Organisatorisch talent bij Mensen in Beweging
27 jan 2022 11:25 | Urban VitalityEen bijdrage leveren aan het welzijn van de mensen in haar stad én tijd doorbrengen met haar gezin. Romalita Petersen - programmamanager bij onderzoeksthema Mensen In Beweging (MIB) van Centre of Expertise: Urban Vitality (CoE UV) - koos vijf jaar geleden voor een carrière bij de Hogeschool van Amsterdam (HvA). Als organisatorisch talent ondersteunt ze de onderzoeksgroep die oplossingen en tools voor kwetsbare burgers ontwikkelt.
‘Het onderwijs heeft me altijd gefascineerd’, aldus Petersen. ‘Ik kwam er met een omweg terecht. Tijdens mijn opleidingen Rechten en Europese Studies ontdekte ik dat ik goed kan organiseren. Als afgestudeerde startte ik bij de evenementenafdeling van de VU. Daarna maakte ik een overstap naar RAI Amsterdam. De evenementenindustrie was buffelen: ‘work hard, play hard’. Toch knaagde het. Ik wilde een maatschappelijke bijdrage leveren én meer bij mijn gezin zijn.’ Vijf jaar geleden startte ze als beleidsmedewerker bedrijfsvoering aan de HvA bij de opleiding Ergotherapie. Ze verving tussendoor een collega van de faculteit Digitale Media en Creatieve Industrie (FDMCI), en kwam daarna terecht in de rol van beleidsadviseur Onderwijs- en Onderzoeksbeleid voor de faculteiten Gezondheid (FG) en Bewegen, Sport en voeding (FBSV). Sinds september 2020 werkt ze daarnaast twee dagen per week als programmamanager voor MIB. ‘Binnen dit onderzoeksthema werken FG, FBSV en FDMCI samen. Dat ik de drie faculteiten goed ken, is een enorme meerwaarde.’
Tweeledig belang
Het belang van onderzoeksthema MIB is, volgens Petersen, tweeledig. ‘Met ons onderzoek ondersteunen we kwetsbare groepen mensen in Amsterdam en daarbuiten. Maar we hebben ook een grote meerwaarde richting het onderwijs en onze studenten. Studenten worden aan de HvA opgeleid tot professional in hun eigen vakgebied. Toch is het heel belangrijk om verder te kunnen en durven kijken. Stel: je begeleidt als fysiotherapeut een oudere met overgewicht, dan kom je met de juiste training een heel eind. Maar het lost niet alles op. Je moet, zo stellen mijn collega’s, ook iets doen met voeding. Voor ouderen is eiwitrijk eten bijvoorbeeld belangrijk. Het gaat om de combinatie. MIB staat voor het gezamenlijk bedenken van oplossingen en tools voor kwetsbaren, ondersteund door creatieve technologie. Om mensen te helpen bij duurzame veranderingen. Daarvoor moet je naar elkaar luisteren en elkaars taal leren spreken.’
Toegevoegde waarde
Als programmamanager heeft Petersen coördinerende, sturende én inhoudelijke taken. Daarnaast bewaakt ze de structuur en inrichting van het programma. ‘MIB is één van de eerste SPRONGprogramma’s van Nationaal Regieorgaan SIA. Een miljoenensubsidie. Dat zorgt voor een hoge mate van verantwoording naar de subsidiegever. Afgelopen jaar zette ik daarom, met mijn collega’s, heel duidelijk op papier wat we nu precies doen. We zijn soms wat bescheiden, maar in zo’n traject moet je je werkzaamheden en toegevoegde waarde écht goed kunnen verwoorden. Op basis van deze rapportage hebben we bij MIB een jaarplan opgesteld. Ik zorg ervoor dat de punten uit dit jaarplan in iedere vergadering terugkomen. Zo houden we elkaar bij de les. Als er een keer een andere keuze gemaakt wordt, zorg ik ervoor dat we het waarom ervan goed verwoorden. Zo kunnen we ons telkens duidelijk verantwoorden. Onlangs hebben we ook een aanpassing gedaan in onze bestaande vergaderstructuur, zodat we onze tijd met elkaar zo nuttig mogelijk besteden. Voorheen kwamen de gespreksonderwerpen vooral voort uit de waan van de dag. We trachten de vergaderingen nu strategischer vorm te geven. Daar wordt het werk, mijns inziens, beter van.’
Kers op de taart
Naast een gedegen onderzoeksgroep werd MIB enige tijd geleden ook een onderzoeksthema binnen CoE UV. Petersen: ‘Ons werk is geborgd in de organisatie. Maar MIB-projecten kunnen relatief makkelijk (overkoepelend) onder projecten van het CoE UV geschaard worden. Ik probeer er daarom voor te zorgen dat onze projecten op de juiste manier naar buiten worden gecommuniceerd.’ Waar mogelijk bemoeit Petersen zich gevraagd én ongevraagd met de inhoud van projecten. ‘Mijn collega’s weten werkelijk alles over hun vakgebied. Ik kijk mee vanuit mijn perspectief als ‘leek’ en stel vragen over de zaken die ik niet begrijp. Zo houd ik ze scherp. Althans, dat hoop ik’, lacht ze. ‘Doordat ik de betrokken opleidingen en faculteiten goed ken, weet ik wie of wat er nodig is om dingen voor elkaar te krijgen binnen onze organisatie. Ik speel, denk ik, een belangrijke rol in het op gang houden van de samenwerking.’ Petersen prijst zich gelukkig met haar functie. ‘Ik heb fijne leidinggevenden en collega’s, en leer heel veel van alle knappe koppen om me heen. Ik kan iets betekenen voor mijn prachtige stad. Én ik heb alle schoolvakanties vrij, waardoor ik veel bij mijn gezin ben.’ Uit trots droeg ze MIB onlangs voor als HvA onderzoek van het jaar. ‘Samen met twee andere onderzoeken werden we genomineerd. Dat voelt als erkenning en een compliment voor ons harde werk. Voor nu zou winnen de kers op de taart zijn.'