Hulpvragers naar werk
een onderzoek naar het effect van jobhunters op de arbeidsmarkt-participatie van de hulpvragers
Verslag
Dit onderzoek is een vervolg op deel 1 (“Onderzoek naar de duurzaamheid van de (leer)werktraject(en) in Amsterdam Zuidoost”). Het onderzoek geeft inzicht in de feitelijke en subjectieve situatie van hulpvragers (respondenten) die zich vrijwillig hebben aangemeld bij een jobhunter.
De hulpvragers hebben doorgaans een afstand tot de arbeidsmarkt.
Centrale vraag:
De vraag dit centraal staat in het rapport is: In welke mate heeft de begeleiding van jobhunters een duurzaam effect op de arbeidsmarktparticipatie van de hulpvragers in Zuidoost?
Op basis van bevindingen uit deelonderzoek 1 is voor dit onderzoek in samenspraak met jobhunters een databasesysteem opgezet. De jobhunters hebben gedurende de looptijd van een jaar 365 records geregistreerd. Helaas zijn niet alle hulpvragers even goed geregistreerd. Een deel van de onvolledige registraties is mogelijk toe te schrijven aan de vele personeelswisselingen gedurende het onderzoek. In totaal waren 281 hulpvragers telefonisch constateerbaar. Van dit aantal is met 103 contact geweest. De overige hulpvragers waren niet bereikbaar. Van de 103 hebben 81 hulpvragers deelgenomen aan dit onderzoek.
Uit het onderzoek en het onderzoekproces kan worden opgemaakt dat de onderzoekspopulatie vluchtig is. Dit maakt het bieden van hulp niet eenvoudig. De ‘vluchtigheid’ uit zich in de snelheid waarmee zij zich toe- en afwenden van de jobhunters. Dit maakt dat sommige hulpvragers zich wel inschrijven maar niet reageren op aanbiedingen van jobhunters. Dit kan zowel positieve als negatieve oorzaken hebben. Door het onjuist administreren blijft het echter gissen naar het duurzaamheidseffect van de hulp. Uit het onderzoek kunnen we concluderen dat het effect van jobhunters op het begeleiden van hulpvragers naar betaald werk gering is. Het verschil tussen succes- en niet succeskansen op betaald werk is niet significant. Hoewel een deel van de hulpvragers wel werk heeft gevonden geeft een deel aan dat zij niet geholpen te zijn door de jobhunter (subjectieve beleving die door onjuiste registratie niet is te ontkrachten). Ook zegt een deel van de hulpvragers geen werk te hebben gevonden maar wel geholpen te zijn door de jobhunter. Het merendeel van de hulpvragers is tevreden over de hulp die zij hebben gekregen, ondanks dat de hulp niet altijd heeft geresulteerd in betaald werk.
Wat is het doel van jobhunters?
Dit roept echter wel de vraag op wat het doel of de doelen zijn van jobhunters. Het merendeel van de hulpvragers heeft een tijdelijke aanstelling, in de vorm van een uitzend- of tijdelijke arbeidsrelatie. De bemiddeling naar een duurzame arbeidsplaats door jobhunters is daarmee gering en niet eenduidig vast te stellen. De rol van jobhunters in het helpen van hulpvragers naar een duurzame arbeidsplaats is gering omdat werkgevers immers de aanstellingsvorm bepalen. De tijdelijkheid van arbeidsrelaties zorgt voor een gefragmenteerde werkervaring met afwisselende periodes van werkloosheid of stapeling van kleine aanstellingen. Dit zorgt voor (zoek)stress en heeft daarom niet de voorkeur van hulpvragers.<br/>Het vinden van een passende baan is voor de meeste hulpvragers ook geen eenvoudige taak. De samenstelling van de groep hulpvragers laat zien dat een relatief groot deel moeilijk bemiddelbaar is naar betaald werk. Het genereren van een succes voor een jobhunters is daarmee niet eenvoudig, ook niet in economisch goede tijden. Er zijn wel aanwijzingen dat hulpvragers in economisch goede tijden eerder een succes boeken vanwege de te korten op de arbeidsmarkt.
Bij de meeste hulpvragers met een negatieve ervaring met de jobhunter is de welwillendheid om te werken nog hoog, maar uit het onderzoek kan wel worden opgemaakt dat zij geen geloof meer hebben in het vinden van betaald werk. Door het uitblijven van een succes op betaald werk ontstaat bij deze hulpvragers een pessimistisch beeld over hun arbeidsmarktkansen. Sommigen berusten zich en geven soms ook aan niet meer actief op zoek te zijn naar betaald werk. Niet meer optimistisch kunnen zijn over de arbeidsmarkt zorgt voor bestendiging van hun situatie, een onbedoeld effect dat de afstand tot de arbeidsmarkt vergroot door het lage zelfbeeld dat zij daardoor krijgen.
Op professionele basis ondersteuning bieden aan hulpvragers is geen eenvoudige taak. Omdat de moeilijk bemiddelbare hulpvragers zich vrijwillig aanmelden is het bieden van trajecten waarvan de hulpvragers niet direct het nut zien een buitengewoon moeilijke opgave voor de jobhunters. Uit het onderzoek blijkt dat hulpvragers zo snel mogelijk naar betaald werk willen worden begeleid. Dit is gegeven de positie (NUG) van de hulpvragers ook niet vreemd. Dit terwijl een deel van de hulpvragers moeilijk bemiddelbaar is, wat een snelle bemiddeling belemmert.
Uit het huidige en vorige onderzoek kunnen we daarom concluderen dat bij het merendeel van de hulpvragers intensief persoonlijk contact met langdurige begeleiding nodig is voor een duurzaam effect op begeleiding naar betaald werk. De huidige rol en werkwijze van de jobhunters laat zien dat het contact en de hulp vaak afdoende zijn om een duurzame effect te realiseren.