Kenniscentrum Maatschappij en Recht

Eelco van Wijk nieuwe associate lector Bestuurspraktijken

3 sep 2024 15:02 | Kenniscentrum Maatschappij en Recht

Eelco van Wijk is de nieuwe associate lector Bestuurspraktijken. Hij is bestuurssocioloog en promoveert op het lokale bestuur van prostitutie, kijkend naar de rollen van sekswerkers en welzijnswerkers tot politieagenten en klanten. In zijn nieuwe functie maakt hij met deze praktijkenbenadering inzichtelijk waar uitvoerenden van overheidsbeleid tegenaan lopen als ze moeten samenwerken met andere partijen.

Wat ga je doen binnen het lectoraat Coördinatie Grootstedelijke Vraagstukken?

Binnen ons lectoraat proberen we om stedelijke problemen, waarin samenwerkingsdynamieken een belangrijke rol spelen, te onderzoeken en aan te pakken. Associate lector Julie Ferguson onderzoekt daarbinnen de netwerksamenwerking tussen de grote, institutionele partijen. Aanvullend daarop is mijn onderzoeksopdracht om te onderzoeken wat voor consequenties die complexe samenwerkingsdynamieken hebben voor allerlei beleidsmakende en uitvoerende professionals binnen de gemeente, woningcoöperaties en andere formele en informele organisaties.

Waar lopen zij tegenaan?

Om het enigszins gechargeerd uit te leggen: vroeger moesten zij hun taken vooral netjes, conform hun opdracht, uitvoeren en verantwoorden volgens bureaucratische principes. In de jaren negentig, het Thatcher-tijdperk, nam het marktdenken bezit van de publieke sector en de maatschappij in brede zin. Beleidsuitvoering werd niet alleen meer beoordeeld op juistheid, maar in toenemende mate op hoeveel geld iets kostte en of het wel efficiënt genoeg was. Inmiddels schijnen we in een tijdperk te zijn beland van new public governance. De overheid wil vooral samenwerken met burgers, bedrijven, het maatschappelijk middenveld, met iedereen eigenlijk. Volgens mij doen we vaak ten onrechte alsof het om een opeenvolging van deze sturingsmechanismen gaat. Als je echter goed kijkt naar wat er van uitvoerende professionals wordt gevraagd, dan moeten ze nog steeds aan allerlei bureaucratische eisen voldoen, wordt er nog steeds van hen gevraagd om efficiënt en transparant te werken en moeten ze ook nog eens met iedereen afstemmen en samenwerken. Het is een opeenstapeling, geen opvolging. De consequenties van die opeenstapeling ga ik onderzoeken binnen mijn onderzoekslijn. En dat ik dat wil bekijken vanuit een ‘praktijkenbenadering’ als een alternatief voor, of eigenlijk een verdieping op, een ‘praktijkbenadering’.

Inmiddels schijnen we in een tijdperk te zijn beland van new public governance. De overheid wil vooral samenwerken met burgers, bedrijven, het maatschappelijk middenveld, met iedereen eigenlijk.

Wat is een prakijkenbenadering?

Volgens Practice Theories kun je de wereld het beste begrijpen als een veelheid van allerlei naast elkaar bestaande en met elkaar interacterende praktijken. Een praktijk is dan een relatief afgebakende manier van denken en doen van een bepaalde groep mensen. Voor mijn promotieonderzoek doe ik bijvoorbeeld onderzoek naar prostitutie. Daar kijk ik hoe de verschillende praktijken van sekswerkers, klanten, bordeelhouders, welzijnswerkers, politieagenten en beleidsmakers bij elkaar opgeteld leiden tot ‘het bestuur’ van de ‘praktijk’ prostitutie. Ik vind het interessant wanneer verschillende praktijken met elk hun eigen logica, manieren van kijken, denken en doen, met elkaar botsen, en wat voor nieuws er uit die botsingen ontstaat.

Hoe pas je dat toe in je huidige onderzoek?

Ik doe nu onder meer onderzoek naar de rol van parkmanagers op bedrijventerreinen rondom ondermijning – een bedekte term voor georganiseerde criminaliteit. Met een diverse groep mensen van ondernemers, parkmanagers, beveiligers en gemeenteambtenaren, kijken we hoe we hun aanpak kunnen verbeteren. Wij brengen al die spelers samen en laten ze met elkaar praten om zo inzicht te krijgen in elkaars praktijken en zo een nieuwe gezamenlijke manieren van werken te ontwikkelen. Zo hopen we ze te laten zien dat ze zich in elkaars wereld moeten verdiepen om hun gezamenlijke probleem ook echt gezamenlijk te kunnen aanpakken, maar ook wat de grenzen daarvan zijn. Een ondernemer moet geen politieagent gaan spelen bijvoorbeeld. Wat we daarbij zien, is dat die veelheid van praktijken alleen al lastig is, maar dat die diversiteit van sturingsmechanismen – bureaucratie, markt, governance – het nóg complexer maakt. Dat vind ik fascinerend!

Zo’n praktijkenbenadering laat zien dat een samenwerking niet altijd stroef verloopt vanwege tegenstrijdige belangen, macht of capaciteit, maar ook door verschillende wereldbeelden, verschillende ideeën over wat ‘goed’ is of de beste oplossing.

Wat vind je precies zo fascinerend?

Zo’n praktijkenbenadering laat zien dat een samenwerking niet altijd stroef verloopt vanwege tegenstrijdige belangen, macht of capaciteit, maar ook door verschillende wereldbeelden, verschillende ideeën over wat ‘goed’ is of de beste oplossing. Alleen spelen die opvattingen vaak onbewust een rol, waardoor we hun invloed nog onvoldoende (onder)kennen. Een ieder ziet zijn of haar eigen praktijk als vanzelfsprekend. Beter zicht op die vaak onuitgesproken aannames kan laten zien hoe die stapeling van sturingsmechanismen voor samenwerkende praktijken elk op een andere manier uitpakt. Ik denk dat we als lectoraat met onze combinatie van onderzoekslijnen echt iets toevoegen aan het begrip en de aanpak van problemen waarbij een veelheid van partijen betrokken zijn. Daarmee kunnen en moeten we ook ons onderwijs in bijvoorbeeld de bachelor Bestuurskunde en Master Urban Management verrijken.

Associate lector

De nieuwe ‘associate lector’ positie sluit aan bij een bredere vraag binnen de Hogeschool van Amsterdam om de impact van praktijkgericht onderzoek te vergroten en lectoraten meer body te geven. Daarnaast is de toevoeging van deze positie een verrijking van carrièremogelijkheden bij de hogeschool. De associate lector komt overeen met een hogeschool hoofddocent met het accent op onderzoek. Een associate lector is onderdeel van een bestaand lectoraat en heeft een trekkersrol bij een ontwikkeling in dat lectoraat.