Centre of Expertise Urban Education

Armoede en bestaanszekerheid

Armoede en bestaanszekerheid hangen sterk met elkaar samen. Bestaanszekerheid gaat over voldoende inkomen, goede gezondheid, betaalbare en duurzame huisvesting, werk dat loont, een adequate opleiding, gezonde sociale relaties en een zinvol leven (Commissie Sociaal Minimum, 2023). Zo'n één op de zes mensen in Nederland zijn bestaansonzeker, en daarvan leeft een kwart in armoede (RVS, 2024). Armoede is het gevolg van onvoldoende inkomen, wat vaak leidt tot uitsluiting van maatschappelijke participatie en een structurele afhankelijkheid van het sociale zekerheidsstelsel (Engbersen, 1991).

Zorgen over bestaansonzekerheid zijn niet nieuw, maar staan de laatste tijd extra onder de aandacht omdat mensen zich op verschillende vlakken zorgen maken over hun bestaan. Wie naar de metropoolregio Amsterdam kijkt, ziet een welvarende regio met een diversiteit aan inwoners die veel van elkaar verschillen (Gemeente Amsterdam, 2024). Voor een steeds groter wordend deel van de inwoners vertoont de samenleving crisisverschijnselen: de arbeidsmarkt is te flexibel en daarmee onzeker voor velen, er is een tekort aan betaalbare woningen, onderwijsongelijkheid blijft een hardnekkig probleem en sociaaleconomische gezondheidsverschillen zijn onverminderd groot. De houdbaarheid en uitvoerbaarheid van het sociale zekerheidsstelsel staat onder druk en steeds meer mensen komen in de knel met de verzorgingsstaat, waar ze van afhankelijk zijn. Deze effecten zijn niet alleen voelbaar voor ouders, maar bereiken ook het kind.

Het bewustzijn van de verschillende (start)posities van gezinnen en kinderen in relatie tot armoede en bestaanszekerheid is van belang. Opgroeien in Amsterdam betekent voor kinderen en jongeren ontwikkelen in een rijke leefomgeving met verschillen (Fukkink, 2015). Zo groeit in Amsterdam 15,8% van de minderjarige kinderen op in minimahuishoudens (Onderzoek en Statistiek, 2022). Per stadsdeel, postcodegebied en wijk kan dit percentage sterk afwijken. Gezinnen in bestaansonzekerheid zijn geen homogene groep en kennen daarbij ieder hun eigen uitdagingen. Deze uitdagingen en verschillen vertalen zich in maatschappelijke posities, kansen, uitdagingen en in-en uitsluitingsmechanismen (CPB, 2022).

De bestaanszekerheid van gezinnen met oog voor hun diverse achtergronden binnen een grootstedelijke context staat centraal binnen de programmalijn. Professionals in het sociale, onderwijs en pedagogische domein zetten zich iedere dag in om de bestaanszekerheid voor gezinnen te vergroten en kansenongelijkheid voor kinderen en jongeren te verkleinen. De grootstedelijke context vraagt specifieke kennis van hen en werpt dilemma's, belemmeringen en onbewuste bias op. Het is voor professionals van belang om patronen van ongelijkheid te herkennen (KIS 2023). Tegen welke (systeem)beperkingen lopen zij aan en hoe kan dit beter? Welke (onbewuste) bias(en) hebben zij in het uitvoeren van hun werkzaamheden? Is de professional zich bewust van zijn of haar positie? Wat ligt wél binnen de invloedsfeer van de professional, en wat hebben zij nodig om gelijke kansen voor elk kind te bewerkstellingen? In deze programmalijn richten we ons op het beantwoorden van deze vragen.

Doelstellingen en bijdrage aan de CoE-missie

Het bestrijden van armoede en bestaansonzekerheid vraagt om een aanpak die gericht is op zowel individuele, maatschappelijke (beleidsmatige) factoren en uitsluitingsmechanismen. Vanuit het Center of Expertise richten we de focus op de rol van de professional, die gezinnen en hun kinderen en jongeren bijstaan in het vergroten van bestaanszekerheid. Dit gaat bijvoorbeeld om de sociaal werker, de docent, of de schuldhulpverlener. Hierbij kijken we naar hun handelingsperspectieven, maar ook naar de beleidsmatige context waarin zij werken, en de mate waarin deze al dan niet ondersteunend is aan hun werk.

Binnen de Hogeschool van Amsterdam gebeurt er al veel op deze domeinen. Een een belangrijke rol voor de programmalijn is dan ook om deze activiteiten met elkaar te verbinden, verder te versterken door kennisuitwisseling en uit te dragen naar de praktijkpartners in de stad. Ook voor partners in de stad willen we deze rol van kenniswerkplaats nadrukkelijk vervullen.

Dit doen we aan de hand van:

  • (nieuw op te zetten) onderzoek gericht op praktijkvragen;

  • doorvertalen van inzichten naar het onderwijs (waar de professionals van morgen worden opgeleid);

  • het organiseren van (netwerk)bijeenkomsten voor kennisdisseminatie;

  • professionalisering voor huidige professionals.

Samenwerking

We zoeken samenwerking met initiatieven in de samenleving en sluiten aan bij bestaande initiatieven binnen de HvA. Wil jij verder in gesprek over dit thema? Neem dan gerust contact op. We gaan graag in gesprek.

Gepubliceerd door  Urban Education 29 oktober 2024