Werken aan effectiever sporenonderzoek (Geen spoor te verliezen)

De opsporing en vervolging van misdrijven verbeteren met effectiever sporenonderzoek

Project

Na een misdrijf blijven er vaak DNA-sporen en vingerafdrukken achter op een plaats delict. Deze sporen kunnen een belangrijke rol spelen bij de opsporing en vervolging van misdrijven. Daarom is het zoeken, vinden, selecteren en veiligstellen van deze sporen van cruciaal belang. Toch is dat niet altijd eenvoudig. Daarom onderzoekt de Hogeschool van Amsterdam (HvA) in het project Geen Spoor te Verliezen hoe onderzoekers op de plaats van een incident sporen van dagelijkse handelingen kunnen onderscheiden van sporen van een misdrijf. Daarnaast wordt onderzocht hoe de informatie in de sporen het best behouden kan worden tijdens het forensisch onderzoeksproces.

Geen Spoor te Verliezen wordt geleid door Christianne de Poot, lector Forensisch Onderzoek aan de HvA en de Politieacademie, en Bas Kokshoorn, bijzonder lector Dynamiek van Forensische Sporen aan de HvA en Principal Scientist bij het Nederlands Forensisch Instituut. In het project staan drie onderzoekslijnen centraal.

  1. Vinden en interpreteren van sporen verbeteren

Door nieuwe technieken worden forensisch onderzoekers steeds beter in het analyseren en interpreteren van sporen, zoals minieme DNA-sporen en kruitsporen uit vuurwapens. ‘Dat biedt natuurlijk voordelen bij het opsporen van mogelijke daders, maar roept ook vragen op’, leggen de onderzoekers uit. ‘Want door de toenemende gevoeligheid en nauwkeurigheid van het forensisch onderzoek worden er ook veel sporen gevonden van mensen en activiteiten die niets met het misdrijf te maken hebben. Stel dat er een klein beetje DNA van een verdachte in de woning van een slachtoffer wordt aangetroffen, wat zegt dat dan over hoe het daar is beland? Zijn deze sporen achtergebleven tijdens het misdrijf, of kunnen ze er ook op een ander moment of een andere manier terecht zijn gekomen? Om de groeiende hoeveelheid sporen op de juiste manier te interpreteren, moeten we ze beter leren begrijpen.’

  1. Sporen behouden tijdens het verpakken, vervoeren en de opslag

De tweede onderzoekslijn richt zich op de invloed die verschillende stappen in het forensisch proces hebben op sporenonderzoek. Zodra er sporen zijn gevonden op bijvoorbeeld kledingstukken, worden deze zogenoemde ‘sporendragers’ eerst veiliggesteld. Hierbij worden ze verpakt en vervoerd naar een politiebureau voor tijdelijke opslag, totdat ze naar een laboratorium worden gestuurd voor analyse. ‘Hebben deze stappen mogelijk gevolgen voor de informatie die uit de sporen kan worden afgeleid? Raken we ze kwijt, of worden ze misschien verplaatst? Met Geen Spoor te Verliezen willen we hier meer inzicht in krijgen’, zeggen Kokshoorn en De Poot.

  1. Onderbouwde keuzes tijdens onderzoek op de plaats van een incident

De derde onderzoekslijn draait om op het onderbouwen van keuzes die forensisch onderzoekers moeten maken. Nemen ze een sporendrager mee van de plaats van het incident naar het laboratorium (met als gevolg mogelijk verlies van relevante sporen)? Of bemonsteren ze de sporen ter plekke, zonder de geavanceerde onderzoeksmethoden in het laboratorium (met een grotere kans om relevante sporen te missen)? Om onderzoekers te helpen bij het maken van een keuze in dit soort dilemma’s wordt met data science-toepassingen op gegevens uit historische zaken onderzocht wat de meest succesvolle onderzoeksstrategieën zijn.

Onderwijs

Binnen het onderzoeken wordt nauw samengewerkt met studenten van de opleiding Forensisch Onderzoek. Tijdens stages en afstudeerprojecten leren ze nadenken over wat sporen hen kunnen vertellen. Na afloop beschikken ze over kennis waar grote vraag naar is in het forensisch veld, waardoor ze een goede startpositie op de arbeidsmarkt hebben. Tegelijkertijd helpen ze met hun resultaten het onderzoek vooruit.

Accepteer de marketingcookies om deze video te zien

Partners en subsidie

Voor Geen Spoor te Verliezen werkt de HvA nauw samen met de nationale politie, de Politieacademie en het Nederlands Forensisch Instituut (NFI). Daarnaast is een klankboordgroep samengesteld met vertegenwoordigers van alle partijen in de strafrechtketen, het Nederlands Register voor Gerechtelijk Deskundigen (NRGD) en internationaal vermaarde wetenschappers. Samen met de onderzoekers zorgen zij voor state-of-the-art onderzoek dat nauw aansluit bij de behoeften van de beroepspraktijk. Het project wordt gefinancierd met de RAAK-PRO-regeling van Regieorgaan SIA.

HvA-lectoraten Forensisch Onderzoek en Dynamiek van Forensische Sporen

Geen Spoor te Verliezen valt onder de lectoraten Forensisch Onderzoek en Dynamiek van Forensische Sporen.

Forensisch onderzoek is volop in beweging. Technologische ontwikkelingen creëren steeds nieuwe mogelijkheden om sporen te zoeken, bewaren, analyseren en gebruiken tijdens het opsporingsproces. Het lectoraat Forensisch Onderzoek richt zich op de ontwikkeling en het gebruik van nieuwe technologieën in opsporing, met als doel om kennis te ontwikkelen voor de politiepraktijk en het (politie)onderwijs.

Van schotresten en minimale DNA-sporen tot minuscule glasdeeltjes of vezels. Dankzij nieuwe analysemethoden zijn tegenwoordig zelfs de kleinste sporen waarneembaar die bij een misdrijf achterblijven of door de dader worden meegenomen. Wat vertellen deze minimale, vaak moeilijk te vinden sporen, over wat er precies is gebeurd? Die vraag staat centraal in het lectoraat Dynamiek van Forensische Sporen.

Gepubliceerd door  Kenniscentrum Techniek 17 september 2024

Project Info

Startdatum 01 jan 2023
Einddatum 31 dec 2026