Sleutels voor incrementeel ontwikkelen
ArtikelIncrementele gebiedsontwikkeling heeft sinds de crisis aan populariteit gewonnen. Door flexibeler in te spelen op veranderende omstandigheden en de capaciteiten van bewoners, ondernemers en gebruikers van een plek te benutten, gaat de kwaliteit van gebieden omhoog en neemt het draagvlak voor ontwikkelingen toe. Wat blijft hiervan over nu de crisis voorbij is? Dit artikel gaat op zoek naar sleutels voor het succesvol handhaven van een incrementele aanpak.
Tijdens de economische crisis ontstond in Nederland een window of opportunity voor een incrementele manier van ontwikkelen. Dit kan worden begrepen als een optelsom van relatief kleinschalige ontwikkelingen zonder vaststaand eindbeeld waar naartoe wordt gewerkt (Buitelaar e.a., 2012). Kenmerkend voor incrementele ontwikkeling is de rol van burgers, creatieve ondernemers en maatschappelijke organisaties (Franke e.a., 2015). Het inhoudelijk programma komt stapsgewijs tot stand en plannen kunnen aangepast worden om in te spelen op veranderingen van inzichten en behoeften. Het bood daarmee een lonkend perspectief in een situatie van enerzijds onzekerheid en verlangen om risico’s te beperken, en anderzijds een groeiende maatschappelijke behoefte aan meer eigenaarschap over de ruimte (Majoor, 2015).
Incrementele ontwikkeling contrasteert sterk met de Nederlandse traditie van grootschalige, projectmatige aanpak van stedelijke herstructurering en vinexwijken. Bekend is het relaas van Jane Jacobs (1961) over hoe dergelijke grootschalige projecten veel stedelijke kwaliteiten en gemeenschappen teniet doen. In een meer geleidelijke vorm van stedelijke ontwikkeling, bestaande uit kleinschalige aanpassingen die in samenwerking met gevestigde bewoners en ondernemers worden uitgevoerd, blijven sociale netwerken en fysieke kwaliteiten beter behouden. Dat komt ten goede aan de leefbaarheid van de stad.
Het voortbouwen op bestaande sociale structuren betekent dat initiatieven vanuit de samenleving centraal staan en de overheid zich vooral faciliterend en kaderstellend opstelt (Buitelaar e.a., 2012). Omdat de ontwikkeling vanuit diverse belanghebbenden uit het gebied komt, wordt verwacht dat incrementeel ontwikkelen tot meer draagvlak leidt dan planmatig ontwikkelen, waarbij de overheid de pen veel steviger in de hand houdt (Rijksdienst voor Ondernemend Nederland, n.d.).
Incrementele ontwikkeling biedt dus in potentie diverse voordelen ten opzichte van een meer grootschalige, projectmatige aanpak. Nu de economie bloeit, speelt de vraag in hoeverre incrementeel ontwikkeling stand kan houden. Wetenschappers en professionals zijn verdeeld: de een ziet het als achterhaalde crisishype, de ander spreekt van een bredere omslag in het denken over en werken aan de stad (zie onder andere Ten Have, 2016; Soeterbroek, 2016). In dit artikel kijken we naar de praktijk: in hoeverre zien we daar stapsgewijs ontwikkelen standhouden?