T1 rapportage kwalitatief Amsterdams Experiment met de Bijstand
ervaringen van bijstandsgerechtigden
Verslag
De gemeente Amsterdam vangt signalen op dat bijstandsgerechtigden nadelen ervaren met het verrekenen van inkomsten uit werk. Die ervaringen zouden hun motivatie om te werken en welbevinden beïnvloeden. Aangezien ongeveer de helft van de parttime werkenden in de bijstand deelnemen aan het Amsterdams Experiment met de bijstand is aan de Hogeschool van Amsterdam (HvA) gevraagd deelnemers aan het Amsterdams Experiment te vragen naar hun ervaringen met het verrekenen van inkomsten uit werk.
In hoeverre speelt het verrekenen van inkomsten een rol in de keuzes en afwegingen die bijstandsgerechtigden maken rond werk. Letten klanten erop dat inkomsten juist verrekend worden? Ervaren zij problemen met het verrekenen van inkomsten? Spelen hun ervaringen met het verrekenen van inkomsten een rol in hun motivatie om te werken in de bijstand?
Het onderzoek
De HvA heeft in het kader van het Amsterdamse Experiment met de Bijstand 25 bijstandsgerechtigden die werken gevraagd naar hun ervaringen met het verrekenen van hun inkomsten. Op de website van de Gemeente Amsterdam1 is te lezen dat bijstandsgerechtigden een aanvullende uitkering krijgen als zij onder de bijstandsnorm verdienen. Als de inkomsten hoger zijn dan de bijstandsnorm, dan stopt de gemeente de uitkering.
Als bijstandsgerechtigden een wisselend inkomen hebben dan schat de inkomensconsulent vooraf het maandelijks inkomen van de klant. De hoogte wordt achteraf aangepast als blijkt dat de inschatting te hoog of te laag was. De gemeente heeft een periode van zes maanden de tijd om de inkomsten vast te stellen en met terugwerkende kracht met de uitkering te verrekenen.