Meer betrokkenheid patiënt en familie in klinische zorg
Samenwerking HvA, Amsterdam UMC en OLVG leidt tot nieuw lectoraat Patiënt- en familieparticipatie in de klinische zorg
2 sep 2022 12:32 | Urban VitalityPatiënten verblijven steeds korter in het ziekenhuis. De complexiteit van de zorg neemt toe, terwijl er schaarste is onder zorgmedewerkers. De overheid stimuleert mensen na een ziekenhuisopname meer te leunen op hun informele netwerk. Hoe kunnen patiënten en familieleden tijdens én na de ziekenhuisopname actief betrokken worden? Wat hebben zorgprofessionals hiervoor nodig? En hoe creëren we een omgeving waarin patiënt- en familieparticipatie vanzelfsprekend is? Naar deze, en andere, vragen wordt onderzoek gedaan vanuit het nieuwe lectoraat Patiënt- en familieparticipatie in de Klinische Zorg van de Hogeschool van Amsterdam (HvA).
‘Er is een grote verschuiving van ziekenhuiszorg naar thuiszorg’, vertelt Anne Eskes. ‘Patiënten verblijven steeds korter in het ziekenhuis. Daarom is het belangrijk deze periode optimaal te benutten en patiënten en hun familie bij de zorg te betrekken, zodat zij goed voorbereid zijn op hun rol na ontslag uit het ziekenhuis. In het ziekenhuis kunnen we 24 uur per dag begeleiden, trainen en coachen. Uit onderzoek blijkt dat patiënten daarna minder thuiszorg nodig hebben en meer tevreden over de geboden zorg.’
Eskes werkt als senior onderzoeker in het Amsterdam UMC. Op de afdeling Chirurgie doet ze onderzoek naar het actief betrekken van patiënten en hun familie. Daarnaast heeft ze een onderzoeks-aanstelling bij de Griffith University in Australië. Sinds kort is ze bijzonder lector Patiënt- en familieparticipatie in de Klinische Zorg aan de HvA.
Enorme steun
‘We zien dat patiënten en hun naasten vaak onvoldoende voorbereid zijn op hun thuiskomst na een ziekenhuisopname’, vervolgt Eskes. ‘Onlangs rondden we in het Amsterdam UMC een groot onderzoek af rondom de inzet van mantelzorgers. We vroegen familieleden om 5 dagen in het ziekenhuis te verblijven bij hun naaste. Patiënt én mantelzorger werden 24 uur per dag begeleid door verpleegkundigen. Ze werden in alle handelingen meegenomen. Daarnaast waren ze er niet alleen op de momenten dat het ging over ‘ziek en zeer’. Voor hen heel prettig. Verpleegkundigen gaven aan dat de nieuwe werkwijze in eerste instantie meer tijd kostte, maar na verloop van tijd minder. Chirurgen hadden het gevoel minder familiegesprekken te voeren aan het einde van de dag. Naasten waren immers bij alle ‘visites’ aanwezig.’
Ondanks de positieve resultaten is patiënt- en familieparticipatie nog niet gebruikelijk tijdens een (ziekenhuis)opname. Eskes: ‘Er zijn al veel projecten op gebied van gedeelde besluitvorming, maar op het gebied van participatie mag nog het nodige gebeuren. Nog steeds hanteren sommige ziekenhuizen 2 bezoekuren per dag. Dat maakt familieparticipatie direct lastig. Familieparticipatie gaat namelijk verder dan alleen goed informeren. Het gaat om participatie in alle aspecten van de zorg en in besluitvorming. Daarnaast zijn lang niet alle gebouwen ingericht op het verblijf van naasten. Toch weten we uit onderzoek dat de aanwezigheid van naasten een enorme steun is bij het verwerken van aangrijpende situaties. Gelukkig zijn er al diverse initiatieven om patiënten en familieleden meer te betrekken bij de zorg.’
Doelstellingen verweven
Vanuit het nieuwe, nog vorm te geven, lectoraat Patiënt- en familieparticipatie in de Klinische Zorg richt Eskes zich met haar collega’s op onderzoek naar de beste manieren om patiënten en familie te betrekken bij de zorg. Het lectoraat leunt daarbij op 4 vraagstellingen.
Hoe kunnen we:
- patiënten en familieleden al tijdens de ziekenhuisopname actief betrekken en wat zijn de effecten ervan op de patiënt?
- familieleden het beste voorbereiden op een actieve rol na ontslag en wat zijn de effecten hiervan op de ervaren kwaliteit van leven en de mate van (over)belasting?
- een omgeving creëren waarin participatie tijdens de ziekenhuisopname wordt gestimuleerd door zorgprofessionals?
- Familielieden met beperkte gezondheidsvaardigheden zo goed mogelijk ondersteunen?
Eskes: ‘Al onze onderzoeken zijn verweven met deze vragen. Door het meten van de effectiviteit van bepaalde interventies kunnen we in de toekomst steeds beter onderbouwen wat wel en niet werkt bij patiënt- en familieparticipatie.’
Linking pin
Vanaf september start Eskes met de vormgeving van het nieuwe lectoraat. In samenwerking met 3 partners: de HvA, het Amsterdam UMC en het OLVG. Haar rol als lector ziet ze als linking pin tussen de klinische wereld en het onderwijs. ‘Ik breng verschillende mensen en onderzoeken bijeen. Zodat we optimaal met én van elkaar kunnen leren. Belangrijke kennis kan ik, via de curriculumcommissie, terugbrengen in het onderwijs. Daarnaast kan ik studenten op een waardevolle manier betrekken bij onderzoek, zodat zij kennis opdoen in de praktijk.’
Dat ze voor het grootste deel van de tijd in het Amsterdam UMC werkt, ziet Eskes als een grote toegevoegde waarde. ‘Dit maakt het doen van onderzoek voor mij een stuk makkelijker. Zodra ik de gang op loop, hoor ik van mijn collega’s waar ze dagelijks tegenaan lopen én wat ze helpt. Ik wil met mijn onderzoek zo nauw mogelijk aansluiten bij de praktijk. Zo kunnen we steeds beter inspelen op wat patiënten en hun naasten nodig hebben.’