Sportprofessionals ondersteunen bij complexe uitdagingen

3 okt 2024 11:11 | Urban Vitality

Minder leden, hogere kosten, meer individualisering en vergrijzing. Het zijn slechts een paar van de uitdagingen waar sportverenigingen momenteel mee kampen. Daarnaast wordt van hen verwacht dat ze inspelen op maatschappelijke problemen, zoals overgewicht, beweegarmoede en eenzaamheid. Sportprofessionals moeten hierin uitkomst bieden. Maar hoe kunnen zij optimaal bijdragen aan oplossingen? En welke vaardigheden en ondersteuning hebben zij hiervoor nodig? Het lectoraat Sport Management & Sport Business van de Hogeschool van Amsterdam (HvA) ontving onlangs een subsidie van € 400.000 van ZonMw om – in onderzoeksproject ‘Ervaring en organisatie van sportprofessionals in Nederland: de implementatie van sociaal management’ – antwoorden te vinden op deze en andere vragen.

Jora Broerse

‘Vooral binnensportverenigingen en kleinere clubs hebben de afgelopen 10 jaar te maken met een dalend ledenaantal’, vertelt Jora Broerse. ‘Tijdens de coronacrisis stopten veel mensen bijvoorbeeld met sporten. Of gingen individueel trainen. Maar dit is niet de enige uitdaging waar verenigingen voor staan. Een grote groep mensen zoekt elkaar tegenwoordig op via sociale media bij de organisatie van sportieve activiteiten. Daarnaast is er een flinke individualisering gaande: we verwachten veel van verenigingen, maar zijn vaak niet bereid om vrijwilligerstaken op te pakken. En dan hebben verenigingen ook nog eens te maken met nieuwe doelgroepen, hogere kosten voor energie, eten en drinken én uitdagingen rondom accommodaties en kwaliteitskaders. Hun sportaanbod sluit daardoor vaak niet meer aan bij de huidige behoeften.’

Belang van sportverenigingen

Jora Broerse is senior onderzoeker bij de opleiding Sportkunde. Als onderzoeker voor het lectoraat Sport Management & Sport Business leidt ze de onderzoekslijn sportmanagement. Daarnaast is ze projectleider van het huidige onderzoeksproject. ‘De rol van sportverenigingen in Nederland is de afgelopen jaren steeds complexer geworden’, vervolgt ze. ‘Toch zijn sportverenigingen een belangrijk onderdeel van de manier waarop we sport en beweging organiseren. Zo’n 30% van de Nederlandse bevolking maakt gebruik van het sportaanbod van een vereniging. Veel kinderen zijn bijvoorbeeld lid van een sportclub of -vereniging. Dit heeft deels te maken met de betaalbaarheid van een lidmaatschap. Daarnaast heeft een vereniging ook een sterke sociale functie: mensen vinden er aansluiting en gezelligheid.’

Langetermijnvisie

Belangrijk dus dat sportverenigingen blijven bestaan. Zij moeten zich echter wél voegen naar de huidige vraag en behoefte. Broerse: ‘Sportverenigingen draaien vaak voor een belangrijk deel op vrijwilligers. Zij vormen het dagelijks bestuur, fungeren als coach en/of organiseren sportieve evenementen. Voor de langetermijnvisie van een club en de aansluiting bij maatschappelijke ontwikkelingen, worden meestal sportprofessionals ingezet. Deze betaalde krachten zijn vaak in dienst van een gemeente of een sportservice-organisatie. Zij sturen vrijwilligers aan, helpen hen professionaliseren én hebben dus een heel belangrijke taak in het op lange termijn gezond houden van verenigingen. Bijvoorbeeld door het ontwikkelen van het sportaanbod. Maar ook door het creëren van en samenwerken met een lokaal netwerk van scholen, zorg- en wijkcentra, het zogenaamde sociaal management.’

Hoge verwachtingen

En juist bij het opzetten en uitwerken van dit sociaal management, daar wringt het. ‘Ik denk dat dit komt doordat we ons middenin deze nieuwe ontwikkeling bevinden’, vervolgt Broerse. ‘Gemeenten en sportbonden verwachten van verenigingen dat ze bijdragen aan de oplossingen voor een aantal maatschappelijke problemen, zoals beweegarmoede, eenzaamheid en obesitas. De sportprofessional mag dit oppakken. Maar iedere vereniging heeft haar eigen uitdagingen. Er is geen blauwdruk van waaruit de sportprofessional de huidige uitdagingen het hoofd kan bieden. Daarnaast leren we hen tijdens hun opleiding perfect plannen en budgetteren. We leren ze echter weinig op het gebied van sociaal management. Hoe werk je nu optimaal samen met andere professionals en organisaties in een wijk? En hoe zorg je er sámen voor dat je de wijk gezonder maakt?’

Patronen ontdekken

Doel van het nieuwe onderzoeksproject is dan ook om de werkzaamheden van sportprofessionals beter te begrijpen en te onderzoeken wat zij nodig hebben. Broerse: ‘In de eerste fase van ons onderzoek creëren we – met diverse samenwerkingspartners - een netwerk voor sportprofessionals. Ook onderzoeken we welke competenties zij nodig hebben en welke zij missen.

In fase 2 volgen we 12 casestudy’s bij gemeenten door heel Nederland. Welke doelen hebben gemeenten? En stellen zij realistische eisen aan hun sportprofessionals? Zo hopen we patronen te ontdekken in de uitdagingen van sportprofessionals. Onze onderwijscollega’s gaan vervolgens aan de slag met de integratie van de opgedane kennis in het onderwijs. En na een uitgebreide enquête onder gemeenten ontwikkelen we voor hen een toolkit, waarmee ze hun sportprofessionals beter kunnen ondersteunen. Tijdens ons project worden we op diverse momenten ondersteund door studenten. Zo werken zij bijvoorbeeld mee aan de casestudy’s, nemen ze interviews af of kunnen ze afstuderen op een deelonderzoek.’

Sterkere maatschappelijke functie

Zomer 2027 wordt het onderzoek afgerond en worden de bevindingen gedeeld op symposia, in leernetwerken en via samenwerkingspartners. Broerse: ‘Ik hoop dat er tegen die tijd een stevig sociaal netwerk staat van en rondom een sterk geprofessionaliseerde beroepsgroep sportprofessionals. Daarnaast hoop ik dat we een duidelijk beeld hebben van het vitaliseren van verenigingen en optimaliseren van sociaal management door de inzet van sportprofessionals. En dat ons onderwijs hierop aansluit. Zo kunnen sportverenigingen in de toekomst een nog sterkere maatschappelijke functie vervullen en bijdragen aan de vitaliteit en sportiviteit in de wijk.’