iTLC ondersteunt leefstijlcoaches in gebruik online tools
14 feb 2022 14:53E-coaching biedt leefstijlcoaches diverse mogelijkheden om cliënten met overgewicht te ondersteunen richting een gezondere leefstijl. Maar hoe pak je dit aan? Welke online ‘tools’ zijn er? En wanneer zet je ze in tijdens een behandeltraject? Deze en andere vragen worden beantwoord in onderzoeksproject iTLC, onderdeel van onderzoeksthema Mensen In Beweging (MIB) van het Centre of Expertise Urban Vitality (CoE UV) van de Hogeschool van Amsterdam (HvA). Onlangs verschenen de eerste resultaten in een artikel.
‘In gesprekken met professionals merkten we dat er veel vragen leefden over de inzet van technologie in de dagelijkse praktijk’, vertelt Joan Dallinga. ‘Er werd niet eerder onderzocht wat leefstijlcoaches nodig hebben. Dat doen we vanaf april 2020 in dit onderzoeksproject. Waarom dit belangrijk is? De inzet van technologie kan helpen een leefstijlbegeleidingstraject efficiënter in te richten of ondersteunen bij het behalen van doelen.’ Dallinga werkt als docent-onderzoeker bij de HvA en de Hogeschool Inholland, en is projectleider van het iTLC-project.
‘Het belang van e-health werd de afgelopen jaren onderstreept door de coronapandemie’, vult Daniël Bossen aan. Meer dan 80% van de coaches geeft aan meer gebruik te maken van technologie. Dit zullen ze blijven doen. Voor een groot deel van de leefstijlcoaches is veel technologie nieuw. Hen willen we een stap verder helpen.’ Bossen is onderzoeker bij MIB, vanuit zijn rol als docent-onderzoeker bij het lectoraat Oefentherapie van de HvA.
Gecombineerde leefstijlinterventies
Onderzoeksproject iTLC is een samenwerking tussen verschillende hogescholen, beroepsverenigingen en professionals (zie kader). Als focus is gekozen voor de gecombineerde leefstijlinterventies (GLI). Dallinga: ‘Een GLI is een tweejarige leefstijlinterventie voor mensen met overgewicht, gericht op gedragsverandering richting een gezonde leefstijl. Zorginstituut Nederland heeft aangegeven dat leefstijlcoaches, diëtisten, fysio- en/of oefentherapeuten een GLI mogen aanbieden, mits zij voldoen aan de competenties van de hbo-leefstijlcoach én beschikken over de registratie leefstijlcoach. Binnen ons onderzoeksproject inventariseerden we als eerste stap welke gedragsveranderingstechnieken coaches binnen de GLI gebruiken en hoe zij deze technieken toepassen in de praktijk. Dit deden we door middel van interviews met 38 leefstijlcoaches, die in meer of mindere mate werkten met online ‘tools’. Daarna hebben we uitgevraagd welke technieken zich ervoor lenen om online uitgevoerd te worden. Aanvullend vroegen we coaches, die al veel online werkten, hoe zij deze technieken online toepassen.’ De uitkomsten werden gebundeld in het onlangs verschenen artikel ‘Online and Offline Behavior Change Techniques to Promote a Healthy Lifestyle: A Qualitative Study’, in het International Journal of Environmental Research and Public Health.
Technieken voor gedragsverandering
‘Tijdens ons onderzoek zagen we dat coaches onbewust vaak veel verschillende technieken inzetten om gedragsverandering bij hun cliënten te ondersteunen’, vult Bossen aan. Deze coaching is erop gericht om de zelfregulatie van cliënten te stimuleren. Hierbij worden verschillende technieken toegepast, waaronder het monitoren van beweeg- en voedingsgedrag, het geven van feedback en het faciliteren van (online) sociale steun. Vooral het monitoren van objectieve beweeg- en voedingsdata werd gezien als een meerwaarde. Denk aan de informatie die wordt verzameld via een Fitbit of accelerometer (een meetinstrument dat versnelling registreert, red.). Deze data helpt leefstijlcoaches in het geven van doelgerichte feedback. Het kan gebruikt worden om, waar nodig, doelen op tijd bij te stellen. De mooie eigenschap van technologie is dat het op een slimme manier objectieve data samenvat. Bijvoorbeeld in een grafiek. Dit kan als mooie bron dienen om het zelfregulerende gedrag en uiteindelijk het zelfmanagement van cliënten te vergroten. Dit is belangrijk omdat het bij de GLI draait om lange behandeltrajecten, waarin je cliënten uit het oog kunt verliezen. Toch wordt er nog weinig gebruikt gemaakt van de beschikbare online tools.’
Efficiënt en doeltreffend
In de afgelopen periode zoomden de onderzoekers in op de ervaringen van de leefstijlcoaches met e-coaching. Dallinga: ‘We onderzochten welke behoeften er zijn ten aanzien van kennis en ondersteuning. Op dit moment werken we aan een analyse van de data. Daarnaast zijn we druk bezig met de ontwikkeling van een website voor leefstijlcoaches. Uiteraard doen we dit samen met hen en andere samenwerkingspartners. We onderzoeken welke kansen er liggen voor de inzet van e-coaching ‘tools’. Hoe kun je sociale support bijvoorbeeld online vormgeven? Zodat mensen elkaar kunnen blijven motiveren. En welke kansen liggen er rondom het formuleren en vastleggen van doelen?’ Bossen: ‘We kijken steeds weer hoe we zo aan de knoppen kunnen draaien, dat we het bewustzijn en de motivatie van cliënten vergroten. Zodat zij straks duurzaam gedrag ontwikkelen.’ Dallinga: ‘Op de website vinden leefstijlcoaches straks bijvoorbeeld een keuzehulp, die toont op welke momenten een bepaalde tool handig is, en waar ze bij gebruik rekening mee moeten houden.’
Komende zomer moet de website klaar zijn. Dallinga: ‘Ook zullen we vanaf dat moment een trainingsmodule aanbieden aan leefstijlcoaches. Het uiteindelijke doel? De leefstijlcoaches ondersteunen hun werk zo efficiënt en doeltreffend mogelijk vorm te geven. Zodat cliënten hun leefstijl verbeteren en hun zelfmanagement vergroten.’
Achtergrond iTLC |
Het iTLC-project kenmerkt zich door de combinatie voeding, beweging en technologie. Organisatorisch valt het onder het onderzoeksthema MIB van het CoE UV van de HvA. Het project kent een verscheidenheid aan partners, waaronder professionals, beroepsverenigingen, aanbieders en ontwikkelaren van de GLI, aanbieders en ontwikkelaren van e-coaching en hogescholen. Het onderzoeksproject is tevens ingebed in onderzoeksprogramma Vitale Delta van de Hogeschool Inholland. In dit programma werken vier hogescholen (Hogeschool Rotterdam, Hogeschool Leiden, De Haagse Hogeschool en Hogeschool Inholland) samen aan vitaliteit in de Deltaregio. Naast partners worden er docent-onderzoekers en studenten betrokken van de opleidingen Sportkunde (Inholland), Fysiotherapie, Oefentherapie, en Voeding en Diëtetiek. Studenten voeren bijvoorbeeld interviews of deelonderzoeken uit, soms ten behoeve van een afstudeerscriptie. Zo vloeit praktijkkennis direct terug in het onderwijs. |