“Professionals hebben basiskennis nodig van klimaatdata”

Lectorale rede van Janette Bessembinder, lector Klimaatgeletterdheid

25 mei 2023 09:00 | Afdeling Communicatie

Janette Bessembinder, sinds mei vorig jaar Lector Klimaatgeletterdheid, sprak op dinsdag 23 mei haar lectorale rede uit. Tijdens haar interactieve lezing wapperden af en toe zwarte en witte kaartjes in de lucht: Bessembinders toehoorders konden hun klimaatkennis testen.

Naast familie en vrienden waren wetenschappers uit allerlei verschillende disciplines naar het Jakoba Mulderhuis gekomen. De decanen van de drie HvA-faculteiten waarmee het lectoraat verbonden is (de faculteiten Techniek, Maatschappij en Recht, en Digitale Media en Creatieve Industrie) waren er, Voorzitter van het College van Bestuur Jopie Nooren én KNMI-directeur Miriam van Rooij. Het Lectoraat Klimaatgeletterdheid is namelijk een L.INT-lectoraat; L.INT staat voor Lectorposities bij Instituten. Janette Bessembinder werkt voor de Hogeschool van Amsterdam en voor hét onderzoeksinstituut op het gebied van klimaatdata, het KNMI.

Het is belangrijk om te kijken of de kennis over klimaatdata op een hoger peil gebracht kan worden. Hoe gaan we om met onzekerheden? Waar kun je informatie vinden, hoe kun je de kwaliteit beoordelen?

Klimaatdata interpreteren

Als klimaatadviseur bij het KNMI bouwt Bessembinder al jaren bruggen tussen klimaatonderzoekers en professionals die hun onderzoeksgegevens gebruiken. Dat klimaatverandering één van de belangrijkste problemen van deze tijd is, dat we de uitstoot van broeikasgassen sneller moeten terugdringen en dat we ons sneller moeten aanpassen aan de klimaatverandering is duidelijk, stelt ze in haar lectorale rede. “Professionals (zoals die worden opgeleid aan de HvA) spelen daarbij een belangrijke rol.” Maar die professionals hebben daarvoor kennis over het klimaat nodig (klimaatinformatie van, bijvoorbeeld, het KNMI), en die gegevens juist interpreteren en gebruiken is een vak apart. Met haar lectoraat wil Bessembinder professionals ondersteunen zodat die klimaatbewuste beslissingen kunnen nemen. Bij de inrichting van steden, bijvoorbeeld.

Slideshow met foto's van de rede

Dalende windsnelheid?

Tijd voor een testje. Op het scherm: een grafiek met de gemiddelde windsnelheid in De Bilt, gemeten tussen 1904 en 2023. Het licht schommelende lijntje duikt in 1960 flink naar beneden, om op een veel lager niveau verder te kabbelen. Vraag: is de windsnelheid afgenomen? Veel witte kaartjes wapperden in de lucht: JA! Maar ook wat zwarte kaarten: KNMI-collega’s met voorkennis, zag de lector. Het antwoord op de vraag was inderdaad NEE. Bessembinder: “Je kunt dat niet concluderen. Want wat is er gebeurd? Rond 1960 is men op een andere hoogte gaan meten. Eerst mat men rond de 38 meter hoogte, later werd dat 10 meter. Dichter bij de grond heb je meer wrijving van de wind met het aardoppervlak; daardoor is er daar vaak minder wind. Dat is wat je hier ziet! Je hebt dus enige basiskennis nodig van klimaatdata en hoe die gemeten worden om tot een goede interpretatie te kunnen komen. Daarom moeten professionals die met die data werken, enigszins klimaatgeletterd zijn.”

Onderzoekslijnen

Janette Bessembinder richt zich met haar lectoraat op twee thema’s. “Het is belangrijk om te kijken of de kennis over klimaatdata op een hoger peil gebracht kan worden. Hoe gaan we om met onzekerheden? Waar kun je informatie vinden, hoe kun je de kwaliteit beoordelen?” Het tweede thema waarmee ze zich bezighoudt is communicatie. “Professionals die die klimaatinformatie gebruiken, moeten die vaak communiceren naar bijvoorbeeld bestuurders, die daarop beslissingen baseren. De manier waarop je informatie presenteert, kan invloed hebben op welke beslissing wordt genomen. Ik krijg regelmatig vragen om hulp bij de communicatie over klimaatverandering.”

Tafelgesprek

Al deze thema’s zijn met elkaar verbonden, bleek tijdens een afsluitend tafelgesprek met drie collega-HvA-lectoren: Jeroen Kluck (Lector Water in en om de Stad), Sabine Niederer (Lector Visual Methodologies) en Reint Jan Renes (Lector Psychologie voor een Duurzame Stad). Van steden aanpassen aan klimaatverandering, het visualiseren van informatie en het stimuleren tot klimaatbewust gedrag: Bessembinder trekt veel met deze lectoraten op. Sabine Niederer noemde een mooi voorbeeld: de lectoraten, de lerarenopleiding Aardrijkskunde, het KNMI ontwikkelden samen al een lesprogramma voor scholieren over zeespiegelstijging. Niederer: “Daarin lieten we de leerlingen kennismaken met de complexiteit en de onzekerheden rond zeespiegelstijging, en nodigden we hen uit om zich een voorstelling te maken van wat die zeespiegelstijging kan betekenen voor hun eigen leefomgeving. Het doel was om de leerlingen te stimuleren om daarover in gesprek te gaan met volwassenen.” De brede samenwerking rondom het lectoraat Klimaatgeletterdheid zorgt voor een directe verbinding tussen verschillende disciplines die nodig zijn om kennis over klimaatverandering toe te passen.

Lectorpositie bij instituten

Via de regeling Lectorposities bij instituten (L.INT) van Regieorgaan SIA is het lectoraat gefinancierd, een vorm waarbij een lector bij zowel een hogeschool als een onderzoeksinstituut werkt. Zo verbindt Janette Bessembinder het onderzoek van het KNMI met het praktijkgerichte onderzoek van de hogeschool – cruciaal om te komen van kennis tot innovatie.