HvA Bibliotheek
Auteursrecht tijdens je studie
Voor studenten
Tijdens je studie aan de HvA krijg je te maken met auteursrecht. Denk bijvoorbeeld aan het gebruik van afbeeldingen in werkstukken of scripties, of bij het publiceren van je eigen scriptie. Maar ook octrooirechten of tekeningen- en modellenrechten. Wat zijn jouw rechten en hoe respecteer je die van anderen? Hier vind je antwoord op die vragen.
Op deze pagina:
Auteursrecht van een ander: Citeren
Het auteursrecht berust bij de maker van een werk. Dit betekent dat je onderdelen uit het werk van een ander niet zomaar in je scriptie of een paper mag gebruiken. De citaten moeten in de context van je verhandeling passen en je moet de gebruikte bronnen vermelden. Citeren zonder bronvermelding heet plagiaat en is strafbaar.
De HvA heeft regels en gebruiken over plagiaat
waaraan je je moet houden als je een werkstuk, paper of essay schrijft.
Lees meer over het voorkomen van plagiaat
.
De regels voor citeren gelden ook voor het overnemen van een afbeelding of foto. Je mag een beeld overnemen om het te bespreken (met bronvermelding) maar gebruik als versiering of verminken van de afbeelding is niet toegestaan. Deze kennisclip legt uit hoe je op een goede manier afbeeldingen kunt gebruiken.
Bronvermelding
De manier waarop je naar bronnen verwijst, is afhankelijk van je opleiding. Elk vakgebied schrijft een bepaalde referentie- of citatiestijl voor. De meest gebruikte stijl aan de HvA is de APA-stijl, van de American Psychological Association. Vraag bij twijfel aan je docent welke stijl je moet gebruiken.
Citatietools
Het handmatig aanpassen van referenties in een bepaalde citatiestijl, bijvoorbeeld APA, vereist nauwkeurigheid en kan veel tijd kosten. Een citatietool, ook wel Citation Management-programma, kan je veel werk uit handen nemen. Programma’s als Mendeley, Zotero en Endnote hebben een Word plug-in waarmee je citaties en bronnenlijsten gemakkelijk in elke gewenste stijl in je tekst kunt invoegen. Van Mendeley en Zotero bestaan gratis versies.
Werk van jezelf: recht op éigen werk
Wanneer je een scriptie of paper schrijft, ben je de maker en heb je het auteursrecht. Je hoeft niets te doen om je werk auteursrechtelijk te beschermen.
Intellectueel eigendom in praktijkopdrachten
Alle Nederlandse hogescholen hebben samengewerkt aan het Richtsnoer Intellectueel Eigendom tussen student en instelling (verder: het Richtsnoer), dat ziet op de verhouding tussen het onderwijs en de student rond Intellectuele Eigendomsrechten (IER). Wie is wanneer eigenaar van Intellectuele Eigendomsrechten? Uitgangspunt is dat de student de IER heeft, maar er zijn uitzonderingen en aandachtspunten.
Een stagebedrijf zal de resultaten van een stage of opdracht willen gebruiken. Hetzelfde geldt als jij als student intensief deelneemt aan een onderzoek. Je wordt dan waarschijnlijk gevraagd de IER in een contract over te dragen. Tegelijkertijd zullen jij en/of je opleiding deze resultaten moeten kunnen gebruiken voor een verslag, een accreditatie of de HvA Kennisbank. Over het algemeen kom je hier wel uit met je opdrachtgever en opleiding.
Is dat niet het geval, dan staat in het Richtsnoer: Voor praktijkopdrachten geldt dat als een student het IER níet wil overdragen, de opleiding een inspanningsverplichting heeft om samen met die student te zoeken naar een gelijkwaardig alternatief, waarbij student dezelfde leeruitkomsten kan realiseren zonder zijn IER over te hoeven dragen.
AuteursrechtInformatiePunt (AIP)
Deze pagina is onderdeel van het AuteursrechtInformatiePunt van de HvA. Daarin staan ook antwoorden op vragen van docenten en onderzoekers.
Meer weten over jouw rechten en het respecteren van andermans rechten? Lees dan ook de Regeling Intellectueel eigendom en kennisvalorisatie en het Richtsnoer Intellectueel Eigendom tussen student en instelling.