Hoe leer je jongeren discussieren over moeilijke thema's?

Stapsgewijs je onderbouwing formuleren met cartoons

25 jun 2024 10:04 | Kenniscentrum Onderwijs en Opvoeding

Hoe stimuleer je leerlingen in het voortgezet onderwijs kritisch te denken over maatschappelijke thema’s zoals duurzaamheid, vaccinatie of genetische modificatie? Het zijn onderwerpen waarover gemakkelijk ongefundeerde meningen worden verspreid want hoe kan je alles weten? Toch lenen juist deze thema’s zich goed om een onderbouwde mening te vormen omdat er een wetenschappelijk element in zit. Patricia Kruit, onderzoeker bij Lectoraat Didactiek van de Bètavakken en Burgerschapsonderwijs, onderzocht samen met lectoren Bert Bredeweg en Hessel Nieuwelink in hoeverre het mogelijk is een tool te maken waardoor leerlingen op een laagdrempelige manier leren discussiëren over deze ingewikkelde onderwerpen en hoe ze stapsgewijs hun eigen onderbouwing leren formuleren. Die tool? Cartoons!

In een eerder project (Controversiële onderwerpen in de klas) merkte Patricia dat docenten het lastig vinden om een discussie in de klas te voeren als ze zelf niet veel over het onderwerp weten. Patricia: “Docenten zijn ook wat huiverig geworden voor (extreme) reacties naarmate het onderwerp gevoeliger ligt. Daarnaast zie ik in de media dat bij discussies veel mensen wel allerlei meningen hebben, maar dit vaak niet goed kunnen onderbouwen. Dat heeft deels te maken met gebrek aan kennis, maar ook omdat men het niet nodig vindt of niet goed in staat is een mening te onderbouwen. Het leek mij dus belangrijk om leerlingen te leren argumenteren aan de hand van feitelijke kennis. We doen dat met onderwerpen die nu belangrijk zijn in de maatschappij, zoals vaccinatie en klimaat. Dan zijn ze straks in staat zelfstandig beslissingen te nemen en laten ze zich niet zo makkelijk beïnvloeden door social media en vage influencers.”

Een poppetje met een mening

Het idee komt van Naylor en Keogh die in de jaren 80 deze cartoons voor hun eigen natuurkunde onderwijs maakten. Het hielp studenten om te leren nadenken en praten over natuurwetenschappelijke fenomenen. “Het aardige is dat het relatief simpel is: een plaatje met daaromheen getekende poppetjes die elk een verklaring geven voor dat fenomeen. Voor leerlingen blijkt het een veilige manier te zijn om erover te discussiëren. Immers het poppetje doet de uitspraak. Ook hoeven ze niet zelf meteen met argumenten te komen. Dat is best lastig als je zelf nog niet veel van het onderwerp weet.”

Laagdrempelige methode

Patricia koos stellingen waarvan bekend is dat het de meest voorkomende misconcepten over die onderwerpen zijn. “Zoals bij vaccinatie dat bijvoorbeeld de bijwerkingen erger zijn dan de ziekte die het voorkomt. Of dat er allerlei gifstoffen in het vaccin zitten. De leerlingen lezen de stelling en de poppetjes eromheen geven elk een ander argument. De leerlingen moeten er dan eentje kiezen waarmee zij het eens zijn en moeten dan elkaar proberen te overtuigen van hun keuze. Argumenteren dus. Dit blijkt een heel laagdrempelige manier te zijn. Ook omdat ze in groepjes zitten. Ze hoeven hun mening niet met de hele klas te delen; dat verlaagt de drempel voor leerlingen enorm.”

Het onderzoek bestaat uit twee fasen en loopt nu twee jaar. In de ontwerpstudie deden 14 klassen mee, zowel in basis- als voortgezet onderwijs. In de effectstudie deden 22 klassen mee, allemaal onderbouw voortgezet onderwijs. Een belangrijke conclusie is dat leerlingen daadwerkelijk leren argumenteren en kennis opdoen. Ze leren hoe wetenschap werkt door de lessen met het didactische instrument. “We merken dat leerlingen het leuk vinden om zo te werken. Ook zagen we dat docenten het eenvoudig inzetbaar vonden.”

Meer informatie

Via de website conceptcartoons.nl kunnen docenten de docentenhandleiding en het leerlingwerkblad downloaden. De toets is op te vragen is bij Patricia Kruit via p.m.kruit@hva.nl