Toegankelijke navigatie voor mensen met visuele beperking

Docent-onderzoeker Joey van der Bie start promotietraject naar blind navigeren met gesproken navigatieberichten tijdens onbekende routes

28 nov 2024 12:56 | Urban Vitality

Van verminderd zicht tot vlekkig zicht, kokerzicht of volledige blindheid. In Nederland leven naar schatting zo’n 280.000 mensen met een visuele beperking. Het uitvoeren van dagelijkse bezigheden, zoals werken, boodschappen doen of deelname aan een vereniging, zijn voor hen niet vanzelfsprekend. Dat hangt in grote mate samen met de obstakels die zij ervaren bij zelfstandig reizen, weet docent-onderzoeker Joey van der Bie van de Hogeschool van Amsterdam (HvA). Met name wanneer een route tijdelijk verandert, bijvoorbeeld door een ongeluk of een wegonderbreking. Onlangs ontving Van der Bie een NWO-promotiebeurs. Daarmee doet hij de komende 5 jaar onderzoek naar de beste ondersteuning met gesproken navigatieberichten voor mensen met een visuele beperking op onbekende routes.

Joey van der Bie

‘Bij een visuele beperking is je zicht aan beide ogen zo beperkt dat je moeite hebt met functioneren in het dagelijks leven’, start Joey van der Bie. ‘Mensen met een visuele beperking mogen bijvoorbeeld geen auto rijden. Reizen met het openbaar vervoer kost hen vaak veel energie. Daardoor werken velen weinig of niet. Ook nemen ze minder deel aan sociale activiteiten. Je ziet mensen met een visuele beperking dus minder in de openbare ruimte. Dat maakt dit probleem bijna onzichtbaar.’

Van taststok tot blindengeleidehond

Van der Bie is was van 2013 tot 2023 verbonden aan het lectoraat Digital Life van de HvA. Momenteel geeft hij les binnen de opleiding HBO-ICT en is mede-coördinator voor de minor Zorgtechnologie en de minor Internet of Things. Vanuit zijn promotietraject is hij verbonden aan de lectoraatslijn Technologie en Participatie bij het lectoraat Ergotherapie - Participatie en Omgeving van de HvA, met associate lector Technologie en Participatie Margriet Pol als co-promotor.

Zijn promotor Prof. dr. Albert Postma bekleedt de leerstoel Klinische Neuropsychologie aan de Universiteit Utrecht, waaraan ook co-promotor Krista Overvliet verbonden is. ‘Voor mensen met een visuele beperking bestaan er op dit moment hulpmiddelen, zoals de taststok, de aanwijsstok of de blindengeleidehond’, vervolgt Van der Bie. ‘Maar deze hulpmiddelen schieten tekort. Ze bieden niet alle informatie die nodig is. Dan kom je uit bij technologische ondersteuning, zoals een navigatie-app. Deze worden nog niet heel veel gebruikt. Dat komt doordat dergelijke apps nog onvoldoende zijn ingericht op de wensen en behoeften van mensen met een visuele beperking. Wil een app écht nuttig zijn, dan moet je er bijna letterlijk blind op kunnen navigeren. Dat gaat nu nog niet.’

Verschil in informatiebehoefte

De interesse van Van der Bie in de ontwikkeling van technologie voor mensen met een visuele beperking komt deels voort uit zijn privésituatie. ‘Ik heb een blind familielid. Voor hem ontwierp ik al eens een app om de post voor te lezen of een app die kan inschatten of er mensen en/of objecten in je buurt staan. Daarnaast ontwikkelde ik een aantal jaren geleden in het onderzoeksproject Eyebeacons - met studenten en praktijkpartners - een navigatie-app voor mensen met een visuele beperking. Het nadeel van deze app? Er is geen onderscheid gemaakt tussen de verschillende segmenten van een visuele beperking. Uit onderzoek weten we bijvoorbeeld dat de informatiebehoefte en -verwerking van mensen die vanaf hun geboorte blind zijn, anders is dan die van mensen die op latere leeftijd blind worden. Iemand die vanaf zijn geboorte blind is, redeneert voornamelijk vanuit zichzelf: ‘Ik loop langs de paal.’ Iemand die later blind geworden is, redeneert vanuit zijn omgeving: ‘De paal staat naast de kerk.’ In mijn promotieonderzoek houd ik hier rekening mee.’

Persoonlijke voorkeuren

In de eerste fase van zijn onderzoek oriënteert Van der Bie zich dan ook op de verschillen in informatiebehoefte en -verwerking. ‘Daartoe vraag ik mensen met uiteenlopende visuele beperkingen om verschillende routes te beschrijven. Ik richt me hierbij op spraakberichten en werk niet met elementen zoals geur of trilling. Onlangs deed ik op de Nederlandse Oogbeurs in Utrecht bijvoorbeeld een klein deelonderzoek naar voorzetselgebruik.

Wanneer ik een duidelijk beeld heb van de informatiebehoefte en -verwerking van de verschillende deelgroepen, ga ik de informatie in de eerder ontwikkelde app structureren per segment. Hierin word ik ondersteund door studenten HBO-ICT. Wanneer de app gereed is, test ik deze – met studenten vanuit de minor Zorgtechnologie - op effectiviteit en ervaring. Daarbij starten we natuurlijk in veilige situaties. Wanneer de app in een vergevorderd stadium is, ga ik een AI-model (artificiële intelligentie, red.) trainen om de navigatie-instructies aan te kunnen passen naar persoonlijke voorkeuren. In de laatste fase van mijn onderzoek, mogen zo’n 30 personen met een visuele beperking de app gedurende een langere periode testen, waarna we de laatste aanpassingen doen.’

Toegankelijke app

Of er over 5 jaar een app is die mensen met een visuele beperking feilloos van A naar B loodst op onbekende routes? ‘Dat zou een kroon op mijn werk zijn. Ik hoop dat één van de zorg- of praktijkpartners waarmee ik veel samenwerk, zoals Bartiméus, Koninklijke Visio, EMVI, StepHear of Atsense, de opgedane kennis en inzichten straks oppakt en een toegankelijke app ontwikkelt voor gebruik in de praktijk. Zodat mensen met een visuele beperking met een gerust gevoel op pad kunnen en reizen hun minder energie kost.’