‘Dit is hoe de toekomst eruit zou kunnen zien’
HvA onderzoekt natuurinclusief bouwen op de Floriade
11 jul 2022 09:00 | Kenniscentrum TechniekVoor het project Natuurinclusieve Gebiedsontwikkeling doet de Hogeschool van Amsterdam (HvA) momenteel onderzoek op de Floriade in Almere. Wat houdt dit onderzoek in? En wat levert het op? Gideon Spanjar, senior onderzoeker van het HvA-lectoraat Bouwtransformatie en lector bij Aeres Hogeschool, geeft een rondleiding op locatie. ‘Dit is waar we naartoe moeten als we de biodiversiteit willen behouden en stedelijke gebieden klimaatvriendelijk willen inrichten.’
Wie aankomt op de Floriade, staat direct oog in oog met de kleurrijke gevel van Aeres Hogeschool, die volledig is bedekt met bloemen en planten. Groen, geel, oranje, roze en paars wisselen elkaar af, bijen verzamelen zich rond de insectenhotels. Het gebouw vormt een prachtige entree naar de wereldtuinbouwtentoonstelling, die eens in de tien jaar plaatsvindt. Deze editie is het thema Growing Green Cities en zijn er allerlei oplossingen te zien die steden groener, gezonder en duurzamer kunnen maken. Zo staat het terrein vol innovatieve constructies van biobased materialen zoals mycelium, hennep en vlas.
Daarmee is de Floriade volgens Spanjar de perfecte plek voor het onderzoeksproject Natuurinclusieve Gebiedsontwikkeling, waarvoor de HvA samenwerkt met Aeres Hogeschool, Hogeschool Van Hall Larenstein, Hogeschool Avans en het werkveld. ‘De verstedelijking speelt een belangrijke rol bij de klimaatverandering, de afname van biodiversiteit en de uitstoot van broeikasgassen’, zegt Spanjar. ‘Deze negatieve gevolgen zijn te beperken door natuurinclusieve gebiedsontwikkeling, waarbij de natuur de ruimte krijgt en biobased bouwmaterialen worden gebruikt. Precies zoals op de Floriade is gedaan. Dit is waar we naartoe moeten als we de biodiversiteit willen behouden en stedelijke gebieden klimaatbestendig willen inrichten. Op dit moment vindt natuurinclusieve gebiedsontwikkeling alleen op kleine schaal plaats, waardoor de impact beperkt is. De vraag is dus of we de innovaties die hier te vinden zijn kunnen opschalen en ze kunnen toepassen bij gebiedsontwikkeling. Dat is de uitdaging waar we in dit onderzoeksproject voor staan.’
Eerst groen, dan bouwen
Het onderzoek naar de opschaling van natuurinclusieve gebiedsontwikkeling bestaat uit meerdere onderzoekslijnen. Een daarvan richt zich op de governance, ofwel de wijze van besturen en samenwerken. Welke nieuwe partijen zijn aan tafel nodig om natuurinclusief bouwen mogelijk te maken? ‘Dat onderdeel is niet eenvoudig’, zegt Spanjar. ‘Vergroenen komt altijd als laatst aan bod bij het plannen van gebiedsontwikkeling – als er al een budget is. Het liefst zouden we het natuurlijk andersom doen, door ermee te beginnen. Dat is dan ook wat er straks gebeurt op het terrein van de Floriade.’ Hij gebaart om zich heen. Na afloop van de tentoonstelling wordt hier een nieuwe woonwijk gebouwd: De Hortus. De huidige indeling van het terrein, dat bestaat uit een groenblauw raamwerk van bomenrijen, water, bos en natuurvriendelijke oevers, blijft behouden. De ruime kavels er tussenin worden bebouwd. Het groen vormt dus de basisstructuur, pas daarna volgen de bouwplannen.
Neuro-architectuur
In de twee andere onderzoekslijnen staat het gebruik van biobased materialen en het vergroenen bij gebiedsontwikkeling centraal. Spanjar: ‘We onderzoeken hoe je materialen van biomassa als grondstof en inheemse beplanting kunt toepassen in gevels van gebouwen en in de buitenruimte, en wat de vereisten daarvoor zijn. Ook gaan we na hoe ze bijdragen aan de klimaatbestendigheid van gebieden en de leefkwaliteit.’ Voor dat laatste aspect – de invloed van biobased bouwmaterialen en vergroening op leefkwaliteit – doet Spanjar vandaag veldwerk op de Floriade. Samen met collega Federica Colombo, onderzoeker bij de HvA, bekijkt hij welke innovaties op de tentoonstelling geschikt zijn voor de testen in laboratoriumsetting die later dit jaar gepland staan.
Het doel van deze testen is om de beleving en waardering van biobased materialen en vergroening te meten. Dat gebeurt aan de hand van eye-tracking-technologie, een methode uit de neuro-architectuur. Dit vakgebied maakt gebruik van diverse technologieën en theorieën uit de neurologie om meer inzicht te krijgen in de manier waarop mensen architectuur beleven en waarderen. ‘Als we door een straat lopen, zijn we onbewust altijd bezig de situatie te lezen’, legt Spanjar uit. ‘We nemen informatie in ons op, analyseren die en passen op basis daarvan ons gedrag aan. Dat gaat soms razendsnel. Met een eye-tracking-bril kunnen we dat kijkgedrag analyseren, bijvoorbeeld door na te gaan waar iemand naar kijkt, hoe lang, en hoe de blik is verdeeld over de omgeving. Zo zijn er allerlei indicatoren die inzicht geven in het stressniveau en mate van informatieverwerking.’
Gevel van mycelium
Tijdens de wandeling over de Floriade zoeken Spanjar en Colombo naar innovaties die bruikbaar zijn voor hun onderzoek. Colombo legt ondertussen uit hoe ze te werk gaan bij hun metingen. ‘We leggen foto’s van biobased materialen en groene elementen op een beeldscherm voor aan proefpersonen. Met een eye-tracker analyseren we de visuele beleving en waardering. Die vergelijken we met de beleving en waardering van gebouwen die bestaan uit traditionele bouwmaterialen, zoals baksteen en beton. Zo willen we nagaan of er een verschil in oogpatronen waarneembaar is bij beide type constructies.’
Colombo en Spanjar blijven stilstaan bij The Growing Pavilion, een gebouw dat volledig bestaat uit biobased materialen. Vooral de gevel is een blikvanger. Die is gemaakt van mycelium: het netwerk van draden van een schimmel. Een kanshebber voor het onderzoek, vinden ze beiden. Na het maken van foto’s lopen de onderzoekers door, op zoek naar andere geschikte constructies. Even verderop staat de gezamenlijke Floriade-inzending van Almere en Amsterdam. De twee gemeenten hebben er letterlijk een deel van zichzelf in gestopt, want het gebouw bestaat onder meer uit Amsterdamse lisdodde en Almeerse vezelhennep. Colombo en Spanjar zijn het erover eens: ook dit is een potentiële kandidaat voor de eye-tracking-test.
Voordelen van natuurinclusief
Na afloop van de rondgang over de Floriade blikken de twee onderzoekers tevreden terug op de vorderingen die ze vandaag hebben gemaakt. Binnenkort kiezen en fotograferen ze de definitieve locaties voor het onderzoek. Daarna kunnen ze van start met de laboratoriumtest. Spanjar: ‘Het gaat om verkennend onderzoek, dus het is afwachten wat de resultaten laten zien. Maar stel dat biobased materialen en groene elementen hoger worden gewaardeerd, met meer belevingswaarde dan traditionele materialen, dan is dat natuurlijk positief. Naast het tegengaan van klimaatverandering en het beperken van verlies aan biodiversiteit is er dan nóg een reden om natuurinclusief te bouwen.’
Over het project
Natuurinclusieve Gebiedsontwikkeling is een van de projecten binnen het thema Designing Future Cities en is speerpunt van het Centre of Expertise City Net Zero. Het lectoraat Bouwtransformatie, het thema Circulair Bouwen en het lectoraat Water in en om de Stad werken hierin nauw met elkaar samen. Het project is mogelijk gemaakt dankzij een subsidie van Nationaal Regieorgaan Praktijkgericht Onderzoek SIA.
Building for well-being
De resultaten omtrent de beleving en waardering van biobased materialen en vergroening zijn in lijn met het neuro-architectuuronderzoek in het project Building for well-being. Hoe kunnen we met de aanpak van de woningbouwopgave ook het welzijn ofwel de ‘well-being’ van stedelingen versterken? Dat onderzoekt het HvA-lectoraat Bouwtransformatie onder leiding van lector Frank Suurenbroek samen met een consortium van 18 (praktijk)partners. Het onderzoek levert inzichten op waarmee de bouwwereld tot evidence-based ontwerpoplossingen kan komen voor het creëren van een aantrekkelijke woonomgeving in de snel verdichtende stad.