Het effect van speciale aanrechtbakjes op afvalscheiding
Hoe zorg je dat mensen in de grote stad hun afval gaan scheiden?
Bij de HvA werken we samen met organisaties en bedrijven aan de grote maatschappelijke onderwerpen van nu en morgen: duurzaamheid, digitalisering en diversiteit. Dat klinkt mooi en dat is ook mooi. Maar wat betekent dat nu heel concreet?
Welke keuzes maken mensen als het gaat om het scheiden van hun afval? En belangrijker, wat zou je kunnen doen om dat gedrag positief te beïnvloeden? Dat zijn de vragen waar in het project BASSTA antwoorden op worden gezocht. Allereerst ligt het gedrag van mensen onder het vergrootglas. Krispijn Faddegon is een van de gedragsonderzoekers in het project. “We onderzoeken met name het onderbewuste gedrag van mensen. Wat is van invloed op de keuzes voor het wel of niet scheiden van afval,” legt hij uit.
Afvaldagboek
De basis daarvoor is een zogeheten dagboekstudie. Deelnemers aan het onderzoek krijgen over een bepaalde periode opdrachten en moeten daar in een dagboek verslag van doen. “We willen in kaart brengen hoe de keuken van mensen er uit ziet en welke gewoontes mensen hebben als het gaat om afval scheiden. Hierdoor kun je zien op welke momenten het fout gaat.” legt Faddegon uit. “Dit doen we met opdrachten waarin deelnemers beschrijven wat ze met hun afval hebben gedaan. Maar ze moeten ook kennisvragen beantwoorden om te laten zien of ze weten waar ze met bepaalde soorten afval terecht kunnen.”
Pauline Mast heeft in haar bacheloropleiding Product Design een belangrijke bijdrage geleverd aan de totstandkoming van de dagboekstudie: “De studie is opgebouwd uit verschillende opdrachten. Bijvoorbeeld: teken een plattegrond van je keuken en geef daarop aan waar je afvalbakken zitten. Ik heb een aantal van die opdrachten in de dagboekstudie ontworpen.”
Floor Kuiper is beleidsadviseur Afval & Grondstoffen bij de Gemeente Amsterdam. “Wat wij merken is dat we op het zelfde afvalscheidingspercentage blijven zitten. Mensen vinden duurzaamheid en het milieu belangrijk, maar daadwerkelijk het afval gescheiden aanbieden en zo een bijdrage leveren aan het behoud van grondstoffen, blijkt in de praktijk weerbarstig. Afval scheiden zit niet in je automatische gewoontegedrag; als je daar iets in wilt aanpassen moet je daar in eerste instantie even moeite voor doen. Dat maakt het lastig om verandering aan te brengen in je eigen afvalgedrag.”
Afval scheiden: waar laat je het?
Met name in de midden- en hoogbouw – in Amsterdam goed voor zo’n tachtig procent van de woningen – is het vraagstuk rond afvalscheiding hardnekkig. “Afval scheiden in een klein appartement is gewoon lastiger. Als je een eengezinswoning met een tuin hebt, heb je vaak ook een achterom. Dan heb je een rolcontainer in je tuin staan wat afval scheiden makkelijk maakt. Dat hebben veel Amsterdammers niet.”
En dus moet er gezocht worden naar andere oplossingen. In de dagboekstudie wordt op een speelse manier in kaart gebracht welke keuzes mensen maken. Het ontwerp van de opdrachten speelt daarin een belangrijke rol. “Er zijn in het ontwerp veel manieren om mensen aan te sporen tot het uitvoeren van de opdracht,” vertelt Mast. “Kleurgebruik, vormen, lettertype, je kunt daar heel veel mee spelen.” Die vrijheid heeft ze als student ook gehad. “Dat vond ik heel fijn. Dat ik echt ben vrijgelaten om mijn invulling aan de opdrachten te geven.”
De opdrachten die Pauline Mast heeft ontworpen bieden het onderzoek van Faddegon interessante informatie. “We willen daarin hebben onderzocht wat de gewoontes zijn van mensen en wat hun motivaties zijn om juist wel of juist niet hun afval te scheiden. Op basis daarvan kunnen we gaan kijken op welke manier we dat gedrag kunnen beïnvloeden. Het zou mooi zijn als we aan het eind van het project een aantal goede interventies kunnen ontwikkelen waar gemeentes mee aan de slag kunnen.”
Duwtje in de juiste richting
Veel gemeentes hebben al programma’s lopen om het gedrag van mensen een zetje in de juiste richting te geven, vertelt Kuiper: “Het gaat er om dat je de weerstand voor afvalscheiding zoveel mogelijk wegneemt. Wij bieden bewoners bijvoorbeeld een speciaal aanrechtbakje met papieren zakjes om het organische keukenafval makkelijker naar de container te brengen. We zorgen dat papiercontainers een grotere inwerpopening hebben voor karton. Op die manier verlaag je de drempels.”
Toch hoopt Kuiper dat uit het BASSTA-project nog een paar nieuwe ideeën gaan komen waar de gemeente mee aan de slag kan. “Het zou mooi zijn als we duidelijker in kaart kunnen brengen op welke momenten je het gedrag van mensen de “goede” kant op kan begeleiden en welke middelen of stimulansen je daar dan voor kunt gebruiken.”
Ik vind het heel tof dat we op zo'n speelse manier iets bij gaan dragen aan het verduurzamen van de stad.
De samenwerking met de HvA geeft Kuiper en haar collega’s daar alle ruimte toe. “Het is heel prettig dat het om praktijkgericht onderzoek gaat. We maken ook gebruik van kennis uit wetenschappelijk onderzoek, maar dat soort onderzoekstrajecten heeft vaak een lange doorlooptijd. We werken zelf met experimenten in de praktijk, dat betekent dat we als organisatie ook een “hands-on” mentaliteit hebben. Daarom is de samenwerking met de HvA voor ons heel prettig.”
Voor Pauline Mast is het onderzoeksproject vooral een kans geweest om zich inhoudelijk te verbreden. “Ik ben zelf ontwerper, maar ik heb de kans gekregen om met verschillende disciplines samen te werken. Ik ben gekoppeld aan studenten Toegepaste Psychologie bijvoorbeeld, dat vond ik heel interessant, omdat je die inzichten ook weer in je eigen werk toepast. Ik vind het bovendien heel tof dat we op zo’n speelse manier iets bij gaan dragen aan het verduurzamen van de stad.