Centre of Expertise Urban Vitality

Wij-zij denken diepgeworteld in Nederlandse maatschappij

Docent-onderzoeker Nadine Blankvoort doet promotieonderzoek naar Nederlandse inburgeringsprogramma’s

4 nov 2024 14:28 | Urban Vitality

Wit, modern, hardwerkend, Christelijk, sociaal en maatschappelijk betrokken. Zo wordt dé Nederlander neergezet in de huidige inburgeringsprogramma’s. Vluchtelingen en migranten worden geregeld weggezet als primitief, onbeschaafd en ‘anders’. Een koloniale, wij-zij manier van denken die diepgeworteld zit in onze maatschappij, aldus docent-onderzoeker Nadine Blankvoort van de Hogeschool van Amsterdam (HvA). Vanaf 2020 doet ze - met een NWO-beurs - promotieonderzoek naar de toonzetting en invloed van de Nederlandse inburgeringsprogramma’s. Deze tonen in haar ogen een eenzijdig beeld van onze maatschappij én geven een racistische boodschap af. Hoe zijn we tot deze programma’s gekomen? Welke normen en waarden klinken erin door? En, kan het anders?

Nadine Blankvoort

‘Of we te maken hebben met een asielcrisis?’ Nadine Blankvoort kijkt bedenkelijk. ‘We worden niet overspoeld door vluchtelingen en migranten. Dit zijn ideeën die ons worden voorgeschoteld door de media en het huidige kabinet. Wél hebben we een opvangcrisis. Sinds de laatste paar kabinetten investeren we minder in voldoende opvangplekken en medewerkers voor de afhandeling van asielaanvragen. Ook zijn er onvoldoende woningen. Daardoor loopt ons systeem vast.

Het huidige kabinet wilde onlangs een crisis uitroepen en een noodwet instellen. Vele experts zeggen dat dit wettelijk gezien niet kan en mag. Daarom zet het kabinet als alternatief nu in op heel strenge regels voor vluchtelingen en migranten. Familiehereniging mag bijvoorbeeld enkel onder strenge voorwaarden en waarschijnlijk pas wanneer iemand een inkomen en een woning heeft. Dit druist in tegen alle wettelijke afspraken die we met elkaar hebben in Europa. Ook als deze regels geen doorgang vinden is het kwaad helaas al geschied en is er een negatieve beeldvorming gerealiseerd rondom vluchtelingen en migranten.’

Ouderwets en koloniaal

Nadine Blankvoort is docent-onderzoeker bij het lectoraat Ergotherapie. Ze geeft les op de bacheloropleiding Ergotherapie en in de European Master of Science in Occupational Therapy. In 2020 startte ze haar promotieonderzoek naar de toonzetting van de Nederlandse inburgeringsprogramma’s en de manier waarop deze toonzetting onze ideeën over inburgering weergeeft en versterkt. ‘Welk systeem hebben we met elkaar gecreëerd rondom inburgering? Welke aannames zitten daarachter? En wat vinden we met elkaar normaal?

Wanneer je het integratiesysteem ontrafelt, zie je dat het grotendeels gestoeld is op wij-zij denken. In de huidige inburgeringsprogramma’s wordt dé Nederlander bijvoorbeeld op een ouderwetse, koloniale manier neergezet als ontwikkeld, hardwerkend en sociaal-maatschappelijk betrokken. Een vluchteling of migrant – ofwel dé ander - moet leren over onze normen en waarden, voordat hij/zij mee mag doen. Maar er bestaat niet één Nederlander. Onze samenleving is enorm divers. Dat we een ander testen voordat hij/zij deel mag nemen aan onze maatschappij is enorm kleinerend en werkt discriminatie in de hand.’

Wetenschap versterkt denkbeelden

In de afgelopen jaren deed Blankvoort onderzoek naar de beeldvorming en toonzetting in inburgeringsprogramma’s. ‘Ook onderzocht ik de manier waarop de overheid naar gemeenten communiceert rondom inburgering en integratie. De laatste 2 jaar analyseerde ik hoe de wetenschap het wij-zij denken versterkt door hun manier van onderzoek. Van beleidsmakers en universitair onderzoekers tot het Sociaal Planbureau. Ik las rapporten over migrantenfamilies en zag hoe hierin wederom wordt geschreven over de moderne manier waarop Nederlanders hun dagelijks leven vormgeven met bijvoorbeeld ‘geëmancipeerde’ vrouwen en de opvoeding van hun kinderen. In tegenstelling tot het beeld dat wordt geschetst van migrantenfamilies, bij wie vrouwen onderdrukt worden en kinderen minder bewust worden grootgebracht. Beide beelden zijn vertekenend en werken polariserend.’

Toetsen en categoriseren

Momenteel doet Blankvoort onderzoek naar de leerbaarheidstoets: een cognitieve test die alle vluchtelingen en migranten die moeten inburgeren, moeten afleggen voordat zij een inburgeringstraject kunnen starten. ‘Uit de test komt een score die een indicatie moet geven voor een verdeling over 3 categorieën: de taalniveau B1-route, de onderwijsroute – vaak voor jonge mensen die hier willen studeren - en de Z-route, waarbij de ‘Z’ staat voor zelfstandigheid. Het indelen van vluchtelingen en migranten in dergelijke categorieën veroorzaakt uniformiteit en vermindert diversiteit, terwijl de overheid in haar communicatie spreekt van maatwerk.

Wij onderzoeken hoe de leerbaarheidstoets werkt in de praktijk. Uit de test komt bijvoorbeeld een score aan de hand waarvan iemand moet worden ingedeeld in 1 van de 3 categorieën. In de praktijk beslist de klantmanager van de gemeente hier echter over. Hij/zij heeft ook te maken met zijn/haar eigen ideeën en aannames en neemt deze mee in zijn/haar beslissing. Denk aan aannames over gender, land van herkomst, of over de manier waarop iemand het dagelijks leven tot nu toe invult in Nederland. Ook een dergelijke test is dus niet objectief en werkt discriminatie in de hand. Daarbij geeft een cognitieve test niet per definitie weer hoe leerbaar iemand is. Onze vraag is dan ook: wat toets je nu eigenlijk? En waarom toets je op deze manier?'

Racisme normaliseren

De komende tijd werkt Blankvoort aan de afronding van haar laatste deelonderzoek over de leerbaarheidstoets. Wanneer alles volgens planning verloopt, promoveert ze in het najaar van 2025. ‘Met mijn proefschrift wil ik aantonen dat er een duidelijke wij-zij beeldvorming leeft in onze maatschappij. Niet alleen in onze inburgeringsprogramma’s, maar ook in boeken, onderwijs, beleid en wetenschap. Om degelijke beeldvorming tegen te gaan, ben ik aangesloten bij de Nederlandse Stichting Civic en de internationale onderzoeksgroep ‘Critical Reflexivities’ van IMISCOE . Ik wil een ander geluid laten horen, maar heb het politieke klimaat niet mee. Toch blijven we doorgaan. Ik wil voorkomen dat we racistische discours en beleid normaal gaan vinden.’