Leer-kracht in Living Labs
Van je comfortzone naar je magic zone
16 jan 2025 14:45 | Kenniscentrum Maatschappij en RechtLabs en rijke leeromgevingen zijn populair in het hoger onderwijs. Maar leren studenten hier inderdaad meer of wat anders dan in de klas? Linda van Ooijen, senior onderzoeker bij het lectoraat HERI (Higher Education, Research and Innovation), onderzocht in haar Comenius Senior Fellow Project hoe leren in labs het beste werkt. Tijdens het event Studentleren in Living Labs op 28 januari vertellen zij en haar collega’s hier meer over. Nu alvast een interview.
Wat is het idee achter labs en rijke leeromgevingen?
‘Het idee van een lab is dat studenten hier kunnen oefenen als professional door, samen met mensen uit de praktijk, te werken aan authentieke vraagstukken of opdrachten. Vergeleken met droog oefenen met een papieren casus zou het leren in een lab voor studenten rijker en leuker zijn. Ook voor docenten en professionals zou het meerwaarde hebben. Maar in de praktijk is een lab vaak óf vooral een leeromgeving voor studenten óf vooral een innovatiehub voor een bedrijf. In mijn onderzoek zag ik dat labs, zoals de Buurtcampus of Buurtverbinding, vooral een functie in de wijk hadden en dat de functie voor de studenten daaruit volgt.’
Wat kwam je in dit onderzoek tegen?
‘In mijn Comenius Senior Fellow Project “Scaffolding Students’ Professional Development” lag de nadruk op het leren van studenten in labs. In labs kan het wrijving geven als praktijkpartners en opleidingen verschillende dingen van studenten vragen die niet direct te verenigen zijn. De opleiding vraagt bijvoorbeeld dat de studenten een verslag inleveren van wat ze in het lab gedaan hebben en de praktijkpartners in het lab willen dat studenten hun tijd in het lab gebruiken om in gesprek te gaan met hen, andere partners of bewoners. Studenten ervaren tijdsdruk en gaan in het lab aan hun in te leveren verslagen zitten. Hier zie je dat de professionele praktijk in het lab, de pedagogische praktijk van het doen van leerzame activiteiten in het lab en de opdrachten waar studenten op beoordeeld worden niet harmonieus samengaan. Maar als het lukt om los te komen van dit onderscheid tussen onderwijs en praktijk, en als het lukt om het gedeelde doel centraal te stellen in ieders doen en laten, kunnen er een samenwerking en leerproces ontstaan met een rijkheid die studenten en docenten binnen de muren van een leslokaal niet met elkaar kunnen creëren.’
Veel studenten, maar zeker ook docenten, worden in een lab uit hun comfortzone geduwd of getrokken door wat er gevraagd wordt aan interactie en zelfregulatie.
Hoe hebben jullie dit in de labs toegepast?
‘Een voorbeeld is dat uit het voorbereidend werk duidelijk werd dat veel studenten, maar zeker ook docenten, in een lab als leeromgeving uit hun comfortzone geduwd of getrokken worden door wat er gevraagd wordt aan interactie en zelfregulatie. Dat betekent dat de begeleiding naast de inhoud ook moet gaan over het relationele van de samenwerking met docenten, praktijkpartners en anderen. Dat verdient minstens even veel aandacht.’
Hoe besteed je in een lab aandacht aan die samenwerking?
‘Mensen kunnen alleen iets leren in een stretch zone als ze kunnen vertrekken uit en terugkeren naar een comfortzone. Als die er niet is, wordt het te spannend en komt er van leren weinig terecht. Als die comfortzone er wel is, wordt de stretch zone een magic zone. Deze concepten hielpen mij om samen met studenten een gedeeld begrip te krijgen van het leerproces waar we samen mee bezig waren en om hen uit te leggen waarom je iets zou doen wat je niet goed durft of waar je onzeker over bent. Het hielp ook bij het reguleren en het léren reguleren van de emoties die het oproept. Het is een mindset en werkwijze die ultrakort samengevat kan worden als “holding space voor de personen en de leerprocessen”.’
28 januari a.s. is het event Studentleren in Living Labs. Wat kun je hier verwachten?
‘Hier laat ik zien wat ik de afgelopen jaren geleerd heb over hoe je studenten comfortzones en magic zones kan bieden in een lab, zodat zij zoveel mogelijk aandacht en energie kunnen steken in hoe zij in het lab iets kunnen doen wat van betekenis is voor de mensen voor wie ze dat doen en voor henzelf. In die volgorde. Want wat het voor studenten betekent, wat zij er van kunnen leren komt voort uit wat het betekent voor de ander. Mijn verhaal wordt gevolgd door een panelgesprek met leden van labteams van Buurtcampus, Buurtverbinding en het LivingLab Goed Leven van Hogeschool Windesheim. Annemarie Hulst-Waal zal dit gesprek modereren. Vervolgens vertelt Marieke Veltman van Hogeschool Windesheim over háár onderzoek naar living labs, met een focus op docentstrategieën in het werken met complexe praktijkvraagstukken. Mijn lector Didi Griffioen sluit af met een blik op de toekomst met vervolgonderzoek. Kortom: je wordt bijgepraat over wat we weten over studentleren in living labs, wat daarbij komt kijken en hoe je dat doelgericht vorm kan geven. Met expliciete aandacht voor de samenwerking tussen studenten, docenten, praktijkpartners en andere betrokkenen. Iedereen met interesse is van harte welkom!’