Kenniscentrum Onderwijs en Opvoeding

Portret Melanie

Portretten en voorbeelden van teacher leaders

Melanie werkt 3 ½ dag als leerkracht in groep 8 op een basisschool in Den Haag. Naast leerkracht is ze binnen de school ook daltoncoördinator. In die rol ondersteunt ze nieuwe collega’s onder andere door rolmodel te zijn en te laten zien hoe ze zelf de daltonaanpak in haar lessen verwerkt.

Daarnaast is ze een halve dag per week onderzoeksdocent binnen haar stichting waar ze zich bezighoudt met de vraag of het haalbaar is om een tienercollege voor 10 tot 14jarigen op te zetten. Voor de Onderwijscoöperatie deed ze afgelopen jaar onderzoek naar het LerarenOntwikkelFonds. Tenslotte is ze in het kader van Curriculum.nu betrokken bij de curriculumgroep rond Burgerschap.

Melanie herkent zich in het begrip teacher leader. Voor haar is een teacher leader iemand die initiatief toont, die bezig is met haar eigen ontwikkeling en die zelf en met haar school verder wil groeien. Ze wordt in haar school ook wel zo gezien, als iemand met vernieuwende ideeën en ze wordt daar ook op aangesproken.

Essentiële kwaliteiten die ze daarbij inzet zijn zelfinzicht, een sterk verantwoordelijkheidsgevoel, een kritische houding ten aanzien van zichzelf en anderen, en het vermogen om samen te werken.

Ze probeert invloed uit te oefenen op collega’s, maar dat is soms moeilijk. “Ik kom vaak met ideeën waar vaak wel een start mee gemaakt wordt, en waarvan de directeur zegt ‘daar kunnen we wel wat mee’ maar die in de uitvoering vaak weer inzakken. Collega’s komen naar mij toe als daltoncoördinator met de vraag of ik eens bij hen in de klas wil kijken. Maar ik merk soms ook dat ik wat verder ben dan collega’s. Ik probeer anderen mee te nemen en te inspireren, door te vertellen over dingen waar ik mee bezig ben, op social media, op bijeenkomsten en door materialen te verspreiden. Maar als ik merk dat ze er niks mee doen, dan haak ik ook af. Dan voel ik me soms een roepende in de woestijn. Dan krijg ik wel eens als reactie ‘Daar heb je haar weer met haar veel te ambitieuze ideeën’. Ze willen vaak wel, maar ja ‘druk druk’. Dan steek ik liever mijn tijd in collega’s met wie ik wel kan sparren.”

De kwaliteiten die ze inzet heeft ze deels ontwikkeld door het gewoon te doen, maar de masteropleiding die ze gevolgd heeft (MEBIT) speelde daar ook een belangrijke rol in. “Ik was te bescheiden. Door de masteropleiding ben ik mijn eigen kracht meer gaan zien en heb meer zelfvertrouwen ontwikkeld. Ik weet nu wat ik kan en ben me daardoor meer gaan profileren binnen het bestuur en ook wel binnen mijn school.”

“Met het curriculum.nu zijn we met iets heel moois bezig. Ik hoop dat wat wij opleveren ook opgepakt wordt, al blijft er maar een klein beetje van over. Ik probeer anderen daarin mee te nemen, door materialen te delen, producten te verspreiden. Maar binnen mijn school is er heel weinig kennis over curriculumontwikkeling. Ook over mijn onderzoek naar het LOF weten veel van mijn collega’s niks. Op mijn school zijn er 4 of 5 anderen die er net zo inzitten als ik. De rest is vooral volger. We zoeken elkaar op en hebben het er over welke kant het met de school op moet (of welke kant wij zelf uitgaan). Met vier daarvan zitten we in de werkgroep Beleid en Vernieuwing. Eigenlijk zou je ons vieren moeten opsplitsen. Dat is een gemiste kans. Je moet dan wel goed kijken wie je bij ons zet: nieuwe frisse mensen die misschien nog onzeker zijn, en ervaren mensen die graag willen. Zij zouden de nieuwe leaders moeten worden. Ik zet daar nog te weinig op in.

Door alles wat ik erbij doe, voelt school een beetje als bijbaan, alsof ik dat erbij doe. Daardoor voel ik ook minder urgentie om collega’s mee te nemen. Ik kies dan voor plekken en rollen waar ik mezelf kan ontwikkelen. Ik heb eigenlijk anderhalf jaar geleden al mentaal afscheid genomen van mijn school.
Melanie is ervan overtuigd dat ze met de dingen die ze doet ook effect heeft op leerlingen. “Ze zien dat je niet voor 1 ding hoeft te kiezen en dat je moet gaan voor je eigen ontwikkeling. Daardoor kan ik dingen met energie blijven doen. Dat zien leerlingen ook.”

Dat ik de mogelijkheid krijg om alles te doen wat ik doe vind ik erg stimulerend. Mijn directeur geeft me alle ruimte om me te ontwikkelen en te doen wat ik wil doen. Ze ziet wat de waarde is voor mij, al ziet ze niet altijd de waarde voor de school. Maar er zijn ook belemmerende factoren: collega’s die niet in beweging komen, het feit dat er bij de schoolleiding visie ontbreekt, waardoor er niet doorgepakt wordt op ontwikkelingen. En ik zit mezelf soms wel eens in de weg, als ik in alle dingen die ik doe het overzicht kwijt ben, ben ik niet productief meer.

Gepubliceerd door  Kenniscentrum Onderwijs en Opvoeding Teacher leadership 6 mei 2019