Centre of Expertise Urban Vitality

De stadsdocent: de onmisbare verbinder in de wijk (deel 2)

13 sep 2024 14:57 | Urban Vitality

Waarom lesgeven binnen de muren van een schoolgebouw, als je studenten in de wijk kunt voorbereiden op de huidige en toekomstige maatschappelijke uitdagingen. Passend praktijkonderwijs door een goed opgeleide stadsdocent is hierbij onmisbaar, maar nog niet altijd vanzelfsprekend. Vier stadsdocenten van de Hogeschool van Amsterdam (HvA) vertellen over hun ervaringen. Welke competenties moet een goede stadsdocent bijvoorbeeld bezitten? Welke aanpassingen zijn nodig in onze onderwijsstructuur? Hoe sluit je aan bij de wensen van wijkbewoners? En hoe verzorg je een rijke leerervaring voor je studenten? In deel 2 vertelt docent-onderzoeker Jodie Witteveen over haar stadsdocentschap binnen de opleiding Ergotherapie.

Jodie Witteveen

Gemiste leermomenten

Jodie Witteveen is docent-onderzoeker bij de opleiding Ergotherapie. ‘Binnen onze opleiding werken en leren studenten in hun tweede jaar een semester in de praktijk. Bij wijkcentra of buurtinitiatieven, met groepen omwonenden. Studenten leren hierdoor bijvoorbeeld hoe ze zich positioneren binnen een groep en hoe ze contact leggen met contactpersonen en andere studenten. Daarnaast ontwikkelen ze vaak een activiteit afgestemd op de wensen in de wijk/groep. Vanuit het leerdoel om de participatie van wijkbewoners te ondersteunen en/of te vergroten.

Voorheen kwam ik één keer per semester op locatie voor een gesprek. Studenten waren op die geplande momenten vaak niet bezig met de door hen ontwikkelde activiteit. Dat maakte het lastig om duidelijk te reflecteren op de ontwikkeling van hun vaardigheden en competenties. Tijdens intervisiemomenten op de hogeschool werden de praktijkervaringen uiteraard besproken, maar waren de directe leermomenten en de urgentie om vragen te stellen vaak naar de achtergrond verdwenen.’

Grip op vaardigheden

Sinds afgelopen jaar is Witteveen betrokken bij het Comenius Senior Fellow project De stadsdocent: de onmisbare intermediair in de wijk van Soemitro Poerbodipoero. ‘Hierdoor ben ik vaker bij praktijkpartners aanwezig om studenten te observeren en te begeleiden. Dat heeft een enorme toegevoegde waarde voor mij als stadsdocent. Ik leer bewoners, de wijk en haar dynamiek kennen. Door mijn begeleiding op locatie leggen studenten makkelijker de koppeling tussen praktijk en theorie. Ze krijgen daardoor meer grip op de ontwikkeling van hun vaardigheden en competenties. Ik zie sneller waarin ze mijn ondersteuning kunnen gebruiken.

Bij samenwerkingspartner en wijkcentrum Stichting Kraktie merkte ik onlangs bijvoorbeeld dat studenten het lastig vonden om in de buurtkeuken contact te leggen met buurtbewoners. In een daaropvolgende les bespraken we wat ze hiervoor nodig hadden. Ik besprak de theorie achter kennismaken en verbinden én deelde uit mijn eigen ervaring. Studenten worstelen aanvankelijk vaak met hun professionele identiteit. Ook ik was nog niet zo lang geleden op zoek naar mijn identiteit als stadsdocent. Inmiddels ken ik de wijk en de verschillende sleutelpersonen goed. Daardoor kan ik kritischer doorvragen.’

Win-winsituatie

Door trainingen, wijk- en werkbezoeken ontdekte Witteveen afgelopen jaar dat er een enorm verschil bestaat in de manier waarop stadsdocenten hun rol invullen. ‘Van zo nu en dan op locatie zijn tot lesgeven ín de wijk. Afgelopen jaar stak ik veel tijd en energie in het leren kennen van de wijk en haar bewoners. Komend jaar wil ik me meer richten op het nog beter inrichten van de reflectie met studenten. Ook de wisselwerking tussen de praktijk en de hogeschool heeft mijn aandacht. Binnen de ergotherapie werken we vanuit een gelijkwaardige relatie met wijkbewoners aan oplossingen voor hun vraagstukken.

De hogeschool is ook onderdeel van de wijk. Maar hoe zorgen we ervoor dat bewoners zich bij ons betrokken voelen? Afgelopen studiejaar nodigde een groep studenten een deelnemende senior van Stichting Kraktie uit bij een presentatie. Samen zongen ze een aantal liederen om aan de groep te laten zien wat ze bij de organisatie doen. Een sterk staaltje out of the box denken dat leidde tot een mooie wederkerigheid. De senioren van Stichting Kraktie vinden het contact met onze studenten overigens heel prettig en inspirerend. Zo breidden ze laatst bijvoorbeeld hun computervaardigheden uit, doordat studenten een online pubquiz met ze organiseerden. Als je bedenkt dat veel praktische en/of zorggerelateerde zaken tegenwoordig online geregeld worden, is dat een duidelijke win-winsituatie.’

Verkenning en verbinding

Momenteel onderzoekt Witteveen in welke vorm het stadsdocentschap het beste past binnen de opleiding Ergotherapie. ‘Wat is onze visie? Willen we de praktijklocaties vaker bezoeken of gaan we lesgeven in de wijk? En hoe krijgen we onze partners meer bij ons op locatie en maken we onze samenwerking wederkerig? Ik hoop dit samen met mijn collega’s te verkennen. Daarnaast wil ik mij richten op de verdieping van studentenbegeleiding. Wat hebben zij van mij nodig om zoveel mogelijk uit hun praktijkervaring te halen? En hoe kan ik hen en hun inspirerende ideeën met elkaar verbinden en de continuïteit bewaken richting bewoners? Zo hoop ik uiteindelijk gezamenlijk een verschil te maken voor een wijk en haar inwoners.’