Lector Bas Kokshoorn brengt boek uit
13 feb 2024 15:28 | Kenniscentrum TechniekWat kunnen DNA-sporen ons vertellen over wat er op een plaats delict is gebeurd? Bas Kokshoorn en Duncan Taylor schreven er een boek over. ‘Er is veel vraag naar kennis over dit onderwerp. Hopelijk kan dit boek daaraan bijdragen.’
Ergens in Nederland heeft een schietincident plaatsgevonden. De politie heeft een verdachte op het oog en besluit zijn woning te doorzoeken. Al snel wordt onder een kussen op de bank een wapen aangetroffen. Het is precies hetzelfde soort als is gebruikt bij het schietincident en bevat bovendien DNA van de verdachte. Het lijkt een uitgemaakte zaak: dit is de dader. Of toch niet? De verdachte zegt dat hij het wapen nooit eerder heeft gezien. Het moet door iemand anders op zijn bank zijn achtergelaten, vermoedt hij. En dat zijn DNA erop is aangetroffen, komt omdat hij dagelijks op diezelfde bank zit.
Steeds meer en kleinere sporen
De laatste jaren komen zaken als deze meer en meer voor. ‘We worden steeds beter in het vinden en analyseren van DNA-sporen op een plaats delict, zelfs als ze voor het blote oog onzichtbaar zijn’, zegt Bas Kokshoorn. Hij is lector Dynamiek van Forensische Sporen bij de Hogeschool van Amsterdam en Principal Scientist bij het Nederlands Forensisch Instituut (NFI). ‘Maar omdat we steeds meer en kleinere sporen aantreffen, vinden we ook veel sporen die niets met het delict te maken hebben. Als er een klein beetje DNA van een verdachte op een plaats delict wordt gevonden, zegt dat dus niet automatisch dat die persoon de dader is. Het DNA kan er namelijk ook op een andere manier zijn beland.’
Daarom is het, bijvoorbeeld in de zaak van het schietincident, cruciaal om te bepalen hoe en wanneer sporen ergens terecht zijn gekomen. Omdat dergelijk onderzoek naar het gedrag van biologische sporen relatief nieuw is, was de kennis daarover nog erg versnipperd. Daar is nu verandering in gekomen, met het boek Forensic DNA Trace Evidence Interpretation: Activity Level Propositions and likelihood ratios. Kokshoorn schreef het samen met zijn collega Duncan Taylor, Chief Scientist of Forensic Statistics at Forensic Science South Australia.
Overkoepelende aanpak
In het boek leggen de twee auteurs niet alleen uit welke gegevens er nodig zijn om te achterhalen hoe sporen op een plaats delict terecht zijn gekomen, maar ook hoe je deze informatie systematisch samenbrengt. ‘Er is de afgelopen jaren bijvoorbeeld veel gepubliceerd over de statistische rekenmodellen die hierbij komen kijken. Ook over het gedrag van sporen is al veel geschreven, maar er was nog geen bron waarin al deze kennis samenkwam, zegt Kokshoorn.
Hij legt uit hoe forensisch onderzoekers te werk gaan bij een zaak als die van het schietincident. ‘Eerst verdiepen ze zich in de scenario’s die het Openbaar Ministerie en de verdachte schetsen. Vervolgens gaan ze met een statistisch rekenmodel na hoe goed de gevonden sporen passen bij beide verhalen. Wat is bijvoorbeeld de kans dat het DNA van de verdachte via zijn bank op het vuurwapen terecht is gekomen? Daarnaast zetten ze hun kennis van het gedrag van sporen in: wat is de kans om iemands DNA op een voorwerp te vinden dat diegene een week eerder heeft gebruikt? De inschatting van die kansen onderbouwen ze met experimenten en gegevens uit de zaak.’
In het boek kunnen staat dit proces nu voor het eerst stap voor stap beschreven. De twee auteurs hebben hiervoor alle kennis over het gedrag van sporen bijeengebracht en aangevuld met hun ervaring uit de praktijk. ‘Ik heb hier als deskundige bij het NFI veel mee te maken, en Duncan in het laboratorium in Australië’, zegt Kokshoorn. ‘We gebruiken in het boek dan ook steeds voorbeelden uit onze eigen praktijk om alle principes toe te lichten.’
Kennis voor professionals en studenten
Het handboek is in eerste instantie bedoeld voor DNA-deskundigen die te maken hebben met rechtszaken zoals die van het eerder beschreven schietincident. Kokshoorn: ‘We willen hen een hulpmiddel bieden om hiermee aan de slag te gaan. Er is veel vraag naar kennis over dit onderwerp. Hopelijk kan dit boek bijdragen aan het delen en verder ontwikkelen van die kennis.’
Daarnaast richt de publicatie zich op studenten. ‘Als zij hun studie hebben afgerond, komen zij in de rol van professionals. Met dit boek kunnen we hen de juiste handvatten alvast meegeven.’ Om hen daarbij te helpen eindigt elk hoofdstuk met oefenopgaven, zodat ze aan de slag kunnen met zelfstudie.
Nieuwe inzichten uit onderzoek
Zoals het vakgebied van sporenonderzoek steeds in ontwikkeling blijft, zo wordt ook het boek over een aantal jaar aangevuld en herzien. Momenteel werkt Kokshoorn met collega-onderzoekers bijvoorbeeld aan het project Geen Spoor te Verliezen. Hiervoor bestuderen ze welke invloed de selectie van sporen op de plaats delict of het verpakken en transporteren daarvan op de uitkomst van het onderzoek hebben. Ook gaan ze na hoe dat statistisch te modelleren valt. ‘Daar is nu nog niet veel over bekend. Maar het zijn belangrijke stappen om een steeds beter onderbouwd antwoord te kunnen geven op de vraag wat de forensische sporen ons kunnen vertellen over wat er op de plaats delict is gebeurd.'