Onderzoek op de plaats delict
ProjectForensisch onderzoek op de plaats delict is essentieel voor veel strafrechtelijke onderzoeken. Sporen en informatie die tijdens het opsporingsproces zijn verzameld, worden ingezet bij de reconstructie en bewijsvoering van misdrijven. Het lectoraat Forensisch Onderzoek van de Hogeschool van Amsterdam werkt in verschillende projecten aan dit thema.
CSI Peeq (2019-2021)
Het is voor de opsporing en bewijsvoering van belang dat de resultaten van plaats delict-onderzoek door alle deelnemers en voor alle doeleinden in de strafrechtketen kunnen worden gebruikt. Maar vooralsnog is onduidelijk wat wordt verstaan onder een efficiënt, effectief en kwalitatief goed sporenonderzoek. In het project CSI Peeq zijn de huidige werkwijzen op de plaats delict geanalyseerd, specifiek bij woningovervallen. Vervolgens zijn (nieuwe) werkwijzen gedefinieerd die voldoen aan de behoeften van de gehele keten.
Dit onderzoek is opgezet en uitgevoerd door het Nederlands Forensisch Instituut, de Technische Universiteit Delft en de Hogeschool van Amsterdam. Het is ook in samenwerking met de politie en is gesubsidieerd door Politie en Wetenschap. De twee projectleiders zijn werkzaam bij het NFI (Madeleine de Gruijter) en de TU Delft (Arjo Loeve).
Processing Crime Scenes: Psychological Influences on Forensic Inferences (2012-2017)
Forensisch rechercheurs die naar een plaats delict snellen, krijgen vooraf van de meldkamer te horen wat er aan de hand kan zijn. Die informatie bepaalt mede hoe een plaats delict wordt onderzocht. Claire van den Eeden heeft de invloed hiervan onderzocht.
Lectoraat Forensisch Onderzoek
De onderzoekslijn Onderzoek op de plaats delict valt onder het lectoraat Forensisch Onderzoek van de HvA. Het lectoraat is gericht op de ontwikkeling en het gebruik van nieuwe technologieën in opsporing, de overdracht van kennis uit onderzoek naar, en een betere uitwisseling van informatie in de strafrechtketen.