijd en kosten niet altijd worden ingezet. Bovendien leidt de beoordeling van één opdracht of product niet tot een uitspraak over competent gedrag.

Deze toetsvorm gebruik je om integraal te toetsen of en in welke mate studenten competenties* hebben ontwikkeld. Dit vraagt erom dat studenten in uiteenlopende beroepssituaties en –contexten aan beroepstaken of –opdrachten hebben gewerkt over een langere periode, bijvoorbeeld een stage of afstudeerperiode. In deze periode hebben ze diverse vormen van bewijs verzameld in het portfolio, bijvoorbeeld beroepsproducten, feedback en reflecties. Hanteer bij de afname van een portfolio-assessment de toetsafname protocollen.

*Voor de leesbaarheid gebruiken we op deze pagina het woord competenties om beoogde resultaten te duiden. Hieronder kunnen ook leerresultaten, leerdoelen, leeropbrengsten, etc. worden bedoeld, afhankelijk van de taal die de opleiding heeft gekozen.

Goed om te weten

  • Bij portfolio-assessments wordt gedrag aan de hand van bewijs en een assessmentgesprek indirect zichtbaar. Als je authentiek gedrag wilt observeren, kies dan voor een gedragsassessment of simulatie.
  • Het toetsen en beoordelen van competent gedrag is complex. Daarom worden bij assessments twee assessoren ingezet om tot een intersubjectief oordeel te komen.
  • Een oordeel in de vorm van een cijfer is mogelijk bij assessments, maar een woordbeoordeling, zoals ‘onvoldoende, voldoende, goed’, past beter.
  • Je kunt de toetsvorm inzetten om beslissingen te nemen over studenten, bijvoorbeeld voor studiepunten of selectie (toegang tot een volgend onderdeel van de opleiding): summatieve functie;
  • Je kunt de toetsvorm ontwikkelingsgericht inzetten, waarbij het assessmentgesprek een instrument is om rijke informatie over (professioneel) gedrag van studenten op te halen en om reflectie op gang te brengen: formatieve functie van toetsen.
  • Portfolio-assessments zijn intensief en vragen veel tijd van studenten en assessoren. Denk dus goed na wanneer je deze toetsvorm wilt inzetten en zorg ervoor dat de vereiste tijd dan ook beschikbaar is.
  • Kijk hieronder bij ‘Hoe beoordeel je een portfolio-assessment’ voor de verschillende stappen die assessoren doorlopen om een betrouwbaar assessment te kunnen uitvoeren. Het is belangrijk dat voldoende uren expliciet toegewezen worden en beschikbaar zijn voor het uitvoeren van deze toetsvorm.

De complexiteit van een portfolio-assessment vraagt erom dat je veel vooraf uitwerkt om de toets transparant, valide en betrouwbaar uit te kunnen voeren. Het gaat om de volgende onderdelen:

  • Opdrachtbeschrijving: welke leeractiviteiten voert de student uit om bewijs van competent gedrag te kunnen verzamelen?
  • Instructies voor het maken van een portfolio: denk aan eisen aan structuur/opbouw, inhoud (bewijs) en randvoorwaarden voor deelname aan het assessmentgesprek;
  • Beschrijving van de assessmentprocedure: denk aan deadline en inleverprocedure portfolio; duur, opbouw en inhoud van assessmentgesprek; voorbereiding door studenten en assessoren; oordeel, terugkoppeling/feedback door assessoren; hoe ziet reparatie/herkansing eruit?
  • Beoordelingsmodel met daarin de gedragscriteria op basis waarvan het competent gedrag van studenten wordt beoordeeld.
  • Gebruik de assessment driehoek bij het ontwerpen van een portfolio-assessment.

Aanvullend

Voor studenten

  • Gestandaardiseerde formulieren voor het verzamelen van (self-, peer en expert) feedback en het toelichten van het bewijs in het portfolio, bijvoorbeeld een STARR-formulier.

Voor assessoren

Aandachtspunten bij het ontwerp

  • Bij het ontwerp van portfolio-assessments is het raadzaam collega-docenten, een onderwijskundige of assessmentdeskundige en/of vertegenwoordigers van de toets- en/of examencommissie te betrekken.
  • Pas de ontwerpsuggesties van ontwikkelingsgericht toetsen toe om het portfolio-assessment ontwikkelingsgericht (formatief) in te zetten in het onderwijs.
  • Regels voor structuur van het portfolio hebben voor- en nadelen. Voordelen zijn dat structuur studenten houvast geeft bij de samenstelling van het portfolio. Voor assessoren is het voordeel dat de toegankelijkheid van portfolio’s groter is. Zij weten waar ze welke informatie kunnen vinden, dat voorkomt zoekwerk en irritatie. De keerzijde van veel structuur vooraf is dat het studenten minder ruimte geeft om zelf vorm te geven aan het portfolio.
  • Houd bij de instructies over structuur van het portfolio in elk geval rekening met de vaardigheid die de studenten hebben in het samenstellen van portfolio’s.

Wat zijn kwaliteitseisen aan een portfolio-assessment?

De HvA hanteert vier kwaliteitseisen voor toetsen, namelijk

  1. leer- en feedbackfunctie: toetsing en beoordeling is ontwikkelingsgericht;
  2. transparantie: de inhoud en het proces van de toetsing is voor alle betrokkenen duidelijk;
  3. validiteit: de toets meet wat gemeten moet worden;
  4. betrouwbaarheid; de toets levert onder dezelfde omstandigheden hetzelfde resultaat op.

Uitwerking kwaliteitseisen portfolio-assessment

  • Bij het ontwerp van portfolio-assessments is het raadzaam collega-docenten, een onderwijskundige of assessmentdeskundige en/of vertegenwoordigers van de toets- en/of examencommissie te betrekken.
  • Pas de ontwerpsuggesties van ontwikkelingsgericht toetsen toe om het portfolio-assessment ontwikkelingsgericht (formatief) in te zetten in het onderwijs.
  • Regels voor structuur van het portfolio hebben voor- en nadelen. Voordelen zijn dat structuur studenten houvast geeft bij de samenstelling van het portfolio. Voor assessoren is het voordeel dat de toegankelijkheid van portfolio’s groter is. Zij weten waar ze welke informatie kunnen vinden, dat voorkomt zoekwerk en irritatie. De keerzijde van veel structuur vooraf is dat het studenten minder ruimte geeft om zelf vorm te geven aan het portfolio.
  • Houd bij de instructies over structuur van het portfolio in elk geval rekening met de vaardigheid die de studenten hebben in het samenstellen van portfolio’s.

Wanneer een portfolio voldoet aan de randvoorwaarden van de opleiding (zoals omvang, structuur, VRAAK-criteria*, etc.), beginnen assessoren aan hun beoordelingstaak. Deze bestaat uit de volgende stappen:

  • De evaluatie van het portfolio: assessoren evalueren het portfolio individueel, voorafgaand aan het assessmentgesprek en leggen hun vragen en bevindingen daarover vast;
  • De individuele evaluatie bespreken de assessoren met hun mede-assessor ter voorbereiding op het assessmentgesprek;
  • Vervolgens voeren ze het assessmentgesprek uit;
  • Na het assessmentgesprek komen de assessoren eerst weer tot een individueel oordeel over hun bevindingen uit het portfolio en het assessmentgesprek;
  • Vervolgens bespreken de assessoren hun individuele oordelen om tot een gezamenlijk, onderbouwd oordeel te komen. Beoordeling en onderbouwing leggen ze vast op het beoordelingsformulier;
  • Er volgt een terugkoppeling aan de student van het oordeel, de onderbouwing, sterke- en ontwikkelpunten.

*VRAAK staat voor variatie, relevantie, actualiteit, authenticiteit en kwaliteit van bewijs

Tip bij het geven van het oordeel en feedback aan de student

Naast het eindresultaat in de vorm van een cijfer of woordbeoordeling, is het aan te raden om mondeling feedback te geven aan de hand van het ingevulde beoordelingsformulier. Voor de student helpt het, zeker als er nog bijstelling nodig is, om in de toelichting bij beoordelingscriteria te verwijzen naar voorbeelden in het aangeleverde portfolio. Zorg ervoor dat de feedback behapbaar is voor de student: in begrijpelijke taal, expliciet en niet teveel. Gebruikelijk is het om in elk geval toelichting te geven op onderdelen waar de student nog iets te leren heeft (feedback en -forward). Benoem voor een optimale leerervaring is het ook expliciet positieve punten.

Je kunt studenten op verschillende onderdelen betrekken bij een portfolio-assessment. Bijvoorbeeld:

  • bij het ontwerp: bij het uitwerken van gedrags-/beoordelingscriteria;
  • bij het samenstellen van het portfolio:
    • de keuze voor bewijs;
    • reflectie op bewijs;
  • bij ontwikkelingsgericht toetsen:
    • door studenten tussentijds voorbeelden van eigen bewijs, bijvoorbeeld deelproducten, te laten bespreken met medestudenten;
    • door studenten feedback te laten geven op bewijs van medestudenten tijdens de leerperiode;
    • door studenten feedback en -forward te laten verwerken in het bewijs en/of vervolgacties in het leerproces.

Tip: Bij de HvA Academie is een online cursus voor assessoren beschikbaar in Brightspace, aangevuld met een training van een dag op locatie voor docententeams met gebruik van de assessmentmaterialen van de opleiding. Wil je hiervan gebruik maken, neem dan contact op met assessor@hva.nl

Gepubliceerd door  Programma Blended Learning 25 juni 2024