Snelle opsporing met DNA
ProjectVanuit de professionals in de strafrechtketen is er een grote behoefte aan snelle en betrouwbare DNA-analyses die op of bij een plaats delict kunnen worden uitgevoerd. Het lectoraat Forensisch Onderzoek van de Hogeschool van Amsterdam werkt in verschillende projecten aan dit onderwerp.
LocalDNA (2017-2020)
Nieuwe forensische DNA-technieken kunnen op een plaats delict snel analyseresultaten genereren die de opsporing verder kunnen helpen. Het is echter een complexe uitdaging om deze technieken daadwerkelijk in te zetten in de huidige opsporingspraktijk. Daarom is hiervoor een nieuwe werkwijze – de LocalDNA-procedure – ontwikkeld en getoetst. Deze procedure is gericht op het effectief gebruik van een snelle mobiele DNA-analyse techniek door forensische rechercheurs en een snelle informatiestroom tussen de ketenpartners van de politie, het Nederlands Forensisch Instituut en het Openbaar Ministerie.
Bekijk de eindpublicatie van het project LocalDNA
DNA-succesmeter (2017-2018)
In de opsporing en vervolging van misdrijven zijn de juiste herkenning, selectie en bemonstering van DNA-sporen(dragers) vanaf een plaats delict cruciaal. Forensisch onderzoekers kunnen de DNA-succesmeter raadplegen voor deze selectie, door met big data-analyse kennis aan te bieden over de resultaten van DNA-onderzoek uit het verleden. Dit moet leiden tot een objectieve, kennisgedreven besluitvorming, die resulteert in betere en effectievere selectie van DNA-sporen.
Bekijk de eindpublicatie van het project DNA-succesmeter
Beter opsporen met het lab op zak (2012-2016)
Beter opsporen met het lab op zak richtte zich op nieuwe technieken in de opsporingspraktijk, bijvoorbeeld op de plaats delict. Ook het ontwikkelen en toetsen van strategieën waarmee professionals de inzet van nieuwe technieken kunnen optimaliseren was een aandachtspunt binnen het onderzoek. Onder dit project vielen twee deelprojecten.
-
Deelproject 1: Rapid DNA Technologies at the Crime Scene
Snelle DNA-analyse is al jaren standaardprocedure in de bekende serie 'CSI' om daders binnen enkele uren te identificeren. Deze serie is duidelijk fictie, maar geeft mogelijk een serieuze blik op toekomstig forensisch onderzoek. In haar proefschrift beschrijft Anna Mapes hoe een mobiel apparaat voor snelle DNA-analyse kan worden gebruikt als een potentieel effectief hulpmiddel in de hedendaagse rechtshandhaving.
Bekijk het proefschrift van Anna Mapes
-
Deelproject 2: The Influence of Rapid Identification Technologies on CSI Behaviour
Mobiele analysetechnieken maken het in de nabije toekomst mogelijk sporen als DNA- en vingersporen tijdens een sporenonderzoek op de plaats delict snel te analyseren, te vergelijken met referentiemonsters en de resultaten te gebruiken in het verdere onderzoek. Dergelijke technieken kunnen de opsporing behoorlijk versnellen, maar ze brengen ook risico’s met zich mee. Madeleine de Gruijter heeft onderzoek gedaan naar deze risico's.
Lectoraat Forensisch Onderzoek
De onderzoekslijn Snelle opsporing met DNA valt onder het lectoraat Forensisch Onderzoek van de HvA. Het lectoraat is gericht op de ontwikkeling en het gebruik van nieuwe technologieën in opsporing, de overdracht van kennis uit onderzoek naar, en een betere uitwisseling van informatie in de strafrechtketen.