TEAMS: verscheidenheid 65-plusser uitdaging voor therapeut
8 feb 2024 00:00 | Urban VitalityNederland kent een steeds groter wordende groep senioren. Op 1 januari 2023 telde ons land 3,7 miljoen 65+'ers. Zo’n 15 tot 20 procent van hen is verminderd zelfstandig door een fysieke of sociale kwetsbaarheid. Voor professionals is het begeleiden van deze gestaag groeiende groep ouderen ingewikkeld, vanwege de enorme verschillen op het gebied van gezondheid, persoonskenmerken, cultuur en sociaaleconomische status. Het lectoraat Voeding en Beweging van de Hogeschool van Amsterdam (HvA) ontving in 2020 een subsidie van Regieorgaan SIA. Om onderzoek te doen naar de optimale trainingsbelasting en eiwitinname van kwetsbare senioren. Projectcoördinator Mohammed Benali vertelt over het verloop van het onderzoek.
‘We hebben in Nederland te maken met een gestaag groeiende groep senioren’, start Mohammed Benali. ‘De verschillen tussen 65+'ers zijn enorm. Dat maakt het heel uitdagend om duidelijke voedings- en beweegrichtlijnen op te stellen. Het ontbreken ervan maakt het voor professionals, zoals diëtisten, fysio- en oefentherapeuten, lastig om ouderen snel en effectief te ondersteunen met zorg op maat.’
Deelnemers werven
Doel van het TEAMS-onderzoek is inzicht krijgen in de optimale trainingsbelasting en het beste voedingspatroon voor 65+'ers. Aan de hand daarvan onderzoekers ondersteunende trainingsmodellen ontwikkelen. Benali: ‘Ouderen moeten steeds langer zelfstandig blijven wonen. Dus hoe houden we hen zo lang mogelijk fit en gezond? We denken dat (kracht)training en gezonde eiwitrijke voeding hieraan bijdragen.’
Om dit aan te tonen werden 314 (!) 65+'ers, verspreid over een periode van 3 jaar, getraind en gemeten. ‘Alleen al het werven van zo’n grote groep deelnemers was een enorme klus. We zouden hierbij ondersteund worden door (wijk)verpleegkundigen. Maar vlak voor de start van de werving brak het coronavirus uit. Daarom plaatsten we op diverse plekken advertenties. Dagenlang zat er vervolgens een groep van 5/6 studenten in ons ‘call-center’ om de eerste aanvragen te screenen. Uiteindelijk beantwoordden we zo’n 2.000 telefoontjes. En dan ben je er nog niet. Mogelijke deelnemers werden gekeurd door een onderzoeks-arts. Kan deze persoon ons trainingsprogramma aan? We wilden zoveel mogelijk ouderen met uiteenlopende kwetsbaarheden includeren, maar waren bijvoorbeeld heel voorzichtig met mensen die uitbehandeld waren voor kanker. De aanmaak van nieuwe spiercellen tijdens het trainen, kan namelijk ook onrustige cellen activeren. Daarnaast kunnen chemotherapie en bestraling mensen aanzienlijk kwetsbaarder maken voor blessures.’
Tussentijds bijsturen
De eerste trainingsgroep – 12 personen - startte midden in de eerste coronagolf. Benali: ‘Deelnemers volgden 2 keer per week 1-op-1 krachttraining, gedurende 12 weken, onder begeleiding van een student-onderzoeker. Daarnaast kregen ze dagelijks extra eiwitten én een serie diëtetische consulten. Op onze trainingslocaties – living lab Polifysiek in Amsterdam-Zuidoost en living lab ANAC in Amsterdam Nieuw-West – maakten we looproutes, zodat ouderen elkaar niet zouden kruisen en we eventuele besmettingen konden voorkomen.
De start in kleine groepen gaf me de tijd om de zwakke plekken in de opzet van mijn screening te ontdekken. Deelnemers van de eerste trainingsgroep wierven we bijvoorbeeld in Amsterdam-Zuidoost en de omliggende dorpen, zoals Abcoude en Vinkeveen. Tijdens de eerste trainingen zag ik met name fitte, blanke mannen en vrouwen verschijnen van wie de golfvereniging tijdelijk gesloten was en die wilden blijven trainen. Wat bleek? Eén van mijn screeningsvragen – ‘Ontvangt u thuishulp?’ – beantwoordden veel bewoners uit sociaaleconomisch lagere klassen met ‘nee’. Vanwege hun kwetsbaarheid leken dit perfecte deelnemers. Toch vielen ze buiten onze selectie. De reden? Ze konden de kosten van thuishulp niet dragen, terwijl ze deze juist hard nodig hadden. Dit leidde tot een onverwachte scheefheid in onze deelnemersgroep en een herziene aanpak. Tijdens de volgende screeningsgesprekken zijn we gaan werken met de Tilburg Frailty Indicator , een gebruiksvriendelijk instrument voor het screenen van kwetsbaarheid bij ouderen.’
Grotere belang
Voorafgaand en na afloop van de trainingsperiode werden deelnemers gemeten, onder meer op hun spier-, vet- en botmassa. Ruim 80 studenten – vanuit de opleidingen Fysiotherapie, Voeding en Diëtetiek, Gezondheidswetenschappen en Geneeskunde – ondersteunden Benali bij de trainingen en de metingen.
Benali: ‘Over het algemeen zagen we de spierkracht vooruitgaan. Ongeacht de intensiteit van de training. We verzamelden een enorme hoeveelheid data. Helaas lukte het niet om een meer diverse groep ouderen te includeren. Dat had bijvoorbeeld te maken met de taalbarrière of terughoudendheid ten aanzien van onderzoeksdeelname. Opvallend was verder dat deelnemers de trainingen pittig vonden, maar niet uitvielen. Dit kwam met name door de persoonlijke begeleiding van en het contact met onze studenten, waar ze zichtbaar van genoten. Ze startten vaak om persoonlijke redenen: ‘Ik wil fitter worden’, maar zagen naderhand het grotere belang van deelname aan onderzoek: ‘Ouder wordend Nederland heeft antwoorden nodig op de vragen van de toekomst’. Ik ontving veel bedankjes. Eén mevrouw vertelde me bijvoorbeeld dat ze al jaren niet meer bij haar bovenbuurvrouw kwam; ze kon de trap niet meer oplopen. Nu lukte dat wel weer.’
Gezond oud worden
Momenteel maakt een groep van 18 studenten de verzamelde data klaar voor analyse. Benali: ‘De komende maanden ben ik, samen met promovendus Esmée Biersteker en senior onderzoeker Jantine van den Helder, bezig met analyseren van de data. Zodat kwetsbare Nederlandse 65+'ers, met de juiste begeleiding, uiteindelijk gezonder en sterker oud kunnen worden en blijven.’