Aanleiding

Elektrisch rijden staat aan de vooravond van een schaalsprong. Vanaf 2030 wil de Nederlandse overheid alleen nog maar nieuwe auto’s op de markt toelaten die elektrisch zijn. Er worden diverse Greendeals gesloten over Zero Emission stadslogistiek en autodelen. En de gemeente Amsterdam wil in 2025 alleen nog maar elektrische taxi’s laten rijden. Maar ook op de tweedehands automarkt zien we verschuivingen; steeds meer particulieren stappen over naar een elektrische personenauto.

Kortom, het aantal elektrische voertuigen – en daarmee de behoefte aan elektriciteit - zal de komende jaren explosief toenemen. Bovendien neemt het aantal gebruikersgroepen toe, elk met eigen behoeften ten aanzien van laadtijdstip, -locatie en -snelheid. Particulieren laden hun auto bijvoorbeeld vaak net voor de ochtend- en avondspits, maar taxichauffeurs doen dat verspreid over de dag en het liefst aan de snellader, want tijd is geld.

De huidige laadinfrastructuur kan niet aan al die wensen voldoen. Gemeenten (verantwoordelijk voor publieke laadpunten), laadexploitanten, energiebedrijven en netbeheerders staan voor de grote uitdaging om deze schaalsprong op tijd te faciliteren met voldoende laadinfrastructuur. Dat brengt grote investeringen en risico’s met zich mee. Om de juiste keuzes te kunnen maken voor de toekomst hebben zij behoefte aan inzicht in het gebruik van de huidige laadinfrastructuur door bestaande gebruikers, maar vooral ook inzicht in de veranderende laadbehoeften en knelpunten in het systeem. En natuurlijk oplossingen.

Daarom start de Hogeschool van Amsterdam (HvA) samen met 18 projectpartners een vierjarig onderzoeksproject naar de laadinfrastructuur van de toekomst. Met als hoofdvraag:

Hoe kan de toekomstige laadbehoefte voor elektrische voertuigen in een snel groeiende markt met nieuwe gebruikersgroepen goed worden ingevuld? Ofwel, waar, wanneer en wat voor type laadinfrastructuur is nodig?

Gepubliceerd door  Urban Technology 15 november 2022