Dynamiek van Forensische Sporen

Van schotresten en minimale DNA-sporen tot minuscule glasdeeltjes of vezels. Dankzij nieuwe analysemethoden zijn tegenwoordig zelfs de kleinste sporen waarneembaar die bij een misdrijf achterblijven of door de dader worden meegenomen. Wat vertellen deze minimale, vaak moeilijk te vinden sporen, over wat er precies is gebeurd? Die vraag staat centraal in onderzoek van het lectoraat Dynamiek van Forensische Sporen.

Partijen die betrokken zijn bij het strafrechtelijk onderzoek stellen steeds vaker vragen over de betekenis van aangetroffen sporen. Hoe en op welk tijdstip zijn ze bijvoorbeeld ontstaan? En waarom ontbreken ze in sommige gevallen? Deze vragen zijn relevant in een vroeg stadium van het onderzoek, wanneer de politie en het Openbaar Ministerie beslissen welke scenario’s nader moeten worden onderzocht. Maar ook op latere momenten, zoals wanneer de rechtbank een besluit moet nemen over de betekenis van forensische sporen bij de beoordeling of de verdachte schuldig is aan het misdrijf. Het beantwoorden van dergelijke vragen vraagt om kennis over de dynamiek van deze sporen.

Andere strategieën en eisen

De opkomst van methoden voor analyse van minimale sporen heeft ook consequenties voor het werk van de Forensische Opsporing van de Politie. Zo zal kennis over het ‘gedrag’ van sporen leiden tot nieuwe manieren en strategieën om sporen te vinden en te bemonsteren. Maar denk ook aan andere eisen ten aanzien van de wijze van verpakken en het vervoer van sporendragers, en de documentatie van het werkproces. De dynamiek van sporen houdt tenslotte niet op na de delictshandeling. Sporen kunnen daarna nog worden toegevoegd, verplaatst, of verwijderd. Kennis van het onderzoeksproces en het aanscherpen daarvan is dan ook cruciaal om vragen over de handelingen die de sporen hebben veroorzaakt te kunnen beantwoorden.

Het lectoraat Dynamiek van Forensische sporen van de Hogeschool van Amsterdam (HvA) onderzoekt wat forensische sporen over handelingen kunnen vertellen. De politie, het Openbaar Ministerie, de advocatuur en de rechtbank kan ze dankzij de inzichten die dit oplevert optimaal inzetten bij het nemen van beslissingen.

De lector

Bas Kokshoorn is Principal Scientist bij het Nederlands Forensisch Instituut (NFI) en forensisch deskundige op het gebied van humane biologische sporen. Daarnaast is hij bijzonder lector aan de Hogeschool van Amsterdam. Kokshoorn verbindt kennis over het forensisch zaakonderzoek, waarmee hij ruime ervaring heeft, met onderzoek en onderwijs.

Onderwijs

Studenten zijn binnen Dynamiek van Forensische Sporen bij diverse projecten als onderzoekers betrokken, bijvoorbeeld via afstudeerstages. Samen met de onderzoekers van het lectoraat bouwen zij aan een stevige kennisbasis over de dynamiek van forensische sporen. De samenwerking vindt met name plaats in het derde en vierde jaar van de opleiding, in de zogenaamde afstudeerlabs. Studenten studeren hierin geclusterd af rondom onderzoeksvragen. Dit gebeurt onder meer in het BioTechLab. Daarnaast verzorgt het lectoraat onderwijs in de vorm van hoor- en werkcolleges in het curriculum van de opleiding Forensisch Onderzoek.

Partners

Het lectoraat Dynamiek van Forensische Sporen werkt samen met de hele strafrechtketen - van de tactische en forensische recherche, en forensische onderzoekers tot het Openbaar Ministerie en de Zittende Magistratuur. Het Nederlands Forensisch Instituut, de Politieacademie en andere kennisinstellingen zijn belangrijke partners. Het lectoraat maakt deel uit van het Co van Ledden Hulsebosch Centrum (CLHC). Het CLHC is een interdisciplinair expertisecentrum voor forensisch en medisch-wetenschappelijk onderzoek in Amsterdam.

Gepubliceerd door  Kenniscentrum Techniek 23 november 2023

  dr. B. Kokshoorn (Bas)

Lector Dynamiek van Forensische Sporen

b.kokshoorn@hva.nl
Bekijk profiel