Onderzoek naar chronische gewrichtsaandoeningen verlengd
23 sep 2022 09:16 | Urban VitalityKennis vergaren en samenwerking tussen professionals stimuleren op het gebied van chronische gewrichtsaandoeningen, zoals reuma, jicht en artrose. Daarvoor staat het bijzonder lectoraat Interprofessionele zorg voor chronische gewrichtsaandoeningen van de Hogeschool van Amsterdam (HvA). Vanuit het lectoraat – een samenwerking met Reade - wordt gewerkt aan diverse onderzoeken, zowel nationaal als internationaal. Opgedane kennis zorgt voor betere behandeltrajecten en gedegen onderwijs. Onlangs werd de opdracht van het lectoraat met 4 jaar verlengd.
‘Vier jaar geleden bestond er nog geen lectoraat op het gebied van chronische gewrichtsaandoeningen in Amsterdam en omgeving’, vertelt Martin van der Esch. ‘En dat terwijl de Amsterdamse Gezondheidsmonitor (AGM) – een grootschalig gezondheidsonderzoek uitgevoerd door de GGD in opdracht van de gemeente Amsterdam – aantoonde dat chronische gewrichtsklachten heel veel voorkomen. Eén op de 5 mensen in Groot Amsterdam kampt ermee.’
Van der Esch doet al meer dan 20 jaar onderzoek naar gewrichtsaandoeningen binnen de reumatologie. Zijn onderzoek richt zich met name op het optimaliseren van de behandeling van artrose. Hij werkt als senior onderzoeker bij het Amsterdamse expertisecentrum voor revalidatie en reumatologie Reade. Daarnaast is hij bijzonder lector Interprofessionele Zorg voor Chronische Gewrichtsaandoeningen aan de HvA. Hij is lid van de Ethische Commissie voor de faculteit Gezondheid en de faculteit Bewegen, Sport en Voeding, geeft onderwijs én denkt mee over de invulling van het onderwijs aan de opleiding Fysiotherapie vanuit de curriculumcommissie. Verder werkt hij 2 ochtenden per week als fysiotherapeut. In een adviserende rol, bij complexe casuïstiek.
Onderliggende problemen
‘Voor een ziekte als reuma hebben we inmiddels geweldige medicijnen’, legt Van der Esch uit. ‘De impact ervan is daardoor veel minder groot dan 20 jaar geleden. Artrose is een soort stiefkindje van de reumatologie. Het is een aandoening die ontstekingen in de gewrichten veroorzaakt door overbelasting of instabiliteit. Het is geen directe ontstekingsziekte en we hebben er (nog) geen medicijnen voor. Toch hebben er in Nederland bijna 1,5 miljoen mensen last van deze aandoening. Wereldwijd zijn dat er zelfs 150 miljoen.’
Vanuit het lectoraat werkten Van der Esch en zijn collega’s de afgelopen 4 jaar aan een grootschalig onderzoek naar heup- en knieartrose en onderzoek bij patiënten met reumatoïde artritis. Dat leverde veel informatie op. Bijvoorbeeld over de hart-longconditie en de spierkracht bij de patiëntgroep met reumatoïde artritis. Van der Esch: ‘Mensen met reuma hebben een veel slechtere hart-longconditie dan gemiddeld. Dat zou ervoor kunnen zorgen dat medicatie niet altijd optimaal werkt. Het is dus belangrijk om te werken aan de conditie, maar dat blijkt – door nog onbekende, onderliggende problemen - lastiger dan gedacht. Daarnaast verliezen mensen met artrose veel spierkracht en -massa. Hun lichaam ziet er van buiten hetzelfde uit, terwijl binnenin een deel van het spierweefsel verandert in vetweefsel. Heel belangrijke informatie voor bijvoorbeeld fysiotherapeuten. Wanneer zij hun oefeningen niet goed weten te doseren, kunnen ze schade toebrengen aan het spierweefsel van een patiënt.’
(Inter)nationale samenwerking
Zowel nationaal als internationaal werkt het lectoraat aan het verdiepen van kennis en het verstevigen van de samenwerking tussen professionals. ‘We werken bijvoorbeeld samen met universiteiten in Zweden, Australië en Griekenland aan internationale studies’, aldus Van der Esch. ‘Afgelopen jaar was ik ook voorzitter van het Wereldartrosecongres voor het kennisnetwerk OARSI. Op initiatief van de universiteit van Sydney komt er eind van dit jaar een boek uit over de begeleiding van mensen met artrose. Hoofdstuk 10 - over interprofessioneel werken – is van mijn hand. Bij het boek ontwikkelen we een digitale leeromgeving voor studenten. Heel praktisch met oefeningen en casussen. Zonder het lectoraat was ik niet bij al deze ontwikkelingen betrokken geweest.’
Van der Esch betrekt geregeld studenten bij de lopende onderzoeken. ‘Vanuit de Vrije Universiteit Amsterdam (VU) werken we met studenten Geneeskunde en Bewegingswetenschappen. Bij de HvA zijn het veelal studenten Fysiotherapie, Ergotherapie of studenten uit de minor Digital Life die ons onderzoek versterken met hun bevindingen. Opgedane kennis proberen we terug te brengen in het onderwijs. Zo is er inmiddels veel meer aandacht voor artrose in het lesprogramma van de opleiding fysiotherapie.’
Efficiënter samenwerken
In de toekomst wil Van der Esch zijn onderzoek uitbreiden. ‘Vanaf 1 oktober starten we met het samenstellen van een nieuw cohort van artrosepatiënten. Dit keer kijken we niet alleen naar heup- en knieartrose, maar ook naar polyartrose: artrose in diverse gewrichten.
Daarnaast verschuift de focus van het lectoraat steeds meer naar interprofessioneel samenwerken. De zorg, zoals deze nu is ingericht per discipline, is niet houdbaar. We moeten effectiever en efficiënter samenwerken, willen we tegemoet komen aan alle toekomstige zorgvragen. Wellicht gaan we ons in de toekomst meer focussen op chronische aandoeningen in het algemeen. Bij de meeste chronische aandoeningen speelt namelijk hetzelfde achterliggende probleem: afgenomen deelname aan het dagelijks leven. Medici en eerstelijnstherapeuten moeten hierin samenwerken, als we het beste resultaat willen bereiken voor de patiënt. Ons lectoraat kan hierin een mooie, aanjagende rol vervullen.’
Zelf gaat Van der Esch zijn werkzaamheden de komende jaren afbouwen. ‘Ik ben op zoek naar een goede vervanger om mijn onderzoeken over te dragen. Natuurlijk blijf ik betrokken, maar minder actief. En wellicht vanuit een meer bestuurlijke functie.’ Voor de toekomst hoopt hij dat onderzoek zal bijdragen aan het voorkomen van artrose. ‘Meer preventief werken. Artrose is immers een pijnlijke rotziekte.’