Nederlander onderschat eigen rol in klimaatcrisis

Onderzoek laat zien dat gedragsverandering en klimaat een taaie combinatie is

16 okt 2024 09:15 | Kenniscentrum Maatschappij en Recht

Nederlanders beperken zich bij hun klimaatvriendelijke acties vrijwel volledig tot hun rol als consument: biologisch eten kopen, vlees laten staan en vaker met de trein. Andere rollen, bijvoorbeeld die als actief burger, staan nauwelijks op het netvlies, terwijl het rendement ervan vaak groter is. Dat is de belangrijkste uitkomst van onderzoek van het lectoraat Psychologie voor een Duurzame Stad van de HvA. Het onderzoek was gekoppeld aan de wedstrijd 'Posters for the Planet' van de Turing Foundation die opriep tot het maken van de beste klimaatposter. Gisteravond werd de poster SAY WHEN van Liam Houlihan uit ca.1500 inzendingen tot winnaar gekozen.

95 Procent van klimaatvriendelijke gedragingen die door ruim duizend ondervraagden worden genoemd in het onderzoek, hebben betrekking op consumptiepatronen. Dat je als burger ook werknemer bent en je werkgever kunt overtuigen om zijn leasepark te elektrificeren, of met je voetbalelftal je vereniging duurzaam kunt maken, zit niet in het bewustzijn. ‘De impact van dergelijke rollen is veelal beduidend groter dan een vegaburger kopen of afval scheiden’, zegt lector Reint Jan Renes.

De impact die je als actief burger hebt is veelal beduidend groter dan een vegaburger kopen of afval scheiden.

Lector Reint Jan Renes.

Het gedragsonderzoek van de HvA, dat deels synchroon loopt met de ontwerpwedstrijd Posters for the Planet van de Turing Foundation, is bedoeld meer inzicht te krijgen in welke kennis en triggers mensen helpen om hun klimaatbelastende gewoontes aan te passen. Het nieuwe onderzoek bevestigt het beeld dat 75 procent van de Nederlanders bezorgd is over het klimaat, maar niet altijd hun eigen klimaatvriendelijke bijdrage goed inschat. Zo wordt de impact om klimaatverandering tegen te gaan overschat voor waterbesparing en afval scheiden en staan deze gedragingen in de top 10 van meest genoemde acties. De impact van kleiner wonen wordt juist sterk onderschat.

Oplossingen ver weg van de eigen levenssfeer

De onderzoekers zien ook het verschijnsel solution aversion terug in dit onderzoek. Dat is het fenomeen dat verschillende inkomensgroepen vooral oplossingen zien in factoren die verder weg van de eigen levenssfeer liggen. Van de 61 procent die voor minder vliegen is, komen veel voorstanders uit de lage inkomensgroepen. Maar die vliegen weinig (54 procent van de Nederlanders vliegt bijna nooit). Hogere inkomens vliegen juist veel en hebben weinig zin dat op te geven. Deze groep schat daarentegen het effect van elektrisch rijden hoog in, maar zij bevinden zich ook in de financiële positie om fossiel in te ruilen voor accu’s.

Voor alle inkomensgroepen geldt dat er weinig animo is voor minder vlees eten (78 procent eet minstens drie keer per week vlees). Wat onderstreept dat gedragsverandering en klimaat een taaie combinatie is. Mensen hebben moeite om verworvenheden op te geven. Onderzoekers waren daarom verrast door de bijval voor niet-vrijwillige gedragsverandering: Een meerderheid schaarde zich achter overheidsmaatregelen die een verbod stellen aan de aanschaf van een auto met fossiele brandstof. Ook een limiet op het aantal vliegkilometers is voor een aanzienlijke groep bespreekbaar.

Door niet als individuele consument te denken, maar als collectief, kan een flinke vuist worden gemaakt, bijvoorbeeld tegen milieuonvriendelijke bedrijven – het zogenoemde ‘stemmen met je portemonnee

Stemmen met je portemonnee

De onderzoekers wijzen op een ander onvolledig beeld bij de ondervraagden als het gaat om wie de sleutel voor de oplossing in handen heeft. De respondenten wijzen eerst naar de overheid (43 procent) en het bedrijfsleven (39 procent). De burger bungelt onderaan (18 procent). Maar gespiegeld aan het Bruto Binnenlands Product is de consument met een aandeel van 60 procent in het BBP juist de partij met de meeste slagkracht. Bijvoorbeeld een gezamenlijk oproep van een consumentenvereniging tot koopboycot bij milieuonvriendelijke bedrijven – het zogenoemde ‘stemmen met je portemonnee’ – kan effectief zijn om ondernemingen in beweging te krijgen.

Posters for the Planet ontwerpwedstrijd

Gelijktijdig met het onderzoek liep de ontwerpwedstrijd Posters for the Planet , georganiseerd door de Turing Foundation. De opdracht was: maak een krachtige poster voor een klimaatcampagne. Een poster waarmee Nederlanders die bezorgd zijn over de opwarming van de aarde, worden aangezet om goede voornemens om te zettenin daadwerkelijke verandering. Op deze open call is massaal gereageerd: 1500 ontroerende,mooie, verrassende, humoristische, serieuze en slimme ontwerpen zijn afgelopen zomer ingestuurd. Gisteravond, 16 oktober, koos een vakjury met o.a. politiek tekenaar Jip van den Toorn en lector Reint Jan Renes de poster SAY WHEN van Liam Houlihan tot winnende poster. De jury: ‘Say when’ – in het Nederlands ‘Zeg maar stop’ – is een prachtige en krachtige boodschap aan de kijker. ‘Die stijging van de zeespiegel kan elk gewenst moment stoppen,’ zegt deze poster, ‘Maar wanneer dat gebeurt, is helemaal aan jóu. Aan óns.’ De slimme beeldtaal van de woorden die langzaam onderlopen, straalt urgentie uit. Toch oordeelt de poster niet. Er is geen boze, wijzende vinger. Ook is er geen pessimisme, de poster communiceert eerder invloed. Het is nog aan ons. Het is mogelijk. Er is hoop. Als we opschieten.' Een aantal van de posters wordt ingezet voor een klimaatcampagne die straks overal op straat te zien is. En de beste posters gaan op tournee, langs vijf musea in vier Nederlandse steden.

Onderzoeksproject Noblesse Oblige

Dit is een deelonderzoek van onderzoeksproject Noblesse Oblige. In Noblesse Oblige onderzoekt het lectoraat Psychologie voor een Duuurzame Start hoe aangestuurd kan worden op minder consumptie en het veranderen van de sociale norm ten aanzien van duurzame keuzes, met name bij én door mensen met een hoge Sociaal Economische Positie (SEP). Mensen met een hoge SEP consumeren relatief veel en hebben een grote ecologische voetafdruk. Wie veel geld bezit, woont meestal in een groot huis, gaat vaker op reis en koopt meer spullen. Dat leidt allemaal tot extra uitstoot. Daarnaast heeft de hoge SEP groep grote invloed op anderen via hun sociale netwerk en financiële middelen, ook wel de ‘handafdruk’ genoemd. Het is een nog relatief onderbelicht onderwerp in onderzoek, beleid en uitvoering. Daarom is het lectoraat Psychologie voor een Duurzame Stad gestart met dit vierjarige onderzoeksproject, gefinancierd vanuit de Deltapremie 2023 die lector Reint Jan Renes heeft ontvangen.

Meer weten over het onderzoek? Neem contact op met: