Amsterdamse scholieren krijgen les over zeespiegelstijging
1 feb 2023 06:48 | Faculteit Digitale Media en Creatieve IndustrieHet is zeventig jaar geleden dat in Zeeland de Watersnoodramp plaatsvond. En hoewel de meeste Nederlanders ervan overtuigd zijn dat het zo ver niet meer zal komen, wordt het risico op overstromingen in Nederland groter nu de zeespiegel stijgt. Onderzoekers van de HvA hebben samen met het KNMI een lesmethode ontwikkeld om middelbare scholieren en ouders inzicht te bieden in zeespiegelstijging, en hen te laten nadenken over oplossingen. Het lespakket is de afgelopen maanden ingezet bij 140 leerlingen van het Vierde Gymnasium in Amsterdam.
Hoewel Nederland veel risico loopt op overstroming als gevolg van zeespiegelstijging, leeft dit onderwerp niet sterk onder burgers. Wetenschappers constateren al langer de hardnekkige ‘mythe van de droge voeten’: de overtuiging dat we hier dankzij de waterwerken toch wel droog zullen blijven.
Om meer bewustwording te creëren over zeespiegelstijging, zoekt het KNMI in samenwerking met de HvA naar nieuwe manieren om mensen hierover te bereiken. De lesmethode die voor het eerst is ingezet, genaamd ‘Kijk in de Zeespiegel’, is hier een voorbeeld van.
Kampioen waterwerken
Sabine Niederer, lector Visual Methodologies aan de HvA, is als hoofdonderzoeker betrokken bij de lesmethode. “We wilden zeespiegelstijging invoelbaar maken, en dan met name voor jongeren, aangezien zij, en de generaties na hen, met de gevolgen ervan te maken zullen krijgen. We weten uit onderzoek dat het helpt als je zo’n onderwerp betrekt op je eigen omgeving. Tegelijk moesten de opdrachten scholieren helpen om de dialoog erover aan te gaan met hun opvoeders. Want de oudere generatie is veelal opgegroeid met het idee dat Nederland kampioen waterwerken is.”
Juist omdat de impact van zeespiegelstijging moeilijk over te brengen is, hebben onderzoekers vanuit verschillende disciplines hun inzichten ingebracht en samengewerkt aan de lesmethode: namelijk gedragswetenschappers, vakdidactici aardrijkskunde, beeldonderzoekers, ontwerpers en klimaatdeskundigen.
Creatieve opdrachten
Het lesmateriaal besteedt aandacht zeespiegelstijging en de gevolgen voor de eigen omgeving, en biedt daarnaast een aantal creatieve werkvormen. In de aardrijkskundeles leren de derdeklassers allereerst de vier aanpassingsscenario’s van Deltares kennen. Deze scenario’s tonen hoe Nederland eruit komt te zien als de zeespiegel sterk is gestegen; ze variëren van het versterken van dijken en de kustlinie, tot het meebewegen met de zee.
Vervolgens maken de scholieren op basis van één van deze scenario’s een toekomstvisualisatie van hun eigen leefomgeving, door een foto van hun huis te uploaden, die ze met visuele effecten bewerken (bijvoorbeeld bruggen of zware regenval). Daarnaast schrijven de leerlingen in groepjes een verhaal over de toekomst, dat ze ook delen met hun (groot)ouders. Tot slot bedenken de leerlingen een creatief middel, of een podcast of verkeersbord, waarmee ze het gesprek aangaan met hun opvoeders en klasgenoten.
Reclamespotje voor oordopjes
Zes derde klassen van het Vierde Gymnasium (140 leerlingen) zijn de afgelopen maanden aan de slag gegaan met de opdrachten. Dat leverde veel originele verhalen en ontwerpen op. Eén groepje heeft als communicatiemiddel bijvoorbeeld een reclamespotje gemaakt voor oordopjes. Zij hadden zich verdiept in het scenario van versterking van de dijken, waarbij in de toekomst ook heel grote pompinstallaties het water richting zee pompen. Als je daarnaast woont, moet je goede oordopjes hebben, zo redeneerden de leerlingen.
“Met dat reclamespotje konden we heel concreet het gesprek aangaan”, zegt Tjerk Faber, die als aardrijkskundedocent op het Vierde Gymnasium de lesmethode heeft ingezet bij zijn leerlingen. Ook gezien: een reclamespotje voor een auto die ook in zee kan. Een ander groepje ontwierp een nog niet-bestaand verkeersbord, met de waarschuwing: kijk uit voor kerktoppen. "Heel visueel ook.”
“Waarom ik het zo leuk en belangrijk vind om dit te doen voor leerlingen, is dat het zo’n abstract onderwerp is”, legt aardrijkskundedocent Faber uit. “Wat betekent 2 meter zeespiegelstijging nou precies? Pas als je begrijpt wat de risico’s zijn, en wat dit concreet betekent voor jezelf en anderen, ben je meer bereid ernaar te handelen. Ik hoop dat leerlingen hierdoor inzien dat zeespiegelstijging nu al plaatsvindt en gevolgen heeft. Dat ze de urgentie meer gaan ervaren van wat we met z’n allen doen, en zich daarnaar gedragen.”
Geen doemverhaal, maar doenverhaal
Adwin Bosschaart, hoofddocent van de HvA-lerarenopleiding aardrijkskunde, heeft een grote rol gespeeld bij de totstandkoming van het lespakket. Hij benadrukt dat het niet om een doemverhaal gaat, maar een doenverhaal met een -n. “We willen leerlingen bewustmaken van de ernst, maar hen ook motiveren om na te denken over ce toekomst van Nederland. Grondgedachte daarachter is: als je leerlingen laat nadenken over dreigingen in de toekomst, dan moet je ze óók laten nadenken over mogelijke oplossingen. Het is balanceren tussen probleembesef, en grip op die toekomst. Daarom geven we leerlingen niet alleen inzichten mee, maar doen we ook een beroep op hun eigen verbeeldingskracht. De toekomst is niet iets wat je overkomt, maar iets waar je zelf een keuze in kunt maken.”
Pubers zetten ouders aan het denken
Doel van de lesmethode is ook echt om ouders te bereiken. “Volwassenen zitten meestal vast in hun gedachtes: zo zit het in elkaar. Het leuke van onderwijs is dat jonge mensen meer openstaan. En kinderen zijn misschien wél in staat om hun ouders aan het denken te zetten. Het is bekend dat volwassenen van denkbeelden veranderen, doordat hun (puber)kinderen onderwerpen aankaarten. We zijn dan ook benieuwd of dit andere gesprekken oplevert.”
Het wetenschapscommunicatieproject Kijk in de zeespiegel heeft subsidie ontvangen van de Nederlandse Wetenschapsagenda (NWA), een onderzoeksprogramma van de Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek (NWO).
Het wetenschapscommunicatieproject Kijk in de zeespiegel heeft subsidie ontvangen van de Nederlandse Wetenschapsagenda (NWA), een onderzoeksprogramma van de Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek (NWO).
Het lespakket is tot stand gekomen dankzij:
Sabine Niederer, Lector Visual Methodologies
Adwin Bosschaart, onderzoeker en hoofddocent opleiding Leraar Aardrijkskunde
Marloes Geboers, onderzoeker lectoraat Visual Methodologies
Reint-Jan Renes, lector Psychologie van een Duurzame Stad
Loes Kreemers, onderzoeker lectoraat Psychologie van een Duurzame Stad
Sophie Postma, onderzoeker lectoraat Psychologie van een Duurzame Stad
Ingeborg Tiemessen, lerarenopleider Aardrijkskunde
Carlo De Gaetano, ontwerper en onderzoeker lectoraat Visual Methodologies
Jannette Bessembinder, lector Klimaatgeletterdheid KNMI en HvA
Lisette Klok, onderzoeker lectoraat Klimaatbestendige stad
Tjerk Faber, docent aardrijkskunde bij het Vierde Gymnasium, Amsterdam
En verschillende klimaatdeskundigen van het KNMI
In februari gaan HvA-onderzoekers (lectoraat Psychologie voor een Duurzame Stad) meten of de lesmethode heeft geleid tot andere inzichten, en andere gesprekken thuis. Dit doen zij door gesprekken te voeren met leerlingen en hun ouders. Ook wordt een nameting gehouden, een enquête die alle leerlingen invullen.
Uit de nulmeting, die aan het begin is gehouden, kwam in ieder geval duidelijk de ‘mythe van de droge voeten’ naar voren. Leerlingen dachten dat zeespiegelstijging niet hun eigen omgeving zou treffen. Aardrijkskundedocent Tjerk Faber herkent dit ook uit gesprekken in de klas: leerlingen denken niet dat hun eigen generatie al met de gevolgen te maken krijgt. Tjerk, met een veelzeggende lach: “Wat mijn opa en oma ook dachten, zeg maar.”