Nieuw hoofd kenniscentrum Faculteit Gezondheid, Sport en Bewegen

‘In 2020 gingen de kenniscentra van de faculteiten Gezondheid en Bewegen, Sport en Voeding op in het Centre of Expertise Urban Vitality (CoE UV)’, vertelt Van Campen. ‘Dat heeft in de afgelopen jaren heel veel mooi onderzoek voorgebracht. Over de grenzen van beide faculteiten heen. Multidisciplinair dus.’ Toch was verandering noodzakelijk.

Kwartiermaker kenniscentrum

Van Campen is opgeleid als bewegingswetenschapper en hersenwetenschapper. Ze promoveerde op de fysiologische en psychologische aspecten van het initiëren en veranderen van gedrag in de hersenen. Aanvankelijk werkte ze als docent-onderzoeker in het fundamentele hersenonderzoek én in de toegepaste sport- en prestatiepsychologie. Na verloop van tijd ging ze werken voor subsidieverstrekkers en startte haar eigen onderneming als kennismakelaar. Dichter bij de praktijk. Daar legt ze de verbinding tussen praktijk, onderzoek en onderwijs.

Botsende doelstellingen Kenniscentrum en CoE’s

‘Voorheen waren alle taken en rollen ondergebracht in het CoE UV’, vervolgt Van Campen. ‘Een kenniscentrum en een CoE hebben echter verschillende doelstellingen. Daardoor botste het steeds vaker op gebied van taken en verantwoordelijkheden. Het CoE UV is in basis een netwerkorganisatie, waarin gezamenlijk wordt gewerkt rondom specifieke maatschappelijk vraagstukken waarin een transitieversnelling nodig is. Door intensieve samenwerking met diverse praktijkpartners hoopt men sneller tot maatschappelijke veranderingen te komen.

Het kenniscentrum is de strategische, organisatorische en beleidsmatige thuisbasis van al onze lectoraten en hun onderzoek. Vanuit de lectoraten wordt onderzoek gedaan dat past bij de betreffende opleidingen en hun werkveld. Dit sluit niet altijd aan bij de focus en doelstellingen van het CoE UV. Het kenniscentrum is de strategische, organisatorische en beleidsmatige eenheid van al het onderzoek binnen de faculteit.’

Specifieke rollen

Het kenniscentrum Faculteit Gezondheid, Sport en Bewegen is dus de thuisbasis voor alle lectoraten – en hun onderzoek - gekoppeld aan de gelijknamige faculteit. Van Campen: ‘Ons onderzoek is enorm uiteenlopend van aanpak. De ene opleiding schuurt tegen academisch onderzoek aan door de intensieve samenwerking met het academische ziekenhuis Amsterdam UMC. Daarnaast doen we heel veel actiegericht onderzoek, bijvoorbeeld vanuit de verschillende living labs. Het kenniscentrum moet al die verschillende vormen van onderzoek een plek geven en ondersteunen. Hoe? Bijvoorbeeld door ondersteuning op het gebied van kwaliteit. Denk bijvoorbeeld aan hulp vanuit onze Open Science Support Desk.

Ook gaan we zorgen voor financiële ondersteuning. Hoe zorg je er bijvoorbeeld voor dat je de inzet van geld en middelen duidelijk verantwoordt naar een subsidiegever? Daarnaast richten we ons op een gebalanceerd personeelsbeleid en ondersteunen we nieuwe medewerkers bij het vinden van hun plek. Door de ontkoppeling van kenniscentrum en CoE krijgt het CoE UV de ruimte voor focus op specifieke onderzoeksthema’s. Daarnaast kan het CoE kan zich veel meer gaan profileren als netwerkorganisatie. Vanuit ons kenniscentrum zullen we uiteraard – waar mogelijk - bijdragen aan onderzoeksthema’s.’

Leren innoveren

Hoe het kenniscentrum er praktisch uit gaat zien, is voor Van Campen nog niet duidelijk. ‘Dit gaan we de komende tijd met elkaar onderzoeken. Ik kan me voorstellen dat de kernlectoren hierin een voortrekkersrol vervullen, samen met de opleidingsmanagers. Ik hoop dat we binnenkort een gezamenlijke basisvisie op papier gaan zetten. Zo’n document is enorm helpend wanneer er in de toekomst lastige besluiten genomen moeten worden.

Mijn ideaal is dat we straks een dynamisch en toegankelijk kenniscentrum vormen waar onderzoekers en docenten elkaar weten te vinden. Met een team van lectoren, dat zich naast hun eigen onderzoek sterk maakt voor de ontwikkeling van de faculteit als geheel. Zodat de verschillende werkvelden met vertrouwen naar ons kijken en professionals graag bij tijd en wijle aanhaken voor het halen en brengen van kennis. Bovenal hoop ik dat onderzoek een natuurlijk en aantrekkelijk onderdeel wordt van ons onderwijs en dat studenten straks voor de HvA kiezen, omdat ze weten dat ze bij ons leren innoveren.’