Gezondheidswinst bij aanhoudende lichamelijke klachten
Docent-onderzoeker Margreet Wortman promoveert op de effectiviteit, kosteneffectiviteit en werkingsmechanismen van psychosomatische therapie voor mensen met aanhoudende lichamelijke klachten (ALK).
31 okt 2023 13:53 | Urban VitalityVan duizeligheid, rug- en gewrichtspijn tot fibromyalgie, chronische vermoeidheid en het prikkelbare darmsyndroom. Een deel van de patiënten die regelmatig de huisarts bezoekt, heeft aanhoudende lichamelijke klachten (ALK). Dit trekt geregeld een zware wissel op hun kwaliteit van leven, weet docent-onderzoeker Margreet Wortman. In 2016 ontving ze een NWO-promotiebeurs voor leraren van de Nederlandse organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek (NWO). Daarmee gaf ze haar promotieonderzoek aan de Hogeschool van Amsterdam (HvA) vorm. Hoe kun je patiënten met ALK zo goed mogelijk begeleiden? En kun je de zorgkosten beheersen door de inzet van psychosomatische therapie? Op vrijdag 1 december verdedigt ze haar proefschrift.
‘De aandoeningen waar patiënten met aanhoudende lichamelijke klachten (ALK) last van hebben zijn zeer uiteenlopend’, begint docent-onderzoeker Margreet Wortman. ‘Denk aan hoofdpijn, nek-, rug- en schouderpijn, gewrichtsklachten, duizeligheid en hyperventilatie. Maar ook aan grotere syndromen zoals fybromyalgie, het chronisch vermoeidheidssyndroom en het prikkelbare darmsyndroom. Wat ALK-patiënten gemeen hebben, is dat hun klachten langdurig zijn, ze vaak veel pijn hebben en ze veelal een verminderde kwaliteit van leven ervaren.’
Heterogene groep
Wortman werkt als docent-onderzoeker voor het lectoraat Oefentherapie – Dagelijks bewegen! en is projectleider van het ZonMw-onderzoek naar het optimaliseren van oefentherapie voor gezond beweeggedrag in de eigen leefomgeving van cliënten met chronische pijn. Wortman: ‘Voorheen spraken we van somatisch onvoldoende verklaarde lichamelijke klachten (SOLK). Deze term is onlangs vervangen door aanhoudende lichamelijke klachten (ALK). Daardoor ligt de focus niet meer op het onvoldoende verklaarde, maar op alle aanhoudende lichamelijke klachten. Zowel degene die door een chronische ziekte worden verklaard als degene met een onbekende oorzaak.
De klachten van ALK-patiënten ontstaan en/of verergeren door diverse factoren: fysieke, psychische, emotionele en/of sociale. De groep ALK-patiënten is daardoor een complexe, heterogene groep. Ook de mate van de klachten – van matig tot ernstig – verschilt enorm. Sommige patiënten lopen al 30 jaar rond met aanhoudende lichamelijke klachten. Zij vragen veel van ons zorgsysteem. Ze komen frequent bij de huisarts en worden vaak verwezen naar andere zorgverleners en medisch specialisten.’
CORPUS-studie
Wortman werkte 33 jaar als psychosomatisch oefentherapeut. ‘Ik zag mooie resultaten bij patiënten met ALK. Maar er bestond nog weinig informatie over de kosteneffectiviteit en de werking van de psychosomatische aanpak.’ In 2014 studeerde Wortman af als klinisch epidemioloog. ‘Tijdens mijn scriptie-onderzoek onderzocht ik of psychosomatische therapie voor patiënten met ALK acceptabel was. En of een groter onderzoek met deze groep haalbaar was.’ Dat bleek het geval. ‘Tijdens mijn promotieonderzoek zette ik daarom de uitgebreide CORPUS-studie op.’
Via bijna 40 huisartspraktijken werd een grote groep patiënten met ALK benaderd. ‘Dit leidde tot een onderzoeksgroep van 169 personen. De ene helft van de groep kreeg de gebruikelijke zorg aangeboden, de andere helft kreeg de gebruikelijke zorg plus psychosomatische therapie. Met vragenlijsten inventariseerden we onder meer of mensen verbetering ervaarden in hun dagelijks functioneren. We zagen helaas geen significant verschil in het ervaren dagelijks functioneren tussen beide groepen. Wél ontdekten we dat patiënten met matig-ernstige klachten baat hadden bij de psychosomatische therapie.’ Deze bevinding sluit aan op de aanbeveling in de richtlijn Somatisch onvoldoende verklaarde lichamelijke klachten van het Nederlandse Huisartsen genootschap (NHG). Daarin staat dat patiënten met matig-ernstige ALK naar een psychosomatisch therapeut moeten worden verwezen.’
Meer kwaliteit van leven
Tijdens de procesevaluatie werden zowel patiënten als psychosomatisch therapeuten, die deelnamen aan de CORPUS-studie, bevraagd op hun ervaringen met de psychosomatische therapie. ‘De continue afwisseling tussen gesprekken en lichaamsgerichte oefeningen tijdens de therapie werd door patiënten benoemd als werkend mechanisme. Maar, zo benoemden zowel patiënten als behandelaren, om de therapie te laten slagen, is een goede werkrelatie tussen patiënt en therapeut essentieel. Therapeuten moeten dus continu afstemmen met hun patiënt of ze nog op dezelfde lijn zitten rondom de psychosomatische verklaring van de patiënt, de klachten en de psychosomatische aanpak.
Uiteindelijk gaf 95 procent van de deelnemers aan tevreden te zijn over de therapie, óók degenen met ernstige klachten. 82 procent van de deelnemers gaf aan beter te kunnen omgaan met hun klachten. Patiënten herstelden dus niet altijd, maar hun ervaren kwaliteit van leven ging wél vooruit. Hoe dat kan? Wellicht doordat mensen zich gehoord voelden, of doordat ze hun klachten beter begrepen en daardoor meer luisterden naar hun lichaam. Voor de kosteneffectiviteit betekende dit alles een positieve uitkomst. Psychosomatische therapie bleek goedkoper én effectiever vergeleken met de gebruikelijk zorg. Voorál bij de patiënten met ernstige klachten. In die groep zagen we dat mensen niet per se beter functioneerden, maar wél meer kwaliteit van leven ervaarden en daardoor mogelijk minder gebruik maakten van reguliere zorg.’
Promoveren, en dan?
Het proefschrift van Wortman toont dus aan dat psychosomatische therapie goed kan werken bij ALK-patiënten én dat het de zorgkosten beperkt. ‘Toch blijven er ook vragen. Bijvoorbeeld hoe patiënten met ernstige klachten beter kunnen worden ondersteund in hun functioneren. Ik zou daarom graag verder onderzoek opzetten. Zodat we steeds beter in kaart kunnen brengen wat specifieke patiëntgroepen nodig hebben.’
Maar voor het zover is, verdedigt ze op vrijdag 1 december om 11.45 uur haar proefschrift in de aula van de Vrije Universiteit (VU) in Amsterdam. In aanwezigheid van haar promotoren prof.dr. Henriette van der Horst (afd. Huisartsgeneeskunde Amsterdam UMC), prof.dr. Pim Assendelft (afd. Eerstelijnsgeneeskunde Radboudumc) en copromotoren dr. Tim Olde Hartman (afd. Eerstelijnsgeneeskunde Radboudumc), dr. Bart Visser (lectoraat Oefentherapie- Dagelijks bewegen! HvA) en dr. Hans van der Wouden (afd. Huisartsgeneeskunde Amsterdam UMC).
Veel succes, Margreet!