Living Lab T4X bevordert duurzame prestaties toptalent dans
12 jul 2022 17:34 | Urban VitalityEen carrière aan de dans-top. Het vraagt om een sterk lijf én een sterke geest. Welke competenties heb je hiervoor nodig? Hoe ontwikkel je deze zo goed mogelijk? En hoe ondersteun je aanstormend talent hierin? Dit wordt onderzocht vanuit het nieuwe Living Lab Training for Excellence (T4X) – Academie voor Theater en Dans. Opgezet onder het lectoraat Sport en Prestatiepsychologie en het Centre of Expertise Urban Vitality (CoE UV) van de Hogeschool van Amsterdam (HvA).
‘Dansers, zeker degenen die op topniveau presteren, gebruiken hun lichaam zeer intensief. Heel belangrijk dus om dat lichaam goed te kennen, zodat je het optimaal kunt inzetten’, aldus Erzi Hoogveld, coördinator Health and Performance op de Amsterdamse Academie voor Theater en Dans én praktijkcoördinator van het nieuwe Living Lab T4X – Academie voor Theater en Dans.
Mentale ondersteuning
Vanuit haar rol aan de academie draagt Hoogveld, samen met een team van paramedici, bij aan de gezondheid van de theater- en dansstudenten. ‘Sinds de jaren ’90 ‘screenen’ we al onze studenten dans, ter ondersteuning, op fysieke kenmerken en/of klachten. Een groot deel van onze dansers nam daarnaast, vanaf 2011, deel aan een onderzoek naar hypermobiliteit (een te grote souplesse in gewrichtsbanden en pezen, red.), vanuit het lectoraat Fysiotherapie van de HvA.
De belangrijkste uitkomsten van dit onderzoek: studenten met hypermobiliteit hebben aanzienlijk meer last van vermoeidheid en spanning. Vervolgonderzoek zorgde voor een duurzame verbintenis tussen de Academie voor Theater en Dans en de HvA-opleidingen Oefentherapie en Fysiotherapie. Studenten van deze opleidingen verzorgen nu de jaarlijkse ‘screenings’. Hun vragenlijsten met betrekking tot mentale competenties waren echter niet toepasbaar op onze studenten.’
Door zijn onderzoek naar sport en presteren leerde Hoogveld Raôul Oudejans kennen. Oudejans is lector Sport en Prestatiepsychologie aan de HvA en universitair hoofddocent bij de Vrije Universiteit (VU). ‘Ik werkte destijds aan het T4X-onderzoek, waarmee we innovatieve oefenmethodes in de praktijk van sport, muziek en dans introduceerden, implementeerden en evalueerden. Aan de top moet je prestaties neerzetten onder bijzondere omstandigheden. Vaak onder grote druk.
We werkten onder meer met de Orange Lions Academy Women: het Nationale talentopleidingsprogramma voor vrouwenbasketbal. Zij wilden met hun team werken aan psychologische competenties. Aan de hand van dit ontwikkelde competentieprofiel gingen we aan de slag met de talenten van de dansacademie.’
Oog voor gezondheidsrisico’s
Vanuit het Living Lab ‘meten’ HvA-studenten Oefentherapie jaarlijks alle eerste- en tweedejaars dansstudenten. Hoogveld: ‘Zij startten met een fysieke screening naar kracht, uithoudingsvermogen, flexibiliteit en kwaliteit van bewegen. Nu komt daar een psychologische test bij. Dit alles resulteert in een persoonlijk profiel – fysiek én mentaal - voor iedere student. Daarmee kunnen onze studenten heel gericht werken aan hun eigen kwaliteiten en vaardigheden. Ik hoop dat zij door deze aanpak gaan voelen dat ze ‘heer en meester’ zijn over hun eigen lijf.’
Oudejans: ‘We willen van en met elkaar leren. Om prestaties van dansstudenten te bevorderen, met oog voor gezondheidsrisico’s. Tegenwoordig gaat het in de topsport niet meer alleen over kortdurende prestaties, maar om duurzame resultaten. Met behoud van fysiek en mentaal welzijn. Dus: behoud van plezier en motivatie en voorkomen van blessures of burn-outs.’
Hoogveld: ‘Voorheen kregen onze studenten klassikaal les in anatomie en blessurepreventie. Dat ging vaak het ene oor in, en het andere uit. Ze krijgen nu persoonlijk toegespitste informatie over hun fysieke en mentale welzijn. Zo gaat informatie leven.’ Oudejans: ‘Daarbij ontwikkelden studenten Oefentherapie filmpjes en workshops voor de dansstudenten. Bijvoorbeeld om hen uit te leggen wat mentale competenties zijn en het belang ervan. Dat had een enorme toegevoegde waarde. Wanneer je slechts de term introduceert, haakt de helft direct af.’
Persoonlijk cadeautje
Oudejans: ‘Nu is testen leuk, maar met alleen testuitslagen ben je er nog niet. De juiste opvolging zorgt ervoor dat dansstudenten hun resultaten kunnen verbeteren. Maar hoe zorg je voor goede opvolging? Wat is wenselijk? Wat is mogelijk? En wat hebben de dansstudenten nodig? Daarnaar doen we de komende tijd onderzoek in diverse studentprojecten.
In ons Living Lab komen studenten van diverse opleidingen samen. Bijvoorbeeld: Fysiotherapie, Oefentherapie, Voeding en Diëtetiek, maar ook Sport, Performance en Health. Studenten doen waardevolle onderzoekservaring op in de praktijk. En met elkaar hebben we een schat aan kennis en creatieve ideeën. In de toekomst willen we naar een structurelere samenwerking en een betere infrastructuur voor onze onderzoeksgegevens. Ik hoop dat het curriculum van de dansacademie over een aantal jaar zo is ingericht dat studenten optimaal ondersteund worden in hun fysieke en mentale ontwikkeling.’
Hoogveld: ‘We ‘screenen’ onze dansers nu 1 keer per jaar. Dat willen we in de toekomst 2 keer doen. Vroeger was het screenen op mentale competenties bij studenten een taboe. Je moest vooral uít dat hoofd blijven. Nu denken we daar heel anders over. Ik zie de persoonlijke aandacht als een cadeautje voor iedere student.’