Schuldig genieten: vol klimaatambivalentie de zomer in
Onderzoeker Marije van Gent over klimaatambivalentie
1 jul 2024 16:09 | Kenniscentrum Maatschappij en RechtNu de zomervakantie in zicht is, staan veel mensen weer voor dilemma’s die met het klimaat te maken hebben. Wel of niet vliegen? Wel of geen vlees op de barbecue? Onderzoeker Marije van Gent van de Hogeschool van Amsterdam promoveert op deze zogenaamde ‘klimaatambivalentie’ en publiceerde hier recent een belangwekkende academische studie over in de Journal of Environmental Psychology. ‘Klimaatambivalentie is niet zwak of hypocriet, het hoort bij het veranderen van je gedrag.’
Een man en een vrouw lopen met hun hond naar het midden van een parkeerplaats. Even kijken ze elkaar aan voor ze allebei een andere kant oprennen. De hond blijft staan, kijkt de vrouw na, dan de man en dan weer de vrouw. Vervolgens begint hij rondjes te draaien om zijn as, niet wetende wie van zijn baasjes hij moet volgen. Met dit filmpje illustreert onderzoeker Marije van Gent, promovenda bij het lectoraat Psychologie voor een Duurzame Stad van de Hogeschool van Amsterdam en de Wageningen Universiteit, het begrip klimaatambivalentie. Op LinkedIn kreeg ze er honderden reacties op. Veel mensen herkennen zich in het hondje; ze willen best duurzame keuzes maken, maar ze willen óók een mooie reis maken of eten waar ze zin in hebben. In een grootschalige literatuurstudie zocht Marije van Gent uit wat er precies gebeurt als mensen zo ambivalent zijn.
Wat is klimaatambivalentie?
‘In de literatuur wordt ambivalentie omschreven als het fenomeen dat je tegelijkertijd positieve en negatieve evaluaties ervaart. Je kunt bijvoorbeeld vlees heel lekker vinden en het tegelijkertijd vervelend vinden dat er zo veel CO2 -uitstoot bij komt kijken. Als je je niet bewust bent van de spanning daartussen, noemen we dat objectieve ambivalentie. Op het moment dat je je bewust wordt van die tegenstrijdigheid, spreken we van subjectieve ambivalentie. Subjectieve ambivalentie geeft een onprettig gevoel, het schuurt.’
Driekwart van de Nederlanders maakt zich zorgen over het klimaat, maar we leven in een samenleving die consumptie aanmoedigt. Als individu moet je steeds morele afwegingen maken in een context die tegenwerkt.
Wat doen mensen als ze zich ambivalent voelen?
‘Eigenlijk doen ze hetzelfde als het hondje in het filmpje. Die staat stil, omdat hij niet meer weet wat hij moet doen. Dat gebeurt ook als mensen zich ambivalent voelen. Je denkt, er klopt iets niet, ik vind twee verschillende dingen tegelijkertijd. Je verlamt en blijft stilstaan. Ale je milieuonvriendelijk gedrag wilt uitvoeren en je doet niets, is dat goed voor het klimaat. Dan boek je bijvoorbeeld geen vliegreis. Maar voor klimaatvriendelijk gedrag, werkt die ambivalentie juist tegen. Als je in de winkel komt en je bent ambivalent over een vegetarische burger, denk je misschien: ik weet niet wat lekker is en of gezond. Dan koop je maar weer vlees. Je moet voorbij dat punt. Dit is als het ware de eerste ronde.’
Wat gebeurt er daarna?
‘Als je dat schurende gevoel vaak tegenkomt, ontstaat er chronische ambivalentie. Iedere keer als je vliegt, voel je je rottig. Dat is een prikkel om in beweging te komen. Je zoekt informatie of kijkt om je heen wat andere mensen doen. In deze fase staan mensen ook open voor beïnvloeding. Voor beleidsmakers is het goed om te weten dat ze kunnen inspelen op die ambivalentie over klimaatonvriendelijk gedrag. Minder handig is het om te proberen om de ambivalentie over milieuvriendelijk gedrag te verkleinen. Beleidsmakers kunnen dus beter niet alleen maar vegaburgers aanbieden, maar ook het schuldgevoel over hamburgers vergroten.’
Veel mensen hebben het idee dat het geen zin heeft als ze iets voor het milieu doen, omdat ze als individu nauwelijks impact hebben op de klimaatcrisis.
‘Ja, dat is ook ingewikkeld. Driekwart van de Nederlanders maakt zich zorgen over het klimaat, maar we leven in een samenleving die consumptie aanmoedigt. Als individu moet je elke keer een morele afweging maken in een context die eerder tegenwerkt. Je kunt er moedeloos van worden als je zelf je best doet voor het klimaat, terwijl de nieuwe regering duurzaamheid niet op de agenda zet. Daar komt nog bij dat ons brein niet goed is uitgerust om keuzes op de lange termijn te maken. Duurzaamheid staat niet op nummer één als je haast hebt en in de supermarkt eten wilt kopen. We voelen ook geen acuut gevaar van de klimaatcrisis. Idealiter hoeven individuen daarom niet voortdurend zelf die moeilijke keuze te maken, maar heb je een samenleving waarin alles toekomstbestendig is. Ik denk echter wel dat we de ambivalentie van die driekwart Nederlanders nodig hebben om de samenleving als geheel te veranderen.’
Heb je zelf ook weleens last van klimaatambivalentie?
‘O ja, ik herken de worsteling. Ik heb vroeger veel gereisd en ik heb een poosje in het buitenland gewoond. Die nieuwsgierigheid naar andere culturen en het ontdekken van de wereld maakten een groot deel uit van mijn identiteit. Ik vond het ingewikkeld om te bepalen hoe dat deel van mijn identiteit zich verhoudt tot het deel van mijn identiteit dat al meer besefte dat er een klimaatcrisis gaande is en dat ook ik moet veranderen. Toen ik met mijn onderzoek begon, stoorde ik me eraan dat ik zo ambivalent was. Alsof ik niet radicaal genoeg was. Zo reageren sommige mensen ook op social media; die noemen het zwak of hypocriet. Maar mensen zijn gewoon niet consistent. Ik denk dat het belangrijk is om te kunnen zeggen: “Ik voel me hier ambivalent over en eigenlijk is dat een rotgevoel. Wat moet ik hier nu mee?” Ik vind het belangrijk om daar mild over te zijn. De enige manier om je ambivalentie op te lossen is namelijk door het gevoel van ambivalentie toe te laten en met mildheid te kijken naar jezelf en de ander, in plaats van te oordelen.’