Samenwerking van instanties nodig voor aanpak probleemschulden
Betere samenwerking van informele en formele schuldhulpverlening versnelt het signaleren en begeleiden van mensen met probleemschulden
30 mei 2023 09:00 | Kenniscentrum Maatschappij en RechtEen betere samenwerking tussen informele armoede- en schuldenprojecten en de professionele schuldhulpverlening kan helpen bij het tijdig signaleren en begeleiden van mensen met problematische schulden. Voorwaarde is wel dat informele armoede- en schuldenprojecten passende tools en capaciteit hebben om schulden tijdig en goed in kaart te brengen, en dit ook als hun taak zien. Daarnaast is het belangrijk dat beide partijen van elkaars bestaan weten, elkaars meerwaarde erkennen, en dat het imago van de professionele schuldhulpverlening verbetert. Dit blijkt uit recent onderzoek van het lectoraat Armoede Interventies.
Volgens het CBS (CBS, 2021) hebben ruim 620.000 huishoudens in Nederland problematische schulden. Een deel van deze huishoudens heeft niet direct hulp nodig omdat ze zelf betalingsregelingen kunnen treffen met schuldeisers, maar een groot deel heeft wel hulp nodig. Zo’n 78.000 huishoudens per jaar komen uiteindelijk bij de formele professionele hulpverlening terecht (nvvk, 2022).
In Nederland zijn er talrijke lokale informele armoede- en schuldenprojecten. Dit zijn lokale initiatieven gericht op het vergroten van de financiële (zelf)redzaamheid. Ze bestaan naast het formele professionele schuldhulpverleningstraject dat vanuit de gemeente wordt aangeboden. De projecten worden vaak (mede-)gesubsidieerd door een fonds of goed doel en werken (naast beroepskrachten) met vrijwilligers. Informele armoede- en schuldenprojecten kunnen ook een rol hebben in de signalering en doorverwijzing. Dat is belangrijk, want de professionele schuldhulpverlening kan voorkomen dat de schuld van iemand toeneemt.
Informele hulp voor probleemschulden ontoereikend
Lokale informele armoede- en schuldenprojecten nemen daarmee een belangrijke positie in voor het verbeteren van de situatie van mensen die in armoede en met schulden leven. Zo bleek uit het eerder grootschalig onderzoek ‘Van Schulden naar Kansen’ dat in samenwerking met Aegon en Nationale Nederlanden werd uitgevoerd. Het onderzoek liet echter ook zien dat de informele hulp bij een groot deel van de mensen met problematische schulden niet toereikend is. En dat twee derde van de deelnemers aan informele projecten met problematische schulden (nog) geen professionele hulp ontvangt.
Vier steden, drie perspectieven
In dit onderzoek is daarom in vier steden gekeken hoe hulpvragers met problematische schulden vanuit informele armoede- en schuldenprojecten op een tijdige en zo optimaal mogelijke manier naar de professionele schuldhulpverlening kunnen worden geleid. In juni 2022 zijn er met subsidie van Aegon zogeheten ‘Van Schulden naar Kansen-roadshows’ georganiseerd in Leeuwarden, Den Haag en Groningen. Met vertegenwoordigers van lokale informele armoede- en schuldenprojecten en de formele professionele schuldhulpverlening is de klantreis -vanuit hun perspectief- in kaart gebracht. Voor Amsterdam is er een focusgroepbijeenkomst georganiseerd en werden diepte-interviews afgenomen bij vertegenwoordigers van 42 lokale, informele armoede- en schuldenprojecten. Ook zijn er uit elke stad twee of drie vertegenwoordigers van de formele professionele schuldhulpverlening geïnterviewd. Daarnaast hebben de onderzoekers dertig hulpvragers geïnterviewd.
Het vraagstuk is dus vanuit drie perspectieven bekeken: vanuit de doelgroep zelf, vanuit partijen die zijn betrokken bij de formele schuldhulp en vanuit de partijen betrokken bij informele armoede- en schuldenprojecten. Er is bevraagd en onderzocht wat er in de route van informeel naar formeel zowel goed als niet goed gaat aan de hand van drie stappen:
- het signaleren en in kaart brengen van schulden;
- het doorverwijzen naar formele schuldhulp;
- de goede landing na doorverwijzing.
De knelpunten
In alle vier de steden is volop aandacht is voor het goed en tijdig verwijzen van klanten naar de professionele schuldhulpverlening, en dat is positief. Maar ondanks de inspanningen zijn er verbeteringen mogelijk. Uit de resultaten komen een aantal knelpunten in de route naar voren. Zo hebben informele projecten vaak geen passende tools dan wel capaciteit voorhanden om (problematische) schulden tijdig en goed in kaart te kunnen brengen, en zien zij dit ook niet altijd als hun taak.
Wij missen een moment dat we echt weten van: oké, dat zijn schulden of niet, en dat maakt doorverwijzen moeilijk. Het is een heel sensibel proces. We willen het wel in kaart brengen, maar we willen mensen ook niet het gevoel geven dat ze met de billen bloot moeten.
Een projectuitvoerder
Ook werd duidelijk dat veel informele armoede- en schuldenprojecten bij de professionele schuldhulpverlening helemaal niet bekend zijn. En dat de informele projecten elkaar ook lang niet allemaal kennen. Wie welke rol heeft en wat men van elkaar kan verwachten is daardoor niet altijd helder. Tenslotte zijn er vanuit de doelgroep negatieve aannames ten aanzien van de gemeente en gerelateerde instanties die de professionele schuldhulpverlening verzorgen. Voor veel hulpvragers is de stap van een informeel lokaal armoede- en schuldenproject naar de formele professionele schuldhulpverlening (te) groot, ze zijn kwetsbaar en wantrouwend. Er is argwaan of de formele professionele schuldhulpverlening wel het beste met hen voor heeft.
Aanbevelingen
Vanuit het onderzoek zijn vier aanbevelingen geformuleerd:
- Informele projecten moeten actie ondernemen op het (beter) en tijdiger in kaart brengen van schulden, en in het bijzonder van problematische schulden;
- De (grote) informele armoede- en schuldenprojecten moeten werken aan zichtbaarheid bij zowel collega-projecten als bij de professionele schuldhulpverlening;
- Informele en formele partijen moeten elkaars meerwaarde en eigen beperkingen (meer) erkennen. Daarmee ontstaan realistischere verwachtingen van elkaar ten aanzien van de bijdragen in het schuldhulpverleningsproces. In een ideale situatie kan de informele partij bijvoorbeeld standaard betrokken blijven tijdens het gehele traject van de formele schuldhulpverlening, inclusief het nazorgtraject. Informele projecten hebben doorgaans meer tijd om de deelnemer persoonlijk te begeleiden en te motiveren (ook bij andere problemen). Juist die persoonlijke begeleiding is iets wat deze kwetsbare groep nodig heeft en waar de professionele schuldhulpverlening niet altijd tijd voor heeft.
- De formele schuldhulpverlening moet (verder) werken aan een positiever imago bij de doelgroep, opdat deze sneller geneigd is zich met een hulpvraag te laten doorverwijzen.