Verhalenmuseum Noord Commewijne geopend

Noord Commewijne bestrijkt een plantagegebied aan de rechteroever van de Commewijnerivier in Suriname. Het heeft een lange, veelal onbeschreven, geschiedenis en roept bij velen herinneringen op. Het aantal bewoners in het gebied is de afgelopen 30 jaar drastisch afgenomen, doordat veel bewoners naar Paramaribo trokken.

Oude en nieuwe herinneringen delen

Het project draait om het verhaal en het bestaan van de bewoners een gezicht te geven en oude en nieuwe herinneringen te delen. Naast het Verhalenmuseum is er in 2021 een verhalenwebsite gelanceerd over het Geheugen van Noord Commewijne . Beide maken onderdeel uit van een zogeheten Twinning-project, een samenwerkingsproject tussen Suriname en Nederland waarin partijen vanuit de samenleving aan elkaar gekoppeld worden. Het Verhalenmuseum is onder andere geïnspireerd op de buurtverhalenwebsite het Geheugen van Oost in Amsterdam en het Verhalenhuis Belvédère in Rotterdam.

Het Geheugen van Noord Commewijne is er voor de bewoners, de mensen die het gebied willen bezoeken en voor iedereen die geïnteresseerd is in Suriname. Zo willen de betrokkenen bijdragen aan de kennis van en trots over het gebied bij kinderen, volwassenen en ouderen. Daarnaast is het project bedoeld om het gebied aantrekkelijk te presenteren voor potentiële bezoekers en zo ook bij te dragen aan werkgelegenheid. De hoop is dat het aantal bewoners in het gebeid weer wat toeneemt.

Diepere vragen

Het Verhalenmuseum op Frederiksdorp bevat een deel van de verhalen van de website, foto’s van de vertellers en allerlei voorwerpen uit verschillende tijden. Bezoekers ‘wandelen’ zo door de persoonlijke herinneringen van bewoners uit het hele gebied. Frederiksdorp werd voorheen al bezocht door toeristen uit eigen land en buitenland, maar de eerste reacties van bezoekers aan het Verhalenmuseum zijn volgens Sirano Zalman, eigenaar van het gebied, heel interessant. Hij vertelt dat de vragen van de bezoekers na een bezoek aan het Verhalenmuseum veel dieper gaan dan voorheen. Ze zijn meer geïnteresseerd in wat mensen in het dagelijkse leven bezighield, ook met elkaar als verschillende groepen. Voorheen gingen de vragen meer over grotere gebeurtenissen in de geschiedenis, veelal ingezoomd op het slavernijverleden.