Een nieuwe naam en een nieuw lectoraat
Een interview met lectoren Arnt Mein en Ivar Timmer
5 dec 2024 13:00 | Kenniscentrum Maatschappij en RechtVanaf 1 januari 2025 verdwijnt het lectoraat Legal Management en komen daar twee lectoraten voor in de plaats: het lectoraat De Responsieve Rechtspraktijk van lector Arnt Mein en het lectoraat Legal Management & Technology van lector Ivar Timmer. Wat gaan zij hier onderzoeken? En wat verandert er? Een dubbelinterview.
Hoe is jullie samenwerking begonnen?
Ivar: ‘In 2009 heb ik het onderzoekslectoraat Legal Management opgezet voor de juridische opleidingen van de faculteit. Binnen dat lectoraat wilden we ons richten op de organisatie van de juridische dienstverlening. Toen ik vervolgens de Master Legal Management had opgezet, begon ik met mijn promotieonderzoek over juridisch risicomanagement.’
Arnt: ‘In datzelfde jaar, 2015, werd ik aangesteld als nieuwe lector. Ivar en ik hebben toen samen het lectoraat verder vormgegeven. We hebben onderzoek gedaan naar de staat van de juridische kwaliteitszorg in gemeenten en schreven het boek Legal management. Dat was een mijlpaal, omdat we hiermee als een van eersten in Nederland in kaart brachten hoe de juridische kwaliteit van organisaties was georganiseerd.’
Ivar: ‘Met die juridische kwaliteit bedoelden we niet alleen of er volgens de regels werd gehandeld, maar ook of dat aan morele beginselen voldeed. In de jaren daarna is bij Arnt de nadruk komen te liggen op de rol en de beroepshouding van de individuele professionals in de rechtspraktijk en bij mij op de rol van technologie in de rechtspraktijk. In 2021 ben ik persoonlijk lector geworden om er na drie jaar een zelfstandig lectoraat van te maken.’
We hebben onderzoek gedaan naar de staat van de juridische kwaliteitszorg in gemeenten en schreven het boek Legal management. Dat was een mijlpaal, omdat we hiermee als een van eersten in Nederland in kaart brachten hoe de juridische kwaliteit van organisaties was georganiseerd.
Responsieve Rechtspraktijk
Vanaf 1 januari verandert de naam van het lectoraat Legal Management in de Responsieve Rechtspraktijk. Wat is een responsieve rechtspraktijk?
Arnt: ‘Ik doe onderzoek naar de manier waarop het recht wordt toegepast door de professional en hoe dat wordt beleefd door de burger. Responsief wil zeggen dat je je bij het toepassen van het recht openstelt voor de belangen en de rechtspositie van de burger. Juristen werden lange tijd opgeleid in het technisch, waardevrij toepassen van het recht. Zij werden geacht om een ‘Weberiaanse’ overheidsdienaar te zijn: objectief, betrouwbaar en voorspelbaar.
Door een aantal ontwikkelingen is dat veranderd. Ten eerste is er toenemende onvrede over de kwaliteit van de overheidsdienstverlening, van bijvoorbeeld het UWV of de Belastingdienst. Die organisaties zijn slecht in staat gebleken om in afwijkende gevallen de regels anders toe te passen. Ten tweede kregen wetgevers het inzicht dat mensen in tijden van tegenslag minder goed in staat zijn om de post open te maken, termijnen te volgen en de regels te volgen. ‘Wisselend doemvermogen’, heet dat. Ten slotte nam de onvrede toe over het probleemoplossend vermogen van de rechtspleging. Dat wil zeggen dat mensen vaak jarenlang met allerlei juridische problemen rondlopen, waardoor ze weer nieuwe problemen krijgen, zoals geldzorgen, stress en slapeloosheid.
Al die factoren kwamen in een stroomversnelling door de toeslagenaffaire. Sindsdien wordt van juristen bij de overheid verwacht dat zij ‘de menselijke maat’ aanhouden en zich ‘responsief’ opstellen. De naamsverandering van het lectoraat is dus zowel een bevestiging van de weg die ik ben ingeslagen, als een antwoord op de vraagstukken uit deze tijd.’
Responsief wil zeggen dat je je bij het toepassen van het recht openstelt voor de belangen en de rechtspositie van de burger.
Legal Tech
Ivar, een leek denkt, wat moet je in de rechtspraktijk met technologie, behalve je mailtjes beantwoorden? Kun je uitleggen waar jouw lectoraat Legal Tech zich mee bezighoudt?
‘Nou, in de toeslagenaffaire bijvoorbeeld werden algoritmes gebruikt om te bepalen welke mensen nader onderzocht moesten worden. Dat is technologie in de rechtspraktijk. Nu heeft het UWV voor 25.000 tot 50.000 uitkeringsgerechtigden de hoogte van de uitkering verkeerd berekend. Dat betekent dat er in de technologische systemen van het UWV fouten zijn gemaakt in de vertaling van de rechtsregels, waardoor uitkeringsgerechtigden niet hebben gekregen waar ze recht op hadden.
Sinds de jaren zestig is de overheid steeds meer een digitale overheid geworden. Dat heeft een heleboel gebracht, maar er zijn ook blinde vlekken ontstaan. Een van mijn kernthema’s is het vertalen van rechtsregels naar digitale systemen, dat noemen we ‘digitale vertalingen’. Daar hebben we een leergemeenschap voor: www.digitalevertalingen.nl Hier zijn we onder andere met organisaties als het UWV en de Belastingdienst aan het kijken hoe je beter en gecontroleerder die rechtsregels kunt vertalen naar digitale systemen, zodat het klopt. Hierbij moeten juristen veel meer betrokken zijn.’
Sinds de jaren zestig is de overheid steeds meer een digitale overheid geworden. Dat heeft een heleboel gebracht, maar er zijn ook blinde vlekken ontstaan. Een van mijn kernthema’s is het vertalen van rechtsregels naar digitale systemen.
Mens- én oplossingsgericht werken
Arnt, wat zijn de belangrijkste onderzoeksvragen voor jouw lectoraat?
‘Een van de vragen is hoe je als jurist omgaat met die eerdergenoemde vraag om meer mens- en oplossingsgericht te werk te gaan. Hoe doe je dat? Het is arbeidsintensief en ingewikkeld om maatwerk te bieden. Bovendien roept het morele vragen op: hoe ver kun je gaan om de rechtzoekende tegemoet te komen? Wanneer slaat medemenselijkheid om in cliëntelisme? Wanneer komt een voorkeursbehandeling in strijd met het gelijkheidsbeginsel? En wat betekent deze houding voor mijn professionele integriteit? Met mijn onderzoek wil ik werkvormen bieden om professionals hierin te ondersteunen.’
Technologie verantwoord inzetten
Wat zijn jouw belangrijkste onderzoeksvragen, Ivar?
‘In zijn algemeenheid is de vraag hoe technologie juridische besluitvormingsprocessen verantwoord kan ondersteunen. In de publieke sector spitst dat zich toe op digitale vertalingen. In de private sector hebben we een ander lab: www.techinlegal.eu
Ook hier is de vraag hoe de technologie juridische processen kan ondersteunen. Net als bij Arnt spelen ook daarbij morele vragen een rol: hoe zet je die technologie verantwoord in?’
Heeft jullie onderzoek ook een plek in het onderwijs?
Arnt: ‘Impliciet. Ik denk dat het besef dat je niet alleen moet kijken naar wat rechtmatig is, maar ook rechtvaardig, in het dna van de opleiding HBO-Rechten zit. Werkvormen die ik gebruik in de beroepspraktijk, zoals de juristenzelftest
, kun je ook gebruiken in het onderwijs.’ Ivar: ‘De Master Legal Management was al voortgekomen uit ons onderzoekslectoraat. Dat is een Master voor werkende professionals. Nu zijn we bezig om de Master Legal Tech op te zetten, een doorstroommaster.’
Kijken jullie er naar uit, een nieuwe naam en een nieuw lectoraat?
Ivar (lachend): ‘Voor mij verandert er niet zo veel. We zouden nog steeds samen onderzoek kunnen doen, bijvoorbeeld naar de vraag hoe juridische professionals aankijken tegen technologie.’ Arnt: ‘Ja, of naar de vraag hoe je omgaat met de morele dilemma’s die de technologie oproept.’ Ivar: ‘Ja, dit is meer een bevestiging van hoe we al een tijd lang werken.’
Arnt: ‘Nou, een beetje feestelijk is het wel. Ik vind het heel mooi van Ivar dat hij het vakgebied Legal Management op de kaart heeft gezet. Nu kristalliseert zich dat uit in zijn eigen kernlectoraat. Dat is wel het vieren waard! We hebben iets op de kaart gezet dat uniek is in Nederland en nu hebben we twee lectoraten op het gebied van Legal management. We gaan wel verder met wat we doen, maar het is toch feestelijk en bijzonder.’