Centre for Economic Transformation | CET
LEESTIP: Netto Positief, door Paul Polman en Andrew Winston
Hoe je een succesvol en duurzaam bedrijf bouwt: door meer te geven dan te nemen.
Boekreview door Willem van Winden, Lector Urban Economic Innovation.
Overheden kunnen nog zoveel klimaatakkoorden ondertekenen, uiteindelijk is het cruciaal dat het mondiale bedrijfsleven stopt met vervuilen, uitstoten, en uitbuiten. Maar hoe kan dat lukken? Paul Polman was jarenlang de CEO van Unilever, een van de grootste producenten van consumentengoederen. Hij maakte naam als ‘duurzame’ CEO, gericht op het verminderen van CO2-uitstoot en het verbeteren van arbeidsomstandigheden in fabrieken. Ga er maar aanstaan: een bedrijf met 150.000 medewerkers in 190 landen, dat meer dan 400 merken verkoopt. Op de homepage van Unilever staat: “Our brands are on a mission to create a better planet and society”.
Netto positief
In zijn boek vertelt Polman hoe hij van Unilever een ‘netto positief’ bedrijf wilde maken. Dat gaat een paar stappen verder dan niet vervuilen, geen CO2 uitstoten, en alle werknemers genoeg betalen. Het is: zorgen voor diversiteit in de topfuncties, bijdragen aan lokale gemeenschappen waar het bedrijf actief is, afdwingen dat ook de toeleveranciers duurzaam en sociaal werken (en ze helpen om die transitie te maken). En nog groter: het meebouwen aan recycling-faciliteiten in landen waar die niet bestaan. Het regenereren van beschadigde natuurlijke ecosystemen, bestrijden van armoede en achterstanden wereldwijd.
Samenwerken met NGO's
Trots schrijft Polman over de goede relatie die hij opbouwde met NGOs die zich sterk maken voor mensenrechten, eerlijk loon of mileu, en hoe hij als enige CEO aan tafel zat bij de totstandkoming van de UN Sustainable Development Goals (SDGs). De gedachte erachter: een wereldbedrijf als Unilever kan alleen floreren in een wereld die ook floreert. Voor zo’n bedrijf willen mensen graag werken, en niet alleen voor het geld: je trekt de grootste talenten aan. En last but not least: zo’n bedrijf kan bovengemiddeld veel winst maken, zoals Unilever deed onder zijn leiding.
Het is indrukwekkend om te lezen welke prestatie Unilever in ongeveer 10 jaar tijd heeft geleverd onder Polmans leiding. Hij begon in de eigen fabrieken, die de omslag moesten maken naar duurzame energie en volledig afvalvrij werden gemaakt, en een fatsoenlijk salaris moesten betalen aan werknemers. Daarna was de keten aan de beurt: ook de toeleveranciers moesten netto positief produceren om nog zaken te kunnen doen met Unilever.
Zakendoen is problemen winstgevend oplossen
Wat wel opvalt is dat Polman steeds benadrukt dat netto positief ondernemen uiteindelijk leidt tot meer winst en omzet. Tot groei dus. Maar de grote vraag is of groei van consumptie niet juist het probleem is. Polman ziet het zo: “het doel van zakendoen is: problemen winstgevend op te lossen, en niet om winst te maken door problemen te veroorzaken of the exploiteren” (p 104, citaat van Clin Mayer). Je begint haast te geloven dat het echt mogelijk is dat het mondiale grootkapitaal gaat bijdragen aan een beter wereld. Veel bedrijven maken enorme stappen, aangezet door (jonge) werknemers en door financiële markten: grote investeerders en beleggers kijken inmiddels serieus hoe bedrijven scoren op ESG indicatoren (Environment, Social, en Governance) en stappen uit ‘fossiele’ aandelen.
De zwarte kant van het kapitalisme
Pas laat in het boek, in hoofstuk 8, schrijft Polman met veel inzicht en ervaring over de nadelen van het aandeelhouderskapitalisme: dat de korte termijn het vaak wint van de lange termijn, waardoor milieu en werknemers de dupe zijn; de terreur van de kwartaalcijfers die managers aanzetten tot onzalige ultra korte termijn-acties; de volledig ontspoorde beloningen van topmanagers; het grootscheeps terugkopen van eigen aandelen om de koers op te krikken (in plaats van de winst gebruiken om nuttige dingen mee te doen); de vele corruptieschandalen van de afgelopen decennia (met Enron als dieptepunt), de massale belastingontwijking, waardoor miljardenbedrijven bijna geen belasting afdragen, maar intussen wel profiteren van voorzieningen en infrastructuur; het uitbuiten van medewerkers in ontwikkelingslanden; de ontbossing in Indonesië door palmolieplantages; enzovoort. Polman zet zich er tegen af, neemt er afstand van. Hij begrijpt dat burgers de multinationals voor geen cent vertrouwen, en betoogt dat Unilever op al deze punten zijn verantwoordelijkheid neemt en ‘netto positief’ is. Ook noemt hij veelvuldig een aantal andere bedrijven die ook zo in de wedstrijd zitten: Patagonia, Ikea, Danone, maar vreemd genoeg ook Amazon, Apple, Google en Walmart.
Vragen die gesteld moeten worden
Al met al vond ik het een fascinerend boek om te lezen. Het boek laat zien dat er met goede wil, een sterke visie en goed leiderschap echt snel vooruitgang geboekt kan worden. En dat er, ondanks alle schandalen, al zo ontzettend veel gebeurt in het bedrijfsleven om de wereld schoner en eerlijker te maken. Toch zijn er ook nog veel vragen te stellen die Polman laat liggen:
-
Polman is positief (en vrij kritiekloos) over de snelle adoptie van ESG indicatoren (Environment, Social, and Governance) waarmee investeerders kunnen beoordelen hoe goed bedrijven het doen. Maar er wordt grootschalig groen gewassen, de data zijn nog lang niet op orde, en er zijn nog geen goede standaarden. Tariq Fance van BlackRock noemt ESG zelfs een ‘gevaarlijke placebo’, die afleidt van de echte oplossing: veel strenger overheidsbeleid.
-
Marketing. We consumeren te veel (in het Westen in elk geval), meer dan de aarde aankan en veel meer dan we nodig hebben. Unilever is goed in het actief oproepen van nieuwe ‘behoeften’ (bijvoorbeeld in Unilever’s Beauty en Personal Care-divisie), en daarmee nieuwe markten, wat leidt tot een gigantische overconsumpie van spullen waar niemand om gevraagd heeft. Waar is dat goed voor?
-
Digitalisering en big tech. Polman is weinig kritisch over de grote techbedrijven, en schrijft zelfs lovend over Amazon en Google die voor hun datacentres alleen nog maar groene stroom gebruiken. Maar we zien waar dat toe leidt in de Wieringermeer en Zeewolde, waar techbedrijven enorme stukken land volzetten met lelijke datadozen die de schaarse en (gesubsidieerde) groene stroom aftappen om Facebookpagina’s in de lucht te houden. Terwijl ze vrijwel geen belasting afdragen. Is dat dan duurzaam? En dan heb ik het nog niet gehad over de manier waarop Big Tech met onze data omgaat.
-
Ondanks witte raaf Unilever moet de vraag gesteld worden of het aandeelhouderskapitalisme in haar huidige vorm haalbaar is en bijft. In 2018 moest Polman het veld ruimen als CEO omdat Britse aandeelhouders niet wilden dat Unilever naar Rotterdam zou verhuizen. Met die verhuizing wilde Polman Unilever beter beschermen tegen vijandige overnames; in 2016 had Polman een overname door Kraft Heinz, een vrij agressieve Amerikaanse concurrent die heel wat minder op heeft met duurzaamheid en sociaal ondernemen, weten af te wenden. Dat laat toch zien hoe kwetsbaar het is. Inmiddels gaat het met de koers van Unilever al een tijdje niet zo goed, en dat leidt tot steeds sterkere kritiek van de aandeelhouders op de netto positieve ambities van het bedrijf. In januari 2022 zei een grote Britse aandeelhouder dat Unilever ‘de kluts kwijt’ is, en het bedrijf teveel geobsedeerd is door duurzaamheid.
Polman reflecteert op de vraag hoe netto positief ondernemen kan worden geborgd. Hij noemt het B-corp model (Benefit Corporation), waarin het bedrijf een declaration of independence opstelt om doelgericht (‘purpose driven’) te zijn en de onderneming te gebruiken als kracht ten goede. Unilever heeft onder Polmans leiding een aantal B-corps overgenomen. Maar wat was daarmee gebeurd als het bod van Kraft Heinz was gelukt?
Tot slot
Het zijn 384 pagina’s, je bent wel even bezig. En af en toe is de Nederlandse vertaling wat houterig. Als je het Engels goed beheerst, raad ik aan om de Englese versie te lezen. Maar al met al, wat mij betreft een must read voor iedereen die zich bezighoudt met economische transformatie.
Netto Positief: Hoe Moedige Bedrijven Excelleren Door Meer Te Geven Dan Te Nemen.
Geschreven door Paul Polman & Andrew Winston, uitgeverij Prometheus