Raad van State (vroeger bekend als CBHO)
Raad van State (tot 31 december 2022 bekend als het College van Beroep voor Het Hoger Onderwijs) oordeelt over beroep dat wordt ingesteld tegen besluiten over zaken als vermindering of vrijstelling van collegegeld of examengeld, inschrijving, vrijstellingen op grond van andere diploma's en decentrale selectie bij numerus fixus opleidingen.
1. Besluiten waartegen beroep kan worden ingesteld
De Raad van State (vroeger bekend als het CBHO) oordeelt over het beroep dat door een belanghebbende is ingesteld tegen besluiten over:
- vermindering of vrijstelling van collegegeld of examengeld;
- financiële ondersteuning uit het afstudeerfonds;
- in- en uitschrijving;
- vrijstellingen op grond van andere diploma's;
- decentrale selectie bij numerus fixus opleidingen;
- de vrijwillige bijdrage;
- overtreding van huis- en ordemaatregelen.
2. Eerst bezwaar dan beroep
Alvorens in beroep te kunnen gaan bij de Raad van State moet een belanghebbende uiterlijk binnen zes weken na het bekend worden van het besluit een gemotiveerd bezwaar- of beroepschrift indienen bij de geschillenadviescommissie (GAC) of een beroepschrift bij het College van Beroep voor de Examens (COBEX).
Het Loket Beroep, Bezwaar en Klacht (Loket BBK) registreert de ontvangst van uw bezwaar- of beroepschrift, stuurt u een ontvangstbevestiging en draagt uw beroepschrift ter verdere behandeling over aan de geschillenadviescommissie of het College van Beroep voor de Examens.
3. Beslissing op bezwaar
Wordt een bezwaarschrift ingediend, dan moet daar een besluit over worden genomen. Meestal noemt men dit besluit een 'beslissing op bezwaar'. De 'beslissing op bezwaar' wordt altijd schriftelijk meegedeeld. Is een belanghebbende het niet eens met de 'beslissing op bezwaar' dan kan hij of zij daar uiterlijk binnen zes weken schriftelijk tegen in beroep gaan bij de Raad van State. De adresgegevens van dit college zijn: Raad van State, Postbus 16137, 2500 BC te Den Haag. Meer informatie over de Raad van State is te vinden op: www.raadvanstate.nl/studentenzaken/(opent in nieuw venster).
4. Vereisten waar een bezwaar- of beroepschrift aan moet voldoen
Bezwaar- en beroepschriften moeten niet alleen tijdig en bij de juiste 'scheidsrechter' worden ingediend; zij moeten ook aan een aantal andere eisen voldoen zoals:
- de naam en het adres van de indiener;
- indien mogelijk: het studentnummer en/of de opleiding waarop het bezwaar of beroep betrekking heeft;
- de dagtekening;
- een omschrijving van het besluit waartegen het bezwaar of beroep is gericht en bij voorkeur kopie van dat besluit;
- de gronden van het bezwaar of beroep;
- als gebruik wordt gemaakt van een gemachtigde; een ondertekende schriftelijke machtiging van belanghebbende.
Laat een belanghebbende zich door een gemachtigde - niet zijnde een advocaat - vertegenwoordigen, dan moet aan het bezwaar- of beroepschrift een door de belanghebbende getekende volmacht worden toegevoegd.
Voldoet een bezwaar- of beroepschrift niet aan bovengenoemde voorschriften, dan loopt men de kans dat het bezwaar of beroep niet-ontvankelijk wordt verklaard.
5. Griffierecht
Om in beroep te kunnen gaan moet een belanghebbende aan de Raad van State griffierecht betalen. Dit griffierecht wordt in de regel terugbetaald indien een belanghebbende in het gelijk wordt gesteld. In de bezwaarfase wordt geen griffierecht in rekening gebracht.
6. Belanghebbende
Om in beroep te kunnen gaan bij de Raad van State moet men belanghebbende zijn. Dit betekent dat niet alleen studenten maar bij voorbeeld ook toekomstige studenten of cursisten bij dit college in beroep kunnen gaan, mits men maar belanghebbende is met betrekking tot het bestreden besluit en de beoordeling van het besluit valt onder de rechtsmacht van de Raad van State (vroeger bekend als het CBHO).
7. Hoor en wederhoor
Wordt een beroep door het college van de Raad van State behandeld, dan worden beide partijen in de gelegenheid gesteld hun standpunt kenbaar te maken. In eerste instantie gebeurt dit schriftelijk. Wordt besloten om de zaak mondeling te behandelen, ook dan krijgen beide partijen de gelegenheid het woord te voeren.
8. Versnelde behandeling en voorlopige voorziening
In de regel duurt een procedure bij de Raad van State enige maanden. Belanghebbenden kunnen niet altijd zo lang wachten en hebben er soms belang bij zo snel mogelijk een beslissing te krijgen. In de regelgeving wordt hierin voorzien. Belanghebbenden met een spoedeisend belang kunnen om een voorlopige voorziening of om een versnelde behandeling vragen en verkrijgen - indien de gevraagde procedure wordt toegewezen - in dat geval snel(ler) een uitspraak over het besluit waartegen men in beroep is gegaan.
9. Rechtsbijstand: advocaat of gemachtigde
Belanghebbenden zijn niet verplicht om voor een procedure bij de Raad van State een advocaat in te schakelen. Men kan de procedure zelf voeren of men kan zich ook door een schriftelijk gemachtigde - niet zijnde een advocaat - laten vertegenwoordigen. De kosten van de rechtsbijstand komen in de regel voor rekening van de belanghebbende, tenzij de Raad van State - ambtshalve of op verzoek van de belanghebbende - bepaalt dat deze kosten voor rekening van de hogeschool komen.
10. Bindende uitspraak
Uitspraken van de Raad van State zijn bindend voor beide partijen en het is niet mogelijk om tegen deze uitspraken in hoger beroep te gaan. Wordt een belanghebbende door de Raad van State in het gelijk gesteld, dan kan de hogeschool veroordeeld worden om de proceskosten geheel of gedeeltelijk te vergoeden.
11. Studentenstatuut
De regels die betrekking hebben op de Raad van State en de door dat college te behandelen onderwerpen zijn onder meer te vinden in de artikelen van het Studentenstatuut.
Uitspraken van de Raad van State worden gepubliceerd op de site onder het kopje Actueel van de Raad van State(opent in nieuw venster).