"Er lijkt tegenwoordig sprake van een soort participatiemoeheid"
Lector Stan Majoor over het democratisch proces
16 mei 2022 11:53 | Afdeling CommunicatieIn het regeerakkoord van Rutte-IV ‘'Omzien naar elkaar, vooruitkijken naar de toekomst' worden de ambities van het kabinet uiteengezet. Wat betekent dat voor grote vraagstukken als het klimaat, de toekomst van de coronapandemie en democratische vernieuwing? Lectoren en onderzoekers van de HvA helpen het kabinet een handje met concrete oplossingen.
“Terwijl er veel wordt verwacht van het betrekken van de burger bij de aanpak van maatschappelijke vraagstukken, lijkt er tegelijkertijd sprake van een soort participatiemoeheid. Veel burgers zijn niet zo geïnteresseerd, terwijl de overheid vaak grote moeite heeft om iets met ideeën van burgers te gaan doen.” Stan Majoor, lector Coördinatie Grootstedelijke Vraagstukken van de HvA, ziet hoe overheden – lokaal en nationaal – steeds meer moeite hebben zich te verhouden tot burgers.
“De overheid wil enerzijds dat mensen participeren, maar anderzijds zijn ze heel wantrouwend naar de burger,” wijst Majoor onder meer op de recente toeslagenaffaire. Hoe zorg je er in dat krachtenveld voor dat mensen toch participeren in het democratisch proces en zich daarin ook serieus genomen voelen?
Dienstbaar en dichtbij
In het coalitieakkoord dat VVD, D66, CDA en ChristenUnie begin dit jaar presenteerden stond daartoe een aanzet: “We werken aan een overheid die betrouwbaar, dienstbaar, dichtbij en rechtvaardig is. We willen dat mensen altijd persoonlijk in contact kunnen komen met de overheid, bijvoorbeeld via een loket waar mensen terecht kunnen met vragen, en essentiële voorzieningen zo veel mogelijk behouden blijven.”
Die benaderbaarheid is te prijzen, maar Majoor ziet in Amsterdam regelmatig iets anders gebeuren. Inspraak of eigen initiatieven van burgers lopen vaak aan tegen het feit dat deze botsen met bestaande regels of handelingswijzen. De lector illustreert zijn betoog aan de hand van een casus op Plein ‘40-‘45 in Amsterdam Nieuw-West:
“In samenwerking met een frontlinieambtenaar en via een zogenaamd buurtbudget hebben marktkooplui gezamenlijk een plan ontwikkeld voor betere afvalscheiding en dus is er vorig jaar zomer een afvalinzamelingseiland gekomen vlakbij het plein,” legt Majoor uit. “Ze hebben daar heel veel applaus voor gekregen, maar toen het allemaal geregeld was, wilden ze natuurlijk wel dat er minder afvalstoffenheffing betaald moest worden.”
En dat ging dus niet. “Dat was onmogelijk,” verzucht Majoor. “Daar ging een andere afdeling van de gemeente over, dat was Europees aanbesteed, heel erg complex allemaal. Ik vind dat je het de gemeente dan wel kwalijk kan nemen dat ze dat van tevoren niet goed doordacht hebben. Als je mensen de ruimte geeft om dit zelf te organiseren, moet je er ook klaar voor zijn er adequaat op te handelen.”
Een moeilijke relatie
Majoor ziet die tegenstrijdigheid terugkomen bij de zogeheten frontlinieambtenaren, de mensen die vaak samen optrekken met burgers om dit soort plannen te realiseren. “Deze professionals lopen regelmatig in hun moederorganisaties vast tegen regelgeving en bureaucratie.” Het gevolg daarvan is dat burgers de overheid als onbetrouwbaar gaan zien. “Als je als gemeente echt wil dat burgers volwaardig kunnen participeren, dan zul je moeten zorgen dat de backoffice ook meegaat.”
En dan komt Majoor toch weer terug bij die participatiemoeheid uit het begin van zijn verhaal. “We hebben een enquête gedaan onder burgers en ambtenaren en bij beide groepen is sprake van die moeheid. Burgers hebben het gevoel dat er te weinig gedaan wordt met hun inbreng, ambtenaren verzuchten dat het steeds dezelfde burgers zijn die komen opdraven en dat ze geen verstand hebben van de technische complexiteit van de vraagstukken waar het over gaat.”
De relatie tussen burger en overheid is ambigu. Enerzijds wil de overheid meer zeggenschap geven, maar aan de andere kant is er wantrouwen en gebrek aan capaciteit om ook echt iets te doen met de initiatieven van de burger. “Een eenvoudige oplossing is er niet,” erkent Majoor. “Ik geloof sterk in de ervaringskennis van mensen in de praktijk. Overheden mogen daar ook vertrouwen in hebben. Dat betekent niet dat ze al deze plannen over moeten nemen, soms zijn er goede redenen dat niet te doen. Wel moeten ze duidelijkheid geven waar ruimte is voor mee-creëren en daar dan ook uitvoering aan gaan geven.”