Ouders en kinderen in beweging door living lab De Spelende Mens
15 feb 2024 13:32 | Urban VitalityRegelmatig bewegen ligt aan de basis van een leven lang gezondheid. Ouders zijn een van de belangrijkste beïnvloeders van beweeggedrag. In de Amsterdamse wijk Slotervaart-Zuid, onderdeel van stadsdeel Nieuw-West, ervaren ouders diverse belemmeringen om hun kinderen regelmatig te laten bewegen. Het lectoraat Bewegen in en om School (BioS) van de Hogeschool van Amsterdam (HvA) ontving onlangs, onder het thema Gezond Opgroeien van het Centre of Expertise Urban Vitality (CoE UV), een subsidie van € 50.000 vanuit ZonMw. Om in living lab De Spelende Mens samen met ouders te onderzoeken wat zij én hun gezin nodig hebben om meer in beweging te komen. En zo te werken aan hun gezondheid en die van hun kinderen.
‘Kinderen die regelmatig bewegen, voelen zich lekkerder in hun vel, hebben minder vaak overgewicht en laten betere leerprestaties zien’, vertelt Fatima Aitja, interne begeleider en brugfunctionaris van de Huizingaschool. ‘Sport en beweging geven veel mogelijkheden tot ontwikkeling en sociale interactie. Het is daardoor goed voor het welzijn van een kind. En wanneer je je als kind motorisch goed ontwikkelt, heb je op latere leeftijd bijvoorbeeld minder kans om te vallen.’
Kennis en Bewustwording
Dilène van Campen is coördinator van living lab De Spelende Mens. ‘Vroeger kon ieder kind buitenspelen. Dat is tegenwoordig niet vanzelfsprekend. Zeker niet in een drukke stad als Amsterdam.’ De Huizingaschool ligt in de Amsterdamse wijk Slotervaart-Zuid en is de basis van het living lab. Bewegen is één van de thema’s die er leeft. Aitja: ‘Basisschoolkinderen zijn op gebied van beweging en sport afhankelijk van hun ouders. Zij moeten hen inschrijven bij een vereniging en vaak ook brengen en halen. Sport geeft kinderen zelfvertrouwen. Daarnaast leren ze incasseren, bijvoorbeeld bij verlies, maar ook samenwerken als team. Belangrijke vaardigheden om goed te kunnen functioneren.
Rondom onze school wonen veel kinderen van Marokkaanse en Turkse afkomst. Hun ouders zijn geregeld lager opgeleid en hebben minder financiële mogelijkheden. Daarnaast zie ik dat het hen vaak ontbreekt aan kennis en bewustwording. ‘De kilo’s gaan er wel af als ze groeien’, hoor ik dan. Wanneer ouders zelf niet sporten, kennen ze de voordelen er niet van. Op school geven wij een gezond voorbeeld. Leerlingen drinken hier alleen water, eten bruinbrood en delen gezonde traktaties uit tijdens verjaardagen. In de pauzes is er een begeleider die een spel organiseert. Ook stimuleren we beweging tussen de lessen door. We organiseren buitenschoolse activiteiten, maar ook trainingen voor ouders. Zo proberen we een positieve bijdrage te leveren aan de wijk.’
Van kerngroep tot ouderbijeenkomst
Living lab De Spelende Mens startte afgelopen juli en loopt tot en met december 2024. Van Campen: ‘Tijdens een ouderochtend in september zou ik 10 minuten uitleg geven. Dit resulteerde in een uitgebreid gesprek én een wandeling door de wijk. Van hieruit vormden we een kerngroep met 4 ouders: 2 Turkse en 2 Marokkaanse moeders. Ik ga elke 2 weken met hen in gesprek. Wat is het beweeg- en sportaanbod in de buurt? Wat hebben zij nodig om regelmatig deel te nemen aan beweegactiviteiten? Weten zij hoe belangrijk bewegen is voor henzelf en hun kinderen? En hoe zorgen we ervoor dat kennis over gezond bewegen bij andere ouders terechtkomt?
Op school zien we met name de moeders van de kinderen. Daarom startten we bij hen. Op dit moment werken we aan de organisatie van een grote ouderbijeenkomst. Daar toetsen we de ideeën uit de kerngroep. Van hieruit hopen we straks de eerste beweegactiviteiten te kunnen organiseren. We worden hierbij ondersteund door studenten van de Academie voor Lichamelijke Opvoeding (ALO) en de minor Global Health.’
Samen verandering realiseren
Bij het living lab zijn verschillende praktijkpartners betrokken. Van Campen: ‘Het stadsdeel ondersteunt bijvoorbeeld op gebied van beleid en kan opdrachten uitzetten bij Team Sportservice Amsterdam. Het Ouder- en Kindteam helpt onder meer bij de aanvraag van financiële steun uit het Jeugdfonds Sport en Cultuur. Buurtwerkorganisatie Combiwel kunnen we inschakelen indien nodig. Zo bouwen we aan een stevig netwerk in de wijk. Alleen samen kun je werkelijk verandering teweegbrengen. Tegelijkertijd hou ik contact met de aangrenzende wijk Slotermeer, waar een soortgelijk project is opgestart vanuit de GGD Amsterdam. We delen kennis en informatie, zodat deze ook op andere plekken ingezet kan worden.’
Waar de partners op hopen? Aitja: ‘Dat ouders een gezondere leefstijl ontwikkelen en meer gaan bewegen, samen met hun kinderen.’ Van Campen hoopt op een duurzame verandering in het leven van ouders en kinderen, die voortduurt na afronding van dit project. ‘Bijvoorbeeld doordat ouders en/of buurtwerkorganisaties dit initiatief voortzetten. Wanneer je zelf invloed hebt, biedt dat grip op je leven, nieuwe kansen en hopelijk gelijke mogelijkheden voor iedereen.’