Centre of Expertise Urban Vitality

Beperken functieverlies bij ouderen na ziekenhuisopname

Docent-onderzoeker Jesse Aarden promoveert op het optimaliseren van de behandeling van acuut opgenomen ouderen.

16 mei 2022 13:30

Jaarlijks worden er in Nederland een kleine 300.000 ouderen (70+) acuut opgenomen in het ziekenhuis. Een deel van hen worstelt na thuiskomst met verschijnselen als verminderde spierkracht, depressie of ondervoeding, waardoor dagelijkse handelingen lastig(er) worden, weet Jesse Aarden. Hij is docent-onderzoeker bij de European School of Physiotherapie (ESP), van de Hogeschool van Amsterdam (HvA) en ontving in 2018 een NWO-promotiebeurs voor leraren vanuit de Nederlandse organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek (NWO). Daarmee gaf hij zijn promotieonderzoek vorm. Wat zijn de oorzaken voor functieverlies bij acuut opgenomen ouderen? En hoe kunnen zorgverleners hen zo goed mogelijk ondersteunen? Op woensdag 1 juni verdedigt hij zijn proefschrift.

‘We staan in de zorg voor een enorme uitdaging’, aldus Jesse Aarden. ‘De komende jaren neemt de vergrijzing fors toe. Er zullen dus ook meer ouderen worden opgenomen in het ziekenhuis. Voor kwetsbare ouderen is een ziekhuisopname soms net een duwtje in de verkeerde richting. Zij herstellen moeizaam en kunnen hun dagelijkse bezigheden na thuiskomst, zoals koken of douchen, lastig oppakken. Met de juiste ondersteuning kunnen we deze ouderen zo lang mogelijk op een prettig manier zelfstandig laten wonen en leven.’

Aarden is docent-onderzoeker bij de European School of Physiotherapie (ESP) onderdeel van de opleiding Fysiotherapie van de Hogeschool van Amsterdam. Onlangs werd hij aangesteld als initiator van het Smart Health and Vitality Lab, van het Centre of Expertise Urban Vitality (CoE UV), dat zich richt op Artificial Intelligence (AI) binnen de gezondheidszorg.

‘Tijdens een acute ziekenhuisopname raken ouderen vaak in een soort overlevingsmodus’, vervolgt hij. ‘Hun energie gaat primair naar de vitale organen, niet naar de spieren. Dit is noodzakelijk, maar zorgt ervoor dat ze fysiek achteruitgaan. Goede begeleiding tijdens én na een opname is daarom cruciaal.’

Jesse Aarden

Beperkende factoren

Aarden startte zijn promotieonderzoek met een studie naar ouderen die na een operatie herstelden van een heupfractuur. ‘We ontdekten ruwweg drie categorieën. De eerste groep herstelt goed, de tweede en derde matig en slecht. Vooral de laatste groep, zo’n twintig tot dertig procent, heeft onze aandacht nodig om functieverlies zoveel mogelijk te beperken.

Na zijn eerste studie bracht Aarden, samen met twee andere promovendi in een multidisciplinaire onderzoeksgroep, de factoren in kaart die kunnen zorgen voor functieverlies na een acute opname. De zogenaamde HOSPITAL-ADL-studie. ‘We bevroegen en testten vierhonderd ouderen, verdeeld over zes ziekenhuizen: het Amsterdam UMC, locatie AMC, het voormalige Slotervaartziekenhuis, het BovenIJ ziekenhuis, het Tergooi ziekenhuis, het Isala ziekenhuis en het Meander Medisch Centrum. Door deze studie weten we dat er diverse factoren zijn – waaronder spierkracht, apathie, depressie en voeding - die bijdragen aan functieverlies na een acute ziekenhuisopname. Op het moment dat iemand heel depressief is of angst heeft om te vallen, is het belangrijk om deze factoren inzichtelijk te hebben voordat je begint met trainen. Daarom moet je als behandelaar een heel goede analyse maken van iemands situatie voordat je je behandeling start. Samenwerking met vakgenoten uit andere disciplines is daarbij essentieel.’


Onvoldoende zelfstandig

Tijdens zijn derde studie deed Aarden onderzoek naar de relatie tussen spierkracht en fysiek functioneren. Hieruit bleek dat er een relatie bestaat tussen de spierkracht en het fysiek functioneren van acuut opgenomen ouderen. ‘Dat geeft een indicatie dat je het fysiek functioneren via verbetering van spierkracht kunt beïnvloeden. In een volgende studie zagen we overigens dat de spierkracht en -massa enigszins afnemen tijdens en direct na een ziekenhuisopname. Circa veertig procent van de herstellende ouderen waren drie maanden na ontslag uit het ziekenhuis nog onvoldoende in staat zelfstandig te functioneren. Tijdens de vijfde studie analyseerden we hoe actief ouderen waren in het ziekenhuis, met behulp van een activiteitenmeter om de pols, en welke invloed dit had op functieverlies. We ontdekten dat ouderen die minder actief waren in het ziekenhuis meer functieverlies ervoeren na ontslag.’

In een laatste studie werd gewerkt aan aanbevelingen voor de praktijk. ‘Dit deden we in een zogenaamde Delphi-studie met een panel van vijftien internationale experts. De belangrijkste uitkomst is dat er consensus is om een gepersonaliseerde oefeninterventie aan te bieden aan acuut opgenomen ouderen om functieverlies te voorkomen. Voorafgaand hieraan is altijd een uitgebreide analyse van de situatie en wensen van de oudere nodig.’


Promoveren, en dan?

Het proefschrift van Aarden toont dus aan dat er meerdere factoren zijn die samen een rol spelen bij het ontstaan van functieverlies bij ouderen na een acute ziekenhuisopname, zoals het verhogen van de activiteit van ouderen in het ziekenhuis. Verder is er consensus om functieverlies te beïnvloeden door een gepersonaliseerde oefenbehandeling, rekening houdend met de situatie en wensen van de oudere.

Bij de vele metingen die zijn uitgevoerd, werd Aarden ondersteund door een grote groep studenten van verschillende opleidingen, zoals gezondheidswetenschappen en fysiotherapie. De opgedane kennis geeft hij door in zijn onderwijs. Ook draagt het bij aan het actualiseren van de onderwijsprogramma’s.

Momenteel richt Aardens onderzoek zich in toenemende mate op het personaliseren en efficiënter inrichten van de zorg in samenwerking met docenten en studenten vanuit de data-science. ‘Kunnen we vanuit data voorspellen hoe iemand revalideert, zodat we de patiënt en de zorgverlener beter kunnen informeren over het beloop van het herstel?’

Maar eerst verdedigt hij op woensdag 1 juni om 14.00 uur zijn proefschrift in de Aula van de Universiteit van Amsterdam. In aanwezigheid van zijn promotoren Prof. dr. Raoul Engelbert en Prof. dr. Bianca Buurman en co-promotoren Dr. Marike van der Schaaf en Dr. Martin van der Esch.

Veel succes, Jesse

Volg de promotie online (link wordt op de promotiedag, woensdag 1 juni gedeeld via de website van de UvA):