Wat levert burgerschapsonderwijs leerlingen op?
Lectoraat presenteert overzichtsstudie ‘Weten we wat we meten?
2 dec 2024 18:40 | Kenniscentrum Onderwijs en OpvoedingVan scholen wordt verwacht dat zij een belangrijke bijdrage leveren aan de ontwikkeling van de burgerschapscompetenties van hun leerlingen. Scholen zijn wettelijk verplicht het burgerschapsonderwijs te monitoren. Maar dat is in de praktijk niet zo eenvoudig. Onderzoekers van het lectoraat Burgerschapsonderwijs voerden op verzoek van het NRO en de Inspectie van het Onderwijs een overzichtsstudie uit als basis voor de landelijke Peil.Burgerschap studie*) van 2027. De uitkomsten zijn ook relevant voor de onderwijspraktijk. Lector Burgerschapsonderwijs Hessel Nieuwelink: “Het is verstandig dat scholen bij het monitoren vooral gaan kijken naar hun onderwijsaanbod.”
Burgerschapsonderwijs wordt veelal gemonitord met gestandaardiseerde vragenlijsten, zoals ook gestimuleerd wordt door de Inspectie van het Onderwijs. De vragenlijsten moeten de burgerschapscompetenties van leerlingen in kaart brengen. Vooral het meten van burgerschap van leerlingen is complex, omdat bij veel aspecten van burgerschap het proces en niet de uitkomst centraal staat. “Kennis wordt gemeten door te kijken naar het onthouden, begrijpen en toepassen van burgerschapskennis, veel minder vaak wordt analyseren en evalueren gemeten. Vaardigheden kun je ook niet echt objectief meten. Als je iets wilt weten over houdingen ten opzichte van een bepaald thema is deze afhankelijk van de context,", legt associate lector Floor Rombout uit. Willemijn Rinnooy Kan vult aan: “In vragenlijsten wordt leerlingen gevraagd naar het belang van bijvoorbeeld vrijheid van meningsuiting, tolerantie en gelijkheid, maar niet naar hoe zij deze waarden tegen elkaar zouden afwegen in een specifieke situatie.”
"Daarnaast lijkt ook de school als oefenplaats een belangrijke manier te zijn om burgerschap op school te kunnen (be)oefenen. Via vragenlijsten, interviews of bijvoorbeeld portfolio’s kunnen scholen in kaart brengen hoe leerlingen het burgerschapsaanbod ervaren.”
Inmiddels is steeds meer bekend over hoe impactvol burgerschapsonderwijs eruitziet. Jip Teegelbeckers legt uit: “Verschillende pedagogisch-didactische strategieën kunnen impact hebben, zoals instructie, dialoog en groepswerk. Ook is steeds meer bekend wat belangrijke uitgangspunten bij dergelijke strategieën zijn.” Hessel Nieuwelink: “Daarnaast lijkt ook de school als oefenplaats een belangrijke manier te zijn om burgerschap op school te kunnen (be)oefenen. Volgens ons is het zinvol dat scholen bij hun monitoring zich richten op deze aspecten. Via vragenlijsten, interviews of bijvoorbeeld portfolio’s kunnen scholen in kaart brengen hoe leerlingen het burgerschapsaanbod ervaren.”
*) De Inspectie van het Onderwijs geeft door uitvoering van het peilingsonderzoek Peil.Burgerschap inzicht in de actuele situatie rond de burgerschapscompetenties waarover leerlingen aan het eind van de basisschool beschikken. Daarnaast de invulling die basisscholen aan burgerschapsvorming geven, de rol die kenmerken van leraren en scholen daarbij spelen en de verschillen die daarbij bestaan.
De overzichtsstudie ‘Weten we wat we meten? Een overzichtsstudie over de mogelijkheden om burgerschap en burgerschapsonderwijs in kaart te brengen’ is opgesteld door Hessel Nieuwelink, Willemijn Rinnooy Kan, Floor Rombout en Jip Teegelbeckers (2024).