Kenniscentrum faculteit Digitale Media & Creatieve Industrie

Woon- of energiecoöperatie starten: dit zijn onmisbare stappen

HvA-onderzoekers kijken wat nodig is om 'commons' van de grond te krijgen

21 jun 2024 09:05 | Faculteit Digitale Media en Creatieve Industrie

Het woningtekort in Nederland blijft nijpend. Gemeenten zien daarom een toekomst weggelegd voor ‘commons’, oftewel wooncoöperaties gerund door burgers. Maar in de praktijk vraagt het vooralsnog enorm veel doorzettingsvermogen om deze coöperaties van de grond te krijgen. HvA-onderzoekers brachten in kaart welke stappen onmisbaar zijn hiervoor. Op 4 juli delen zij de resultaten tijdens een bijeenkomst in Amsterdam.

Een duurzame woongemeenschap oprichten, compleet met elektrische deelauto’s, gedeelde groene stroom en gezamenlijke moestuinen. Steeds meer burgers blijken geïnteresseerd in dit soort nieuwe woonvormen, die veel aandacht in het nieuws krijgen. Ook Nederlandse gemeenten zien een belangrijke toekomst weggelegd voor deze nieuwe coöperaties, een voorbeeld van wat ook wel de commons worden genoemd.

Huizenmarkt is om rendement gaan draaien

Dergelijke woon- en energiecollectieven bieden een toekomstbestendige oplossing midden in de wooncrisis. Dat zegt Martijn de Waal, HvA-lector Civic Interaction Design , die een aantal van deze projecten op de voet volgt."De wooncrisis in Nederland is mede ontstaan omdat wonen om bezit en rendement is gaan draaien, waardoor starters, lage en middeninkomens inmiddels lastig aan een woning komen."

Huis wordt sociale investering

"Deze coöperaties bieden een alternatief voor dat systeem. Bij zo’n commons zijn de leden gezamenlijk eigenaar, en zij huren weer van het collectief. Je kunt je appartement niet doorverkopen. Op deze manier blijft huisvesting ook betaalbaar op langere termijn. Een huis is zo niet een economische, maar vooral een sociale investering.”

Martijn de Waal, lector Civic Interaction Design

Keuken en wasmachines delen

Proactieve burgers en ontwerpers werken er hard aan om een aantal van deze nieuwe woonprojecten van de grond te krijgen. Wooncoöperatie De Warren op het Amsterdamse IJburg is vorig jaar geopend, na een lange periode van plannen en bouwen. Leden delen hier ruimtes voor zowel werk als ontmoeting, waaronder een gezamenlijke tuin, dakterras, en een ruimte met wasmachines.

In de Bijlmer is de Community Land Trust H-buurt actief; dat op dit moment werkt aan de oprichting van wooncooperatie House of Hope. Dat moet een coöperatief beheerd appartementencomplex worden, met een gemeenschappelijke keuken en cultureel centrum. Een van de doelen is om wonen in Amsterdam Zuidoost zo betaalbaar te houden voor de huidige bewoners, nu door gentrificatie de huizenprijzen en huren hard stijgen.


Knelpunten en onmisbare stappen

Voor al deze projecten is enorm veel doorzettingsvermogen nodig van alle betrokkenen. Aan de bouw gaat een moeizame zoektocht vooraf, van vergunningaanvragen, zoeken naar financiële ondersteuning, tot onderlinge strubbelingen. De Waal en zijn collega-onderzoekers weten uit alle case-studies inmiddels waar de knelpunten zitten en welke dilemma’s de ontwerpers en leden gaandeweg tegenkomen. Om hen te ondersteunen, en niet telkens opnieuw het wiel uit te vinden, hebben zij geïdentificeerd welke stappen onmisbaar zijn om een commons te vormen.

Essentiële stap: waarden uitspreken

Een van de belangrijkste stappen, essentieel voor het uiteindelijke slagen van een project, is dat alle leden hun motieven kenbaar maken. Welke waarden moeten volgens hen leidend zijn voor de coöperatie? Deze waarden moeten ook zo expliciet mogelijk gemaakt worden. “Stel je duurzaamheid voorop, en wat versta je daar precies onder, of vind je kostenbesparing ook wel belangrijk? Als de leden dit niet eerst expliciet maken, dan ontstaat later vaak onenigheid. Bijvoorbeeld bij een investering in zonnepanelen, of bij de inrichting van de collectieve ruimtes."

Artist impression van de Warren

Doorvertalen in ontwerp

Deze waarden moeten vertaald worden naar het ontwerp van het gebouw, maar ook naar de regels en de besturingsvorm. Bij deze fase spelen ontwerpers een belangrijke rol; want zij vertalen alle wensen naar het fysieke gebouw, en ook steeds vaker naar de digitale platforms die de toekomstige bewoners hierbij gaan gebruiken.

In deze fase moeten de leden en de ontwerpers zich buigen over een aantal dilemma’s, opgetekend door de onderzoekers. De meest voor de hand liggende is de mate van collectiviteit of transparantie versus privacy- bepalend voor hoe de ruimtes worden vormgegeven. Sommige leden willen ook alleen kunnen zijn, en niet overal anderen tegenkomen. Dat leidt tot allerlei keuzes- moeten de keukens of wasmachines bij elkaar komen of in individuele units te staan?

Technologie zorgt voor dilemma’s

Een ander punt dat vaak over het hoofd wordt gezien, is de technologie die burgers gaan gebruiken voor de coöperatie. Dat kan ook tot onderlinge moeilijkheden leiden, signaleert De Waal. Zijn onderzoeksteam onderzoekt dit aspect bij een aantal energiecollectieven en coöperaties rond autodelen in Nederland. Daarbij maken burgers vaak gebruik van technologische platform waarmee ze bijvoorbeeld auto’s kunnen reserveren.

De bestaande platforms ondersteunen weliswaar die functionaliteit goed, zo constateren de onderzoekers, maar bieden nog weinig functies om de leden van de gemeenschap beter met elkaar en de buurt te verbinden. De apps en platforms zijn vooral ontworpen voor individuele consumenten, en niet voor (leden van) een collectief dat zich wil inzetten voor een betere buurt.

De Warren , artist impression door Natrufied

Ontwerper schaakt op alle borden

De rol van ontwerpers om commons te laten slagen, is van groot belang, en die rol heeft betrekking op al deze gebieden. Die nieuwe rol bij coöperaties is erg complex, zegt De Waal. “Je moet op verschillende borden tegelijk schaken. Hoe richt je de tech-infrastructuur in, hoe neemt men beslissingen? Dit gaat dus over de traditionele grenzen van het beroep van vormgever of architect. Een architectenbureau als Space & Matter, een van de partners in dit project, loopt voorop in zo’n manier van werken. Eigenlijk zou het vormgeven van de commons een nieuw beroep kunnen worden.”

Samenleving onvoldoende hierop ingericht

De onderzoekers kijken tot slot ook naar de omgeving waar de coöperaties terechtkomen; de buurt, maar ook het bestaande systeem van regels, wetten en financiële instrumenten. Wat moet hieraan veranderen, willen commons slagen? Veel, signaleert De Waal.

“De bestaande manieren waarop de samenleving werkt, passen vaak niet op deze initiatieven. Voor wooncoöperaties is het bijvoorbeeld heel lastig om een hypotheek te krijgen, omdat hypotheken ontworpen zijn voor privé-personen en niet voor collectieven. In die zin kijken we ook hoe de samenleving anders ontworpen kan worden, op metaniveau, want op dit moment is het nog zeer ingewikkeld om een wooncoöperatie tot een succes te brengen."

En De Warren dan, een wooncoöperatie die zelfs internationaal als voorbeeld wordt gezien? “De Warren is een mooi voorbeeld dat het wel degelijk mogelijk is, met dank aan onder meer de enorme volhardingskracht.”

Over het onderzoek 'Charging the Commons'

Kom donderdag 4 juli naar het eindevent van het onderzoeksproject Charging the Commons op het Marineterrein in Amsterdam . In dit project werken de HvA-onderzoekers Martijn de Waal, Suzanna Tomor, Tara Karpinsiki en Micky van Zeijl van het HvA-lectoraat Civic Interaction Design bij verschillende commons-projecten samen met experts, zoals architecten, ontwerpers en maatschappelijk adviseurs. Met tools en inzichten uit zowel de wetenschappelijke literatuur als de praktijk helpen zij om deze burgerinitiatieven van de grond te krijgen. Het project is een samenwerking met de onderzoeksgroep Situated Art & Design van Avans Hogeschool.

Ook HvA-studenten zijn betrokken bij de onderzoeken naar commons en deelgemeenschappen. Vorig jaar hebben studenten bijvoorbeeld een aantal apps ontwikkeld voor zelfbouw-wooncoöperatie de Warren. Zoals een app om eten te delen, een app waarin je ziet wie wanneer huishoudelijke taken doet, en een app om de auto- en energieverbruik in te zien. Ook hebben ze voor een autodeel-gemeenschap apps ontwikkeld die niet alleen praktisch is, maar de community-leden ook in staat stelt om beter met elkaar en de buurt verbonden te raken.