Beter leven met of na prostaatkanker door voldoende beweging
Docent-onderzoeker Verpleegkunde Myrthe Joosten ontvangt NWO-beurs voor onderzoek naar effectieve beweegadvisering bij prostaatkanker.
16 apr 2024 14:26 | Urban VitalityProstaatkanker. Jaarlijks krijgen zo’n 14.500 mensen in Nederland ermee te maken. Deze vorm van kanker is vaak goed behandelbaar. Behandeling zorgt echter ook voor risico’s op nieuwe gezondheidsproblemen, waaronder vermoeidheidsklachten, depressie, erectieproblemen en/of urine-incontinentie. Voldoende beweging en gerichte training heeft hierop een positieve invloed. Helaas geven veel zorgprofessionals onvoldoende (effectief) advies op dit gebied, weet docent-onderzoeker Myrthe Joosten van de Hogeschool van Amsterdam (HvA). Wat is bijvoorbeeld het juiste moment om patiënten hierover te informeren? Wie geeft de informatie? Hoe verandert de informatiebehoefte van patiënten gedurende hun hersteltraject? En welke rol speelt stigma? De komende 5 jaar onderzoekt Joosten met een NWO-beurs én een bijdrage vanuit het lectoraat Geïntegreerde Complexe Zorg deze en andere vragen.
‘Voordat ik bij de HvA terechtkwam, werkte ik op verschillende afdelingen in een ziekenhuis’, vertelt docent-onderzoeker Verpleegkunde Myrthe Joosten. ‘Op de afdeling urologie zag ik onder meer mensen met prostaatkanker. Mensen met kanker zijn vaak ernstig ziek en komen regelmatig terug voor behandeling. Daardoor bouw je snel een band op. Ook in mijn eigen omgeving ken ik mensen met kanker. Als verpleegkundige kun je zieke mensen ondersteunen. Met onderzoek kun je de kwaliteit van zorg voor hen verbeteren.’
Kwaliteit van leven
‘Over de ziekte prostaatkanker weten we, door het vele, wereldwijde onderzoek, inmiddels best veel’, vervolgt Joosten. ‘Van de 14.500 mensen die op jaarbasis de diagnose krijgen, overlijden er zo’n 800. Relatief weinig. Er zijn dan ook diverse behandelingen: in- en uitwendige bestraling, chemo- en immunotherapie of het operatief verwijderen van de prostaat. Active Surveillance is een beleid, waarbij de patiënt actief gevolgd wordt, omdat directe behandeling (nog) niet nodig is. Wanneer genezen geen optie meer is, kunnen hormoontherapie en uiteindelijk, indien de patiënt fit genoeg is, chemotherapie ingezet worden.
We zien echter dat mensen door de behandeling van prostaatkanker geregeld te maken krijgen met andere gezondheidsklachten. Denk aan vermoeidheid, urine-incontinentie en seksuele disfunctie. Bij hormoontherapie kan de vetmassa toenemen en kunnen spiermassa en botgezondheid achteruitgaan. Dat verhoogt bijvoorbeeld de kans op diabetes type 2, hart- en vaatziekten en botbreuken. We zien mensen na genezing of tijdens langdurige behandeling van prostaatkanker dan ook geregeld terug in de gezondheidszorg. Hoog tijd dus voor onderzoek naar de preventie van nevenaandoeningen en de optimalisatie van de kwaliteit van leven. Een onderwerp waarop ik me al richtte tijdens mijn master Gezondheidswetenschappen. Mijn kennis en ervaring vallen dan ook mooi samen tijdens dit onderzoek.’
Krachttraining en eiwitten
Uit wereldwijd onderzoek blijkt dat voldoende beweging, in combinatie met gezonde, eiwitrijke voeding, ondersteunt bij het beperken of herstellen van de bijwerkingen van de behandeling van prostaatkanker. Joosten: ‘En dan hebben we het niet over alleen een uurtje wandelen per dag, maar over een combinatie van krachttraining en conditietraining. We zien echter dat patiënten dit vaak niet doen. Vermoeidheid en urine-incontinentie zorgen geregeld voor een barrière. Sommige mensen twijfelen over wat goed voor hen is of worstelen met de kosten voor ondersteuning. Anderen krijgen simpelweg het advies niet van hun zorgverlener óf krijgen de informatie niet mee tijdens een relatief kort consult met een hoge kennisoverdracht.
Niet iedere zorgverlener behandelt het onderwerp ‘voeding en beweging’. De tijd van een consult is soms te beperkt. Ook wordt er gewoonweg niet aan gedacht of verondersteld dat een collega-zorgverlener dit oppakt. In mijn onderzoek ga ik daarom uitzoeken welke factoren een rol spelen bij de interactie tussen de patiënt en zorgverlener gericht op beweegadvisering.’
Onderzoeksopzet
Joostens onderzoek start met een inventarisatie van de perspectieven van zorgverleners, patiënten en naasten op beweegadvisering. ‘Welke momenten zijn het meest passend om het over beweging te hebben? En welke juist niet? Wanneer zijn patiënten ontvankelijk voor deze informatie? En wat is het verschil tussen de 3 partijen?’ Ook onderzoekt ze – gedurende 2 jaar – of de informatie- en adviesbehoefte van patiënten verandert tijdens hun ziekteproces. ‘Ik let hierbij op het stadium van de behandeling, maar ook op het niveau van de gezondheidsvaardigheden.’
In een andere deelstudie richt Joosten zich met een grote enquête op zorgverleners in Nederland die te maken hebben met de behandeling van prostaatkanker. ‘Ik stel hen diverse vragen om te ontdekken of er bepaalde variabelen of karakteristieken zijn die weergeven hoe bepaalde groepen zorgverleners omgaan met beweegadvisering.’ Daarnaast onderzoekt ze hoe stigma en sociaal-culturele aspecten beweeggedrag beïnvloeden. Én welke aspecten van beweegadvisering – die patiënten belangrijk vinden – gemakkelijk kunnen worden aangepast.
Patiënt in de ‘lead’
Joostens onderzoek vindt grotendeels plaats in het Antoni van Leeuwenhoek, maar ook in samenwerking met het Amsterdam UMC, het Tergooi MC en de Noordwest Ziekenhuisgroep. Daarbij zal ze geregeld de hulp van studenten inzetten. ‘Zij zijn immers de zorgverleners van de toekomst.’ Ook over implementatie van opgedane kennis heeft Joosten al nagedacht. ‘Ik schrijf 5 artikelen voor vakbladen en deel mijn resultaten tijdens een symposium. Daarnaast zijn we bij de opleiding Verpleegkunde bezig met het opstellen van een nieuw curriculum, waarbij preventie een belangrijk onderdeel is. Mijn onderzoeksuitkomsten sluiten daar mooi op aan.’
Waar ze uiteindelijk op hoopt? ‘Dat we gesprekken met patiënten steeds beter kunnen vormgeven en meer kunnen voldoen aan hun behoeften. Ook bij degenen met minder gezondheidsvaardigheden. De patiënt in de ‘lead’.’
Begeleiders promotietraject
Joosten is verbonden aan het lectoraat Geïntegreerde Complexe Zorg. Ze wordt begeleid door:
- Promotor bijzonder lector Functioneel Herstel bij Kanker Martijn Stuiver
- Co-promotor lector Geïntegreerde Complexe Zorg Corine Latour
- Promotor Prof. dr. Lonneke van de Poll
- Co-promotor prof. dr. Emiel Krahmer (Communicatie en Cognitie)