Onderwijs- en Innovatieplein

Ontwerpsuggesties Samenwerkend leren

Bij beroepsproducten en opdrachten.

Wat is het?

Bij samenwerkend leren werken studenten in kleine groepjes over een langere periode samen aan een beroepsproduct en/ofeen opdracht.

Waarom?

In de praktijk werkt elke hbo-professional samen met anderen (multi- of interdisciplinair). In het kader van praktijkrelevant opleiden hebben steeds meer opleidingen leergemeenschappen van studenten, docenten, en/of mensen uit de praktijk en onderzoek. De samenstelling en inzet van leergemeenschappen hangt samen met de opleidingsvisie op de ontwikkeling naar de beroepsbekwaamheid. Dit geldt ook voor samenwerkend leren aanberoepsproducten en opdrachten. Samenwerkend leren draagt bij aan het leerrendement, mits het ontwerpberoepsrelevant is en past bij het niveau van studenten:

  • Studenten leren samen te werken. Studenten leren doelen te formuleren, activiteiten te plannen, af- spraken te maken en zich daaraan te houden, taken te verdelen, elkaars werk te evalueren en feedback te geven; alternatieve perspectieven, aanpakken, oplossingsrichtingen, keuzes en beslissingen te bespreken,beargumenteren, onderbouwen en verantwoorden.
  • Het versterkt de sociale binding en motivatie van studenten. Studenten stimuleren elkaar om het beste uitzichzelf te halen en een maximale inspanning van elkaar te verlangen.
  • Studenten leren van elkaar. Onder andere door elkaar feedback te geven en ontvangen, elkaar kritisch te bevragen, door uitleg te geven en/of voordoen (expliciteren, peer-teaching), te discussiëren.
  • Samenwerkend leren stimuleert kritisch te denken en het genereren creatieve ideeën.

Met beroepsproducten en opdrachten wordt de student getoetst op het beheersen van hogere orde vaardigheden, zoals analyseren en evalueren en hbo-vaardigheden zoals samenwerken, onderzoeken, beslissen, ontwerpen,presenteren en adviseren.

Samenwerkend leren biedt daarmee een potentiële rijke leeromgeving. Onderstaand geven we suggesties voor het ontwerpen van de opdracht, de samenstelling van de teams, de begeleiding/proces en de beoordeling, die bijdragen aan deze rijke leeromgeving. We geven hiermee ook suggesties om veel gesignaleerde problematisch situaties bij samenwerkend leren te helpen voorkomen, zoals meeliften, onderpresteren, andersmans werk toe-eigenen, cultuurverschillen, onevenwichtige werkverdeling, te grote groep, te weinig diversiteit, ‘vriendengroepjes’.

Effectief ontwerp

Bij het ontwerpen van de opdracht:

  • Pas constructive alignment toe. Bepaal vooraf op basis van de leerdoelen wat beoordeeld gaat worden; het resultaat, het proces of beiden. Dat bepaalt mede hoe het product of de opdracht verder kan worden ingericht. Voor de leerdoelen moet er ruimte zijn voor de studenten om te oefenen.
  • Bespreek de leerdoelen met de studenten en laat studenten deze aanvullen met persoonlijke leerdoelen of ‘personaliseren’ via keuzeruimte in doelgroep, organisatie, thema en/of resultaat. Stel samen met hen de beoordelingscriteria op.
  • Maak individuele deelopdrachten. Bijvoorbeeld: iedere individuele student onderzoekt een ander gebied. De resultaten van alle onderzoeken zijn nodig om tot een gezamenlijk ontwerp te komen. Of studenten doen een gezamenlijk onderzoek en maken op basis daarvan ieder een individueel ontwerp.
  • Maak individuele prestaties zichtbaar. Voorbeeld: In de digitale leeromgeving is zichtbaar welke bijdrage iedere student heeft geleverd aan het onderzoek, het bedenken van ideeën, de analyses, het ontwerp van onderdelen, het schrijven van een verslag, de presentatie enz. De student kan aan de hand van individuele resultaten aantonen de bij de opdracht geformuleerde leerdoelen te beheersen. Bijvoorbeeld: Als ‘onderzoeken’ het leerdoel is van de groepsopdracht, dan doet iedere student individueel onderzoek en maakt daarvan een rapportage. Als de vaardigheid ‘ontwerpen’ het leerdoel is, maakt iedere individuele student een ontwerp op basis waarvan een gezamenlijk ontwerp wordt gemaakt.

Bij het samenstellen van teams:

  • De optimale groepsgrootte is 3 à 4 personen. Bij deze omvang is ieders bijdrage nodig om tot het eindresultaat te komen en kunnen studenten niet ‘duiken’.
  • Vaak gestelde vraag is ‘wel of niet’ door de studenten zelf laten samenstellen van de groepjes. Studenten die elkaar kennen zijn meer geneigd elkaar te motiveren, te ondersteunen en van elkaar te leren. Daar staat tegenover dat confrontatie met studenten van andere opleidingen, met een andere professionele blik en aanpak voor een probleem juist heel leerzaam is; het leidt tot een bredere blik op vraagstukken en mogelijke oplossingen, maar kan tegelijkertijd de beroepsidentiteit versterken. Wel of niet zelf samenstellen hangt ook af van de fase van de opleiding waarin de studenten zitten en van de te behalen leerresultaten.

Let op: Bij studenten die elkaar niet kennen moet voldoende geïnvesteerd worden in kennismaking en teambuilding. Creatieve methoden zoals design thinking kunnen er aan bijdragen dat verschillen worden benut.

Tip. Als studenten zelf de groep samenstellen: laat ieder zijn expertise expliciteren en inbrengen. Bijvoorbeeld door vooraf online profielen, leervragen e.d. op te laten stellen.

  • Stel vooraf met de groep regels op om de proces goed te laten verlopen; denk samen na over de consequenties als studenten afspraken niet naleven.
  • Laat de studenten hun persoonlijke leerdoelen formuleren; studenten kunnen elkaar dan helpen en ondersteunen in het behalen van deze leerdoelen.
  • Laat studenten samen verschillende voorbeelduitwerkingen van eerdere opdrachten beoordelen. Ze krijgen dan een beeld van wat ze moeten opleveren en van de kwaliteitscriteria.
  • Plan bij grote opdrachten tussentijdse (anonieme) evaluaties van het functioneren van de leden van de groep door de leden van de groep. Door de evaluatie anoniem te maken zullen studenten geneigd zijn een minder sociaalwenselijk oordeel te geven over hun medestudenten.
  • Werk als opleiding en als team aan een feedbackcultuur, waarin studenten elkaar niet alleen op door de opleiding geplande momenten feedback geven, maar op zelf bepaalde momenten en ook ongevraagd. Dit is een leervaardigheid voor leren in de praktijk en in de latere beroepsuitoefening (weerbare professional). Belangrijk hiervoor is dat studenten, docenten en andere betrokkenen feedback geletterd zijn.
  • Laat de studenten een (online) logboek bijhouden, zodat de begeleiders inzicht krijgen in het groepsproces zonder daarbij steeds aanwezig te moeten zijn. Het helpt studenten om de voortgang te bewaken en te reflecteren.

HvA beleid is dat bij een toets die bestaat uit groepswerk altijd sprake is van beoordeling van individuele prestaties, die zijn gebaseerd op de beoogde leerresultaten. Bij een deeltoets mag een groepsbeoordeling worden gegeven.

  • Maak vooraf duidelijk op welke momenten er een beoordeling plaatsvindt, door wie en hoe deze meetelt in de eindbeoordeling.
  • Maak bij tussentijds evalueren gebruik van zelf-assessment en peerassessment van proces en (deel-)resultaat.
  • Geef vooraf duidelijke informatie over het beoordelingsproces en hoe de individuele bijdrage daarin wordt beoordeeld. Voor de docent is het van belang om duidelijkheid te krijgen over het aandeel van iedere student bij het eindresultaat. Voor studenten is het van belang om te worden ‘afgerekend’ op hun bijdrage aan het proces enop wat zij daadwerkelijk hebben gepresteerd.
  • Zorg bij de eindbeoordeling voor een combinatie van self-assessment, peer assessment, evaluatie vanuit de praktijk en docent-beoordeling, waarbij de laatste het meeste gewicht heeft in het eindcijfer.

Gepubliceerd door  Programma Blended Learning 24 juni 2024