Wetenschappelijke journals dragen bij aan transparant onderzoek
12 nov 2021 09:36Hij noemt zichzelf een zendeling. Gerben ter Riet is als methodoloog van kwantitatieve onderzoeken verbonden aan onderzoeksthema Mensen In Beweging (MIB) van de Hogeschool van Amsterdam (HvA). Vanuit de principes van open science en onderzoeksintegriteit stimuleert hij collega-onderzoekers om zo transparant en navolgbaar mogelijk te werken. Welke stappen zet je tijdens je onderzoek? En hoe kom je tot bepaalde conclusies? Op 5 oktober publiceerde hij in Nature Communications over de manier waarop tijdschriften met instructies voor auteurs kunnen bijdragen aan de transparantie in wetenschappelijk onderzoek.
‘Open science betekent dat je openlijk laat zien welke stappen je zet tijdens je onderzoek en hoe je tot een bepaalde conclusie komt’, aldus Ter Riet. ‘De UNESCO verwoordt het als volgt: het beoefenen van wetenschap op zo’n manier, dat iedereen, ook mensen die buiten de wetenschap staan, toegang hebben en bij kunnen dragen. Publicaties, data, of in een project ontwikkelde software worden vrijelijk digitaal gedeeld. Deze definitie geeft twee zaken weer: er is toegang tot de onderzoekspraktijk voor mensen buiten de wetenschap én burgers kunnen een bijdrage leveren.’
Zelf deed Ter Riet met zijn tienerdochter twee jaar op rij mee aan het Nederlandse onderzoek ‘Vang de Watermonsters’. Een landelijk burgeronderzoek om de kwaliteit van kleine wateren in Nederland in kaart te brengen. ‘Het is een heel efficiënte en kostenbesparende werkwijze. Leuk ook, trouwens. Ik heb nog nooit zo goed in een emmertje water gekeken.’
Zelfregulering
Wat is nu het belang van open science en onderzoeksintegriteit? Ter Riet: ‘Wetenschappers gaan er transparanter door werken én stellen zich kwetsbaarder op. Zie het als een vorm van zelfregulering na de vele berichten van sloppy science (onzorgvuldig bedreven wetenschap, red.). Er bestaan diverse goed onderbouwde rapporten over de manieren waarop wetenschappers bochtjes afsnijden in hun onderzoek en carrière proberen te maken ten koste van de waarheid.
Door het open science-principe behouden wetenschappers het vertrouwen van burgers, gemeenten en andere instellingen. Denk maar eens terug aan Diederik Stapel, voormalig hoogleraar Sociale Psychologie. In 2011 werd bekend dat hij in 55 artikelen had gefraudeerd met data. Dergelijke schandalen zijn slecht voor het vertrouwen in de wetenschap.’ Hoe je dit voorkomt? ‘Bijvoorbeeld door onderzoekers hun projecten vooraf te laten registreren in het publieke domein. Eén van de principes van open science. Zo kun je achteraf altijd nagaan of er informatie wordt verdraaid of achtergehouden. Ook tijdschriften kunnen met hun instructies aan wetenschappelijke auteurs een bijdrage leveren.’
Instructies aan auteurs
Samen met de Kroatische postdoc-onderzoeker Mario Malicki publiceerde Ter Riet op 5 oktober een artikel in Nature Communications over de manier waarop bladen verantwoorde onderzoekspraktijken stimuleren door hun instructies aan auteurs, vanaf 1987 tot en met 2017.
Malicki vond 153 artikelen, waarin onderzoekers instructies van tijdschriften aan auteurs bestudeerden. Ter Riet: ‘Hiermee konden we een beeld schetsen van de ontwikkelingen over de afgelopen dertig jaar. We zagen onder meer dat het open science-principe vooral speelt in de medische wereld en bij de exacte wetenschappen. Drie principes die we bijvoorbeeld steeds belangrijker zagen worden, waren: ethiek, delen van data en benoemen van belangenconflicten. Ook de definitie van auteurschap is de afgelopen dertig jaar strenger geworden. Je maakt in de wetenschap carrière door veel te publiceren. Dit geeft soms een ongewenste dynamiek. Wetenschappers sluiten deals en spelen elkaar auteurschap toe. Daardoor zijn tijdschriften strenger geworden.’
Er blijft in de instructies aan auteurs nog best wat te wensen over. Toch denkt Ter Riet dat tijdschriften het open science-principe ermee kunnen ondersteunen. ‘Veel auteurs zijn geneigd te doen wat een redactie ze vraagt. Ze willen graag publiceren. Tijdschriften moeten dan natuurlijk wel hun tanden laten zien en vaker controleren of instructies daadwerkelijk gevolgd worden. Alleen dan dragen deze bij aan meer transparant wetenschappelijk onderzoek.’