Afstudeerstage
In totaal beslaat de afstudeerstage twee semesters (een heel studiejaar). De afstudeerstage begint in het eerste semester, vanaf september. Studenten kunnen hun afstudeerstage bij één of bij twee praktijkorganisaties invullen. Dit betekent dat studenten minimaal één en maximaal twee semesters stagelopen bij één organisatie. In overleg met de stageverlener lopen de studenten minimaal 24 en maximaal 32 uur per week stage.
Studenten stellen gedurende hun afstudeerstage een digitaal portfolio samen met bewijsstukken, waarmee zij aan de opleiding hun ontwikkeling op de eindtermen van de studie aantonen. Wij verwachten dat studenten gedurende hun aanwezigheid op de stage aan bewijsstukken kunnen werken. Dit kan bijvoorbeeld betekenen dat een student na stage-activiteiten een half uur tot een uur de tijd krijgt om hierop te reflecteren en resultaten vast te leggen, zodat dit als bewijsstuk opgenomen kan worden in het portfolio.
Samen kiezen de stageorganisatie en de student op welke dagen stage gelopen wordt. Echter, op de woensdag volgen de studenten onderwijs, waarbij zij aanwezig moeten zijn. Zij kunnen dat dagdeel geen stagewerkzaamheden uitvoeren. Zij worden dan bij de opleiding samen met andere studenten begeleid, ontvangen feedback op hun ontwikkeling, sparren met docenten en studenten over hun stagetaken en ontwikkeling.
De eerste week van het eerste semester organiseren we de hele week een stage-prep ‘bootcamp’ op de opleiding. Idealiter begint de stage in de week hierna (tweede week van het collegejaar).
Wat betreft vakantiedagen hebben wij voor een stageperiode van twee semesters als richtlijn om per 20 weken stage 1 week (dat is 3 of 4 stagedagen) vrij te krijgen. Deze vrije dagen kunnen in overleg tussen de student en de stageverlener worden opgenomen (los of aansluiten) en mogen niet in de laatste weken van de stage worden opgenomen. De schoolvakanties komen tijdens de stageperiode te vervallen, dus kunnen studenten dan wel ingezet worden. Gedurende de schoolvakanties vervalt de begeleiding van de opleiding op de woensdagen.
Het minimumaantal te lopen stage uren is 960 uur. In het contract tussen de student, HvA en stageverlener wordt onder andere vastgelegd wanneer de stageperiode aanvangt en eindigt. In het contract wordt ook vastgesteld hoeveel uur per week de student stageloopt. Als de student het minimum van 960 uur heeft bereikt, is dit geen reden om de stage te beëindigen. De stage loopt tot de afgesproken einddatum.
Tijdens de afstudeerstage laten studenten zien dat ze de landelijke competenties Toegepaste Psychologie (Beïnvloeden van gedrag, Beoordelen van gedrag, Praktijkgericht onderzoeken en Professioneel werken) op eindniveau beheersen en startbekwame professionals zijn. Deze competenties zijn, om er gemakkelijker mee te kunnen werken, vertaald in 'wat je doet' en 'hoe je dat doet'.
De 'wat je doet' noemen we de beroepstaken, die vallen onder de competentie Beoordelen van gedrag & Beïnvloeden van gedrag. Bij ‘Beoordelen van gedrag’ is de student bezig met het doen van onderzoek (bij een individu en/of groep); bij ‘Beïnvloeden van gedrag’ is de student bezig met het ontwikkelen/ontwerpen van interventies én met de uitvoer ervan. Deze beroepstaken zijn onderdeel van de activiteiten op de stage.
Onder 'hoe je dat doet' vallen de competenties Praktijkgericht onderzoeken & Professioneel werken. Tijdens het uitvoeren van de beroepstaken tonen studenten – terwijl zij bezig zijn met beoordelen of beïnvloeden van gedrag – aan dat zij:
- methoden en technieken vanuit de Psychologie op juiste wijze inzetten
- onderbouwd werken
- effectief communiceren en samenwerken
- systematisch te werk gaan
- regie nemen en reflecteren op het handelen
Deze 5 ‘hoe’s’ noemen we de generieke eindkwalificaties.
Tijdens de afstudeerstage voeren studenten opdrachten van de stageorganisatie uit. Uiteraard is het de bedoeling dat het werk van de student van waarde is voor de praktijkorganisatie. Zij verzamelen tijdens hun werk bewijsstukken, zodat zij kunnen aantonen dat zij binnen de beroepstaken de vijf generieke eindkwalificaties op eindniveau beheersen. Het kan daarnaast ook zo zijn dat de student (of de begeleidend docent) zelf werkzaamheden voorstelt waarmee die bewijsstukken kunnen worden opgeleverd.
Al deze zaken worden in afstemming met zowel de loopbaanbegeleider als de stagebegeleider vormgegeven, waarbij de student regie pakt over deze afstemming. Daarbij is het ontvangen van feedback (over het geleverde werk: wat gaat er al goed) en feedforward (wat kan er nog beter) cruciaal voor het leerproces van de student. Studenten kunnen feedback en feedforward vragen aan de stagebegeleider, docenten, medestudenten, mensen die ze hebben gecoacht of getraind, etc. De bewijsstukken plus de feedback en feedforward vormen voor de studenten het materiaal waarmee het eindniveau van de vier TP-competenties aangetoond kan worden. De bewijsstukken en de feedback en feedforward leveren studenten aan in een digitaal portfolio. Feedbackgevers worden door de student uitgenodigd in dit digitale portfolio om hun feedback en feedforward te geven.
Alle studenten zitten in het stagejaar in een leergemeenschap die bestaat uit 26 studenten en wordt begeleid door vier docenten. De studenten en de docenten komen op woensdag bij elkaar voor intervisie en begeleiding, feedback en feedforward op de praktijkopdrachten. Tijdens de intervisie wordt het verloop van de stage besproken. We verwachten immers van de stagiair dat deze reflecteert op zijn of haar eigen handelen. Verder wordt ingegaan op dilemma’s van de stagiair waarbij de nadruk ligt op het professionaliseren van het eigen handelen. Elke student wordt gekoppeld aan een docent die fungeert als loopbaanbegeleider en als contactpersoon voor de stagebegeleider.
Wanneer de student is aangenomen, start de aankomend stagiair het administratieve proces waarbij onder andere het stageaanmeldingsformulier ingevuld dient te worden. Hierin worden onder meer de gegevens genoteerd van de stagebegeleider vanuit de organisatie, van de stagiair zelf, van de loopbaanbegeleider en worden de taken beschreven die de stagiair uit gaat voeren. Bij vragen over de stagetaken neemt de loopbaanbegeleider contact op om de aansluiting bij de opleiding Toegepaste Psychologie te bespreken. Als alles duidelijk is, keurt de loopbaanbegeleider de stage goed.
In de startperiode van de stage is een actieve stagebegeleiding van belang. Die bestaat in het begin vooral uit het inwerken en wegwijs maken van de stagiair in de organisatie. Wanneer de stagiair is ingewerkt, verwachten wij dat er (bij voorkeur) wekelijkse contactmomenten zijn. Afhankelijk van de structuur en cultuur in uw organisatie kan deze stagebegeleiding verschillen. Binnen de contactmomenten is het goed om zowel stil te staan bij de (team)samenwerking als bij de individuele (expertise)ontwikkeling van de stagiair. Hierbij is het ook belangrijk om de voortgang met betrekking tot de praktijkopdrachten mee te nemen.
De loopbaanbegeleider voert een aantal stagegesprekken met de student en de stagebegeleider – het zogeheten ‘driegesprek’ – van ongeveer 20 minuten, online. Het aantal driegesprekken is afhankelijk van hoe lang de student bij uw organisatie stageloopt: één of twee semesters. Wanneer de student één semester stageloopt worden er minimaal twee driegesprekken gevoerd in dat semester. Een startgesprek en een eindgesprek. Wanneer de student twee semesters stageloopt worden er minimaal drie driegesprekken gevoerd, een startgesprek een tussentijds gesprek en een eindgesprek.
Uw input en feedback is bij elk driegesprek van belang. Tijdens het eerste gesprek worden, naast kennismaking, de taken van de student en de planning van de praktijkopdrachten (beroepstaken) besproken. Bij het volgende gesprek wordt de voortgang en het functioneren van de student besproken. De student vraagt hiervoor feedback en feedforward op zowel de beroepstaken als hoe deze aangepakt zijn. Deze feedback en feedforward verwerkt de student in de reflectie op zijn proces. Verder komt aan bod op welke praktijkopdrachten de student zich in het vervolg van de stageperiode zal richten en zal worden gevraagd of de stageverlener voldoende vertrouwen heeft in het verdere verloop van de stage.
Naast deze georganiseerde momenten, wordt er door de student op verschillende momenten feedback en feedforward aan u gevraagd op bewijsstukken.
- De afstudeer-stagebegeleider heeft minimaal HBO denk/werk niveau en relevante kennis van en ervaring in het werkveld
- De personele bezetting van de stageorganisatie moet in balans zijn met het aantal stagiaires.
- De praktijkbegeleider mag GEEN familie zijn of banden hebben met familie van de stagiaire.
- Op de afstudeerstageplek moeten er werkzaamheden en opdrachten kunnen worden uitgevoerd waardoor de student ervaring en ontwikkeling kan doormaken op TP competenties.
- De stagebegeleider is het aanspreekpunt voor de stagiaire en levert relevante feedback.
- Wekelijks is er een contactmoment, dit kan in verschillende vormen, afhankelijk van de stageplek; persoonlijk contact / telefonisch contact / mail contact.
- Bij aanvang van de afstudeerstage zal meer begeleiding noodzakelijk zijn om de student in te werken.
- Aan het begin van de afstudeerstage worden in een afstudeerstageovereenkomst duidelijke afspraken gemaakt aangaande de taken en verantwoordelijkheden van de student. De stageovereenkomst moet zijn getekend door alle partijen voor aanvang van de afstudeerstage of uiterlijk 1 maand na start stage.
- Er zal tenminste 2 keer contact zijn. Halverwege de afstudeerstage vindt er een tussentijdse evaluatie plaats. En er is een eindevaluatie waarin de student, de stagedocent van Toegepaste Psychologie en de stagebegeleider van de organisatie elkaar ontmoeten op de instelling, wanneer deze zich in Amsterdam bevindt. Wanneer de stageplaats zich buiten Amsterdam bevindt zal de stagedocent beslissen of de evaluatie per skype of anderszins kan plaatsvinden.
- Er zullen meerdere keren feedbackmomenten worden ingericht door de student. Dit leidt tot een continu beeld van het functioneren van de student. Op basis van deze feedback vindt er uiteindelijk een eindbeoordeling plaats door de docent.
- Aan het einde van de studie vindt er een TP EXPO plaats waar studenten op een dynamische wijze hun afstudeerproducten presenteren. Stageorganisaties zijn van harte uitgenodigd voor dit evenement van hun stagiair.