PLAYSAFE wil knieblessures meidenvoetbal verminderen met AI
19 aug 2024 13:23 | Urban VitalityVoetbal is wereldwijd de meest populaire sport. In Nederland steeg het aantal voetballende meiden de afgelopen 10 jaar van 124.000 naar 169.000. Daarmee groeide ook het aantal kruisbandblessures. Jonge meiden (tot 18 jaar) lopen namelijk meer kans op zo’n blessure dan jongens. Dit komt mede door hun andere lichaamsbouw en beweegpatroon, weten hoofddocent Nils Jongerius en docent-onderzoeker Alli Gokeler. Maar hoe breng je deze (risicovolle) beweegpatronen goed in kaart tijdens een werkelijke spelsituatie? En hoe kan moderne technologie hieraan bijdragen? Onlangs ontving het lectoraat Sport- en Prestatiepsychologie van de Hogeschool van Amsterdam (HvA) een subsidie van € 300.000 van SIA-RAAK om met het 2-jarige project PLAYSAFE onderzoek te doen naar dit ontbrekende puzzelstukje.
‘Meidenvoetbal is de afgelopen jaren enorm gestegen in populariteit’, start Nils Jongerius. ‘Daarmee steeg ook het aantal knieblessures, en specifiek het aantal gescheurde kruisbanden. De UEFA spreekt van 1 gescheurde kruisband per meidenteam per seizoen. De NOS rapporteert er zelfs 2. Bij de uitreiking van de Gouden Bal (een voetbalprijs vanuit de Wereldvoetbalbond FIFA voor de beste mannelijke en vrouwelijke voetballer, red.) zaten afgelopen jaar zelfs 5 van de 20 geselecteerde vrouwen thuis met een kapotte kruisband.’
Geënsceneerd onderzoek
Nils Jongerius is bewegingswetenschapper en gepromoveerd in de biomechanica. Hij werkt bij de HvA als hoofddocent binnen de opleiding Fysiotherapie. Daarnaast is hij programmacoördinator voor de master Performance, Sport and Health en projectleider van onderzoeksproject PLAYSAFE. Zijn collega en onderzoekspartner Alli Gokeler is opgeleid als (sport)fysiotherapeut en gepromoveerd op letsel aan de voorste kruisband. Hij werkt momenteel als postdoc-onderzoeker aan de Universiteit van Paderborn (Duitsland) en coördineert de scriptiefase bij de master Performance, Sport and Health.
Gokeler: ‘Een kruisbandblessure ontstaat door een plotselinge richtingsverandering op het veld. Er is inmiddels al best wat onderzoek gedaan naar deze blessure bij dames en meiden. Deze onderzoeken vonden plaats in een lab. Geënsceneerd dus. Hieruit bleek dat meiden anders bewegen dan jongens. Met een groter risico op knieblessures. Aan de hand hiervan zijn preventieprogramma’s ontwikkeld. Deze werken in 50 procent van de gevallen. We weten helaas nog niet bij welke dames en meiden de programma’s wel of niet effectief zijn en waarom.’ Jongerius: ‘Wat we wel weten, is dat er diverse andere factoren meespelen bij een verhoogde kans op een kruisbandblessure. Denk aan de hormoonhuishouding, de anatomische bouw, maar ook aan psychologische factoren, zoals stress en (gebrek aan) slaap.’
Groot risico
Gokeler: ‘Wanneer je je kruisband scheurt heb je zo’n 9 tot 12 maanden nodig om te herstellen. Dat heeft fysieke consequenties, maar ook psychische en sociale. Voordat je weer een balletje kan trappen, ben je maanden verder. In de tussentijd mag je toekijken vanaf de bank. Wanneer je je kruisband eenmaal gescheurd hebt, loop je een verhoogd risico op herhaling. Daarnaast loop je een grote kans op artrose binnen 20 tot 30 jaar. Het risico dat vrouwen en meiden op termijn stoppen met bewegen vanwege hun klachten is daardoor groot.’
Jongerius: ‘De afgelopen jaren wordt er veel geld en energie gestoken in het aanleren van een gezonde leefstijl en het in beweging brengen van mensen. Maar wanneer je onvoldoende aandacht besteedt aan een gezonde manier van bewegen, dan bereik je het tegenovergestelde van wat je wilt. We zien dan ook een steeds grotere roep om onderzoek naar manieren om gezond te kunnen bewegen voor jonge voetbalsters. Vanuit de top, maar met name vanuit de vele amateurverenigingen.’
Juiste technologie
We weten dus al aardig wat’, vervolgt Jongerius. ‘Maar we missen een essentieel stuk informatie: hoe kunnen we (risicovolle) beweegpatronen goed in kaart brengen tijdens een werkelijke spelsituatie? We vermoeden dat de nieuwste beeldverwerkingstechnologie – markerless motion capture - ons hierin verder gaat brengen. Deze bewezen registratietechnologie werkt met verschillende camera’s, opgesteld rondom een (deel van een) sportveld. De gevolgde personen dragen geen sensoren. De beelden worden naderhand met artificiële intelligentie (AI) geanalyseerd.
Tijdens ons onderzoek gaan we met deze techniek – ondersteund door studenten - een seizoen lang zo’n 300 voetballende meiden volgen. Tijdens hun reguliere training. Op hun eigen voetbalveld. Zo hopen we een beter beeld te krijgen van de lokale belasting van de knie en de voorste kruisband. Én of deze technologie de juiste is om dit in kaart te brengen. We worden in ons onderzoek ondersteund door de Koninklijke Nederlandse Voetbalbond (KNVB), fysiotherapiepraktijk Utrecht-Oost, het Amsterdam UMC, het Amsterdam Institute of Sport Science (AISS), University Academy 92, Trinoma en Moveshelf.’
Objectieve data
Tijdens hun dataonderzoek gaan de onderzoekers in gesprek met betrokken trainer-coaches en fysiotherapeuten. Jongerius: ‘We willen weten welke informatie hen helpt bij de begeleiding van jonge voetbalsters. Een fysiotherapeut en trainer-coach spreken vaak een geheel andere taal. We willen hen ondersteunen bij het nemen van gezamenlijk gedragen besluiten op basis van objectieve data.’
Wanneer de nieuwe techniek bruikbaar blijkt, brengen de onderzoekers deze onder de aandacht bij brancheorganisaties en stakeholders. ‘Ook binnen het onderwijs geven wij onze kennis uiteraard door. Daarnaast zullen er een aantal studenten afstuderen binnen ons onderzoek.’ Waar de onderzoekers over 2 jaar staan? Gokeler: ‘Ik hoop dat we een dashboard ontwikkeld hebben waarmee clubs hun speelsters langdurig en op grote schaal kunnen monitoren. Zodat het aantal kruisbandblessures daalt.’ Jongerius: ‘En dat we de technologie in vervolgonderzoek grootschalig kunnen inzetten. Ter voorkoming van uiteenlopen blessures in verschillende sporten.’