Onderwijs- en Innovatieplein

Hoe?

Hoe geef ik activerend onderwijs?

Onderstaand stappenplan helpt je vorm te geven aan jouw activerende onderwijs. In het stappenplan staan tips en suggesties om jouw studenten te activeren.

Voorafgaand aan de bijeenkomst (asynchroon)

  • Laat studenten een foto maken, een artikel, een social mediapost zoeken over het onderwerp en laat dit inleveren in Brightspace.
  • Laat studenten een online quiz maken om te peilen wat studenten al weten.

Tijdens de bijeenkomst (synchroon)

  • Wek aan het begin van de sessie de interesse en nieuwsgierigheid van de student over dit onderwerp op. Doe dit met een controversiële uitspraak, een ‘real-world’ voorbeeld, iets uit het recente nieuws…
  • Bespreek de voorbereiding met een poll met stellingen op basis van de antwoorden van de studenten.
  • Verzamel de voorkennis van studenten over het onderwerp via een (online) brainstorm. Het geeft je ook een goed idee van waar je studenten staan.
  • Besteed aandacht in de les aan metacognitieve vaardigheden. Door modelling geef je als docent aan waar studenten nu staan op basis van hun voorkennis en waar ze zouden moeten zijn aan het einde van de les.
  • Besteed aandacht in de les aan regulatieve vaardigheden. Relateer hetgeen wat behandeld gaat worden in de les aan het grotere geheel (waarvoor moet een student dit leren in het werkveld)

Voorafgaand aan de bijeenkomst (asynchroon)

  • Laat studenten een kennisclip bekijken met daarin vragen en opdrachten.
  • Geef verwerkingsopdrachten in Brightspace bij een artikel, podcast of video

Tijdens een bijeenkomst (synchroon)

  • Sneeuwballen, als je een te grote groep hebt om iedereen in een interactieve discussie te betrekken: geef de studenten een probleem en wat tijd om individueel na te denken en een oplossing op te schrijven. Laat ze daarna in twee-/drietallen hun antwoorden vergelijken, maak daarna vier-/zestallen. Laat één student van het groepje plenair terugkoppelen wat er besproken is. Geef duidelijke instructies en een tijdsindicatie mee.
  • Gebruik dezelfde quiz of dezelfde opdracht aan het begin (of tijdens de voorbereiding) en aan het einde van het college. Zo krijgen studenten meteen de feedback dat ze iets nieuws hebben geleerd.

​​​​​​Voorafgaand aan de bijeenkomst (asynchroon)

  • Laat studenten in een online discussiefora (bv in Brightspace of MS-teams) op basis van stellingen samen hun kennis verdiepen. Wijs de rol van moderator toe aan een student die de discussie modereert en vragen die blijven liggen doorstuurt naar de docent.
  • Laat studenten tentamenvragen verzinnen over het onderwerp inclusief kernwoorden voor de beoordeling.
  • Laat studenten gezamenlijk een mindmap maken van de kennis in de module (voorbeeld met Microsoft Whiteboard).

Tijdens een bijeenkomst (synchroon)

  • Maak gebruik van chunking bij het geven van informatie en theorie.
  • Verander elke 4-6 min de input, jij bent als docent niet de entertainer. Stel bijv. vragen aan studenten, laat hen iets voorbereiden, maak gebruik van gastsprekers of filmpjes.

Voorafgaand aan de bijeenkomst (asynchroon)

  • Laat studenten in tweetallen hun nieuw vaardigheid filmen en elkaar feedback geven.
  • Laat studenten individueel opdrachten maken en elkaar daarna peer-feedback geven aan de hand van de beoordelingsrubric voor de module.
  • Geef uitgewerkt voorbeelden nadat een student een opdracht heeft ingeleverd zodat hij zijn eigen werk kan controleren.

Tijdens een (online) bijeenkomst (synchroon)

  • Organiseer in elke les de gelegenheid voor studenten om contact te maken, om vragen te stellen, ideeën te opperen. Duurt een (online) les bijv. 50 minuten, stel dan 10 minuten daarvan beschikbaar voor het ‘echte’ contact.
  • Geef tijdens de bijeenkomst een demonstratie of praktijkvoorbeeld waarin de complexiteit van de werkpraktijk helder wordt. Laat studenten hun nieuwe kennis toepassen om een oplossing voor het praktijkprobleem of een uitwerking van een opdracht maken.
  • Maak gebruik van individuele en groepspraktijkopdrachten of simulaties, geef vooraf expliciete instructie, zodat studenten deze goed begrijpen, voordat zij deze uitwerken. Geef daarbij de verwachtingen van de uitwerking van opdrachten.
  • Laat studenten in groepjes elkaar helpen en van feedback voor zien aan hand van de rubric.
  • Maak gebruik van activerende werkvormen om de opdrachten uit te werken, zie Activitool.
  • Bespreek de uitwerking van de opdrachten, zodat er een verbinding tussen de leeractiviteiten ontstaat.
  • Bied gestructureerde begeleiding aan zowel individuele als groepen studenten en geef veel narratieve feedback gedurende het leerproces.

Voorafgaand aan de bijeenkomst (asynchroon)

  • Laat studenten op basis van hun gemaakte opdrachten een compilatie samenstellen waarin ze hun leerproces visueel laten zien.
  • laat studenten iemand uit het werkveld interviewen en laat hen beschrijven hoe zij zichzelf zien ten opzichte van dit voorbeeld.

Tijdens een (online) bijeenkomst (synchroon)

  • Ondersteun het conceptuele denken door studenten vaak vragen te stellen, die studenten uitdagen: kennis op te zoeken en hun eigen kennis te onderzoeken. Maak gebruik van technieken als vragen stellen en het organiseren van reflectie-activiteiten.
  • Geef een praktijkvoorbeeld en vraag studenten in een poll in hoeverre zij zich competent voelen bij dit praktijkvoorbeeld. Vraag een aantal studenten toe te lichten hoe ze zouden handelen en vraag een paar studenten te reageren waar eventueel nog twijfels zitten.
  • Laat studenten in groepjes (break-out rooms) discussiëren over hun leerproces. Elke student geeft zijn medestudent feedback wat er goed gaat en wat nog verbeterd kan worden, gebruik hierbij een rubric of beoordelingscriteria voor de module.
  • Eindig je les met dezelfde vragen als waarmee je de les begint, zo krijgen studenten direct feedback dat ze iets nieuws geleerd hebben.
  • Sluit de les af met een korte terugkoppeling en vooruitblik naar de volgende les.

  • Bied waar mogelijk keuzemogelijkheden in leeractiviteiten en opdrachten, zodat kan worden aangesloten op eigen interesse en behoefte.
  • Ontwikkel door studenten geleide discussiegroepen, eis dat studenten reageren op discussiebijdragen door bijvoorbeeld studenten bij naam te vragen om te reageren, moedig het innemen van verschillende standpunten in discussies aan.
  • Stel jezelf de volgende vragen:
    • Hoe reageer ik wanneer studenten niet voorbereid zijn? En weet ik ook wat de redenen daarvan zijn?
    • Wat doe ik proactief om te voorkomen dat studenten onvoorbereid komen?
    • Wat doe ik om studenten het belang van hun voorbereiding te laten inzien of te laten ervaren?
    • Weet ik welke uitdagingen studenten tegenkomen bij hun voorbereiding en wat doe ik om studenten daarbij te ondersteunen?
    • Wat doe ik om studenten te ondersteunen in hun rol als actieve participant in plaats van in hun rol van passieve consument?

  • Ontwerp samenwerkingsactiviteiten zoals probleemoplossende opdrachten, kleine groepsdiscussies.
  • Ondersteun het conceptuele denken door studenten vaak vragen te stellen die studenten uitdagen: kennis op te zoeken en hun eigen kennis te onderzoeken. Maak gebruik van technieken als vragen stellen en het organiseren van reflectie-activiteiten.
  • Integreer quizzen, polls, online vragen, whiteboards en ‘toetsvormen’, zowel in je les als vooraf, om meedenken te stimuleren.
  • Zorg dat studenten tijdens het onderwijs voldoende kunnen oefenen met de toetsvorm(en). Dit kan door voorbeeldvragen te geven, of studenten zelf vragen te laten maken en/of elkaar daar feedback op geven. Door een oefenopgave te maken als student kun je nagaan je of de student de leerstof voldoende begrepen hebt.
  • Gebruik leeractiviteiten waarbij je met (digitale) tools goed verbinding met de student kunt maken passend bij de oefening of opdracht.

Gepubliceerd door  Programma Blended Learning 2 april 2024